Samenvatting hoofdstuk 1 Van leertheorie naar
onderwijspraktijk(van der Veen & van der Wal, 2016).
1.1 -Algemeen beeld van het fenomeen leren.
Leerdoel: Je weet de verschillen tussen formeel leren, informeel leren en nonformeel leren.
formeel leren= leidt tot een certificaat en is doelbewust
informeel leren= is niet doelbewust en treedt op als bijproduct, leidt niet tot
certificaat. Kan overal plaatsvinden, bijv. tijdens netwerken of samenwerken met
collega's.
non-formeel leren= niet per definitie een certificaat, wel doelgericht(van der Veen &
van der Wal, 2016).
1.2.1-leren en rijping
Leerdoel: Je weet het verschil tussen leren en rijping.
leren=het waarneembare gedrag was gewijzigd door buiten het individu gelegen factoren.
rijping= gedragsverandering wordt toegeschreven aan biologische, in de persoon gelegen
factoren.
Om te leren komen deze 2 echter vaak samen voor.
er is tevens veel discussie omtrent het gebied leren en rijping(van der Veen & van der Wal,
2016).
1.2.2-rol van de hersenen
Leerdoel: Je kent de opbouw van de hersenen en de verschillende hersengebieden.
"de hersenstructuur bestaat grofweg uit de grote hersenen, de kleine hersenen en de
hersenstam"(van der Veen & van der Wal, 2016, p. 22).
1. Kleine hersenen(cerebellum)= zorgen voor vloeiend verlopen van bewegingen.
2. Grote hersenen= onder te verdelen in 2 helften(hemisferen) welke verbonden zijn met
elkaar d.m.v de hersenbalk. Geplooid rondom de middenhersenen zit de buitenkant van
de hersenen die bestaat uit de cortex/hersenschors. Elke hersenhelft bestaat uit 4
kwabben met elk eigen functies;
frontaalkwab(frontale cortex); beoordeling, problemen oplossen, spreken en
schrijven, intelligentie, concentratie, impulscontrole, doelgerichtheid en zelfbeeld. in
de prefrontale cortex(ligt in frontaalkwab achter voorhoofd); leerprocessen en
complexe cognitieve vaardigheden- pas in de late adolescentie uitgerijpt.
wandkwab(pariëtale cortex); interpretatie van taal, visuele perceptie, interpreteren
zintuiglijke en geheugensignalen, tastzin en controle over lichaamsdelen.
achterhoofdskwab(occipitale cortex); interpreteert kleur, licht en beweging.
slaapkwab(temporale cortex); regelt begrijpen van taal, bepaalde
geheugenprocessen, onze motivatie, ons gehoor en is centrum van onze emoties(van
der Veen & van der Wal, 2016).
, Leerdoel: Je weet hoe neurotransmissie plaats vindt.
neurotransmissie= de overdracht van info tussen neuronen, in stappen weergegeven:
1. axon geeft info af via synaps m.b.v neurotransmitter(spleet tussen axonuiteinde en
dendriet)
2. info wordt ontvangen door dendriet
3. info gaat over cellichaam naar axonen waar ze kunnen worden afgegeven aan andere
neuronen en spieren
Een dendriet= kan info ontvangen
Een axon= kan info overdragen aan dendrieten van andere neuronen en spieren(van der
Veen & van der Wal, 2016)
Leerdoel: Je weet wat witte en grijze stof is.
grijze stof bevindt zich in het cellichaam van een dendriet en witte stof is de bescherming
om de axonen heen die zorgt voor optimale communicatie tussen cellen en gebieden(van
der Veen & van der Wal, 2016).
Leerdoel: Noem voorbeelden van neurotransmitters
Neurotransmitter= chemische stofjes die dienen als boodschappers.
Voorbeelden= adrenaline, serotine, oxitocine, dopamine(van der Veen en van der Wal,
2016)
Leerdoel: Je weet wat er gebeurt bij leren in de hersenen.
er ontstaan nieuwe verbindingen tussen neuronen en er worden neurale netwerken
gevormd door ervaren, oefenen, herhalen, experimenteren en dergelijke(van der Veen &
van der Wal, 2016).
1.2.3-gevolgen voor leren en lesgeven
Leerdoel: beschrijf wat er wordt bedoeld met gevoelige perioden
Er bestaat volgens Crone en andere onderzoekers een wisselwerking tussen rijping en leren
waardoor er gevoelige perioden bestaan bij kinderen en adolescenten. Dit is de reden
waardoor een kind beter talen kan aanleren dan volwassenen(van der Veen & van der Wal,
2016).
Leerdoel: je weet waar adolescenten moeite mee kunnen hebben en waarom.
rationele vaardigheden die pas op late leeftijd goed ontwikkelen door dat de prefrontale
cortex pas rond je 24e is uitgerijpt(van der Veen & van der Wal, 2016).
controleren van emoties
onderdrukken ongewenst gedrag
integreren informatie
plannen
concentreren
Leerdoel: je weet brain based learning is en wat neuromythes zijn.
Aanhangers van 'brain based learning'(breinleren) pretenderen het onderwijs te kunnen
baseren op bevindingen uit de hersenwetenschap.