Psychologie= Wetenschap van gedrag en geest
Gedrag= Observeerbare actie van mensen of dier
Geest= Iemand gevoelens, percepties, herinneringen, gedachten, dromen, motieven,
emoties en andere subjectieve ervaringen (onbewuste kennis en
handelswijzen, basis voor organisatie gedrag en bewuste ervaring)
Wetenschap= Alle pogingen om vragen te beantwoorden via systematische verzameling en
logische analyse van objectief observeerbare data
3 fundamentele ideeën psychologie=
1879: Wilhelm Wundt opent eerste universitair psycho labo in Leipzig en
brengt eerste lesboek uit. (Roots psycho dateren vroeger en liggen bij
fysiologen, filosofen en natuurkundigen)
Idee fysische oorzaak gedrag=
Tot 18e eeuw westerse filosofie sterk gebonden met religie. Kerk: 2
afzonderlijke maar samenhorende entiteiten; materieel lichaam, immateriële
ziel (dualisme). Lichaam natuurlijke wereld dus bestudeerbaar, ziel
supernatuurlijke entiteit die handelt volgens vrije wil en niet bestudeerbaar
Descartes versie dualisme (focus op lichaam)=
Descartes ziet lichaam als complexe machine die onafhankelijk van ziel kan
functioneren, maar om bruikbaar te zijn en lichaamsbeweging produceren via
spieren, moet lichaam gevoelig zijn voor zintuiglijke waarnemingen (ging via
draden). Hij dacht dat ziel op lichaam inwerkte via specifieke fysieke locatie,
klein orgaan tussen 2 hemisferen (hersenhelften) van hersenen. (serieuze
tekortkomingen als theorie, maar wel deur op voor psycho als wetenschap)
Thomas Hobbes materialisme=
Hobbes argumenteerde dat geest betekenisloos concept is en dat er enkel
materie en energie bestaat (materialisme). Alle menselijk gedrag, inclusief
vrijwillige keuzes, gevolg van fysische processen die vooral in hersenen
afspelen. Ideeën inspireerden voor empirisme (kennis komt voornamelijk of
geheel uit ervaring)
19e eeuwse fysiologie (leren over machine=
Fyiologie: studie van werking (machinerie) van lichaam
Uitgebreider begrip van reflexen 1822; François Magendie zenuwen 2
richtingen: boodschap naar zintuigen en centraal zenuwstelsel en boodschap
naar spieren (dierproeven)
Concept lokalisering functies in hersenen (19e eeuw):
Johannes Muller; zenuwen verschillende zintuigen activeren breinregio’s
Pierre Flourens; dierproeven tonen schade in verschillende delen van brein,
leiden tot beperkingen
Paul Broca; mensen met schade in specifiek gebied in linker hemisfeer
kunnen niet praten, maar behouden alle andere vaardigheden
,Idee dat geest en gedrag gevormd worden door ervaring=
John Locke= Kinderen worden geboren zonder predisposities of voorkeuren over hoe ze
willen leren en ontwikkelen. Vanuit dit perspectief geen Human nature,
behalve aanpassen gedrag aan omgeving
Empirische concept associatie door contiguïteit (nabijheid in tijd of ruimte)=
Wet associatie contiguïteit: als iemand 2 omgevingsgebeurtenissen (stimuli of
gewaarwordingen) op zelfde moment of kort na elkaar ervaart, zullen deze 2
gebeurtenissen geassocieerd worden en de geest zal bij gedachte aan ene
gebeurtenis linken aan de andere. Empiristen achten dat het mogelijk is eigen
theorie samenvoeging van elementaire ideeën zijn als resultaat contiguïteit
Nativistische antwoord empirisme=
Nativisme: tegenovergestelde empirisme; stelt dat beginselen menselijke
kennis en eigenschappen van geest zijn aangeboren. Legt basis voor Human
nature inclusief leervaardigheid
Immanuel Kant: onderscheid tussen a priori kennis (ingebouwd in brein en
niet aangeleerd) en a posterioro kennis (ervaringen uit omgeving). Zonder
eerste, kan tweede niet bestaan (nativisten)
Idee dat machinerie van gedrag en geest evolueert via natuurlijke
selectie
1859 Charles Darwin= Origin of Species; biologische grond voor psychologie
Natuurlijke selectie en analyse functies gedrag=
Darwin’s fundamenteel idee was dat soorten gradueel (over generaties)
evolueren door proces van natuurlijke selectie. Hij bestudeerde functie
gedrag: hoe gedrag organisme bijdraagt aan overleving en reproductie
Darwin’s ideeën toepassen in Psycho=
1872 Charles Darwin: Expression of emotions in man and animals;
aangeboren basisemoties verhogen overlevingskansen doordat men deze
kans communiceren met anderen
Fysische oorzaak gedrag=
Descartes dualisme (nadruk op lichaam), Hobbes materialisme (gedrag
volledig product lichaam en dus fysisch van oorzaak), toepassing wetenschap
mentale processen en gedrag, cfr studie van reflexen en lokalisatie functies in
brein
Rol ervaring= Empirisme (alle kennis uit ervaring), wet associatie contiguïteit
(waarnemingen combineren tot complexe gedachtes), nativisme (sommige
kennis aangeboren en legt basis Human nature, incl. vaardigheid leren)
,Scope psychologie
Veelheid verklaringen in psychologie toegepast op seksuele jaloezie
Psychologen zoeken verklaringen mentale ervaringen en gedrag. Dit gebeurt door oorzaken
identificeren, analyse op 9 complementaire levels (level of analysis) refereert niveau of type causaal
proces= Neuraal (oorzaak brein)
Fysiologisch (interne chemische reacties oorzaak, bv hormonen)
Genetisch (genetica oorzaak)
Evolutionair (natuurlijke selectie oorzaak)
Lerend (ervaringen omgeving oorzaak)
Cognitief (kennis of overtuigingen individu oorzaak)
Sociaal (invloed andere mensen oorzaak)
Cultureel (cultuur oorzaak)
Ontwikkeling (leeftijdsgerelateerde veranderingen oorzaak)
Seksuele jaloezie= Set emoties en gedragingen wanneer iemand gelooft dat zijn of haar relatie
bedreigd wordt door omgang andere persoon
Verklaringen biologische processen=
Neutrale verklaring: behavioral neuroscience; sommige onderzoekers bestuderen individuele of
kleine groepen neuronen, anderen grotere hersenregio’s en pathways.
Mannelijke studenten tonen grotere activatie linker frontale cortex wanneer
jaloers seksuele partner (EEG). Eerder onderzoek laat activatie linker frontale
cortex geassocieerd motivatie, vooral fijne activiteiten en vermijden
negatieve stimuli. Men kan onderzoeken of schade in dit hersengebied leidt
tot aantasting jaloezie.
Fysiologische verklaring: biopsychologie; onderzoekt hoe hormonen en drugs op hersenen van
organismen inwerken en gedrag en ervaringen veranderen. Onderzoekt toont
hormoon estradiol gerelateerd aan intensiteit jaloezie bij jonge vrouwen,
vooral periode fertiliteit in cyclus
Genetische verklaringen: gedragsgenetica; bv modificeren genen in dieren om effect gedrag te
observeren, bv het identificeren van genen die bijdragen aan eigenschap
door DNA te vergelijken met mensen die die eigenschap niet vertonen. Men
kan vaststellingen doen over mate seksuele jaloezie in ééneiige en twee-eiige
tweelingen om mogelijke genetische oorzaken te onderzoeken
Evolutionaire verklaringen: evolutionaire psychologie; wat zijn evolutionaire functies (voordelen
overleving, reproductie) van gedragingen of mentale ervaringen die ze
onderzoeken? Dieren die jaloerse functies vertonen vormen langdurige
partnerrelaties
Verklaringen ervaringen in omgeving, kennis, ontwikkeling=
Leerproces verklaringen: learning psychology; gedrag verklaren in termen van leren. Ervaring leidt tot
verandering gedrag. Wanneer jaloers gedrag beloond wordt (rivaal
afschrikken), toename frequentie hiervan
, Cognitieve verklaringen: cognitieve psychologie; onderzoekt types van mentale info (cognitie=
gedachten, overtuigingen, herinneringen) die basis vormen voor gedrag wat
ze bestuderen. Onderzoekt hoe info wordt opgeslagen en georganiseerd in
brein. Ervaring leidt tot verandering kennis en overtuigingen, en verandering
in gedrag. Jaloezie kan onderzocht worden door mensen vragen zich episodes
te herinneren en hun gedachten, emoties en acties te beschrijven
Sociale verklaringen: sociale psychologie; onderzoeken en begrijpen hoe gedachten, gevoelens en
gedrag van individuen beïnvloed wordt door werkelijke of imaginaire
aanwezigheid anderen. Jaloezie kan onderzocht worden door focus op
normen en overtuigingen m.b.t. romantiek, partnerschap en jaloezie die
jaloerse persoon omringen en beïnvloeden
Culturele verklaringen: culturele psychologie; mentale ervaringen en gedrag verklaren tov iemnds
cultuur. Jaloezie kan onderzocht worden door focus op culturele verschillen
in seksuele normen
Ontwikkelingsverklaring: ontwikkelingspsychologie; beschrijven leeftijdsverschillen in hoe mensen
zich voelen, denken en gedragen. Aanpak die anderen levels van analyse
samenbrengt om leeftijdsgebonden veranderingen te verklaren. Mensen die
op jonge leeftijd betekenisvolle relaties ontwikkelen (ouders, vrienden),
hebben grotere kans op langdurige relaties zonder jaloezie
Andere specialiteiten psychologie
Persoonlijkheidspsychologie=
Studie van normale verschillen in hoe mensen denken, voelen en gedragen
Abnormale psychologie=
Variaties in psychologische eigenschappen die extreem en ontwrichtend zijn
voor iemands leven en worden geclassificeerd als mentale aandoening
Klinische psychologie= Focust op helpen van mensen die leiden aan mentale aandoeningen of
minder ernstige psycho problemen
Psychologie is hub-wetenschap=
onderzoek wordt toegepast door wetenschappers in vele andere velden
Observaties, theorieën en hypotheses
Observatie= Objectieve waarneming waarvan observatoren overeen komen dat het juist is
Theorie= Idee of conceptueel model dat bestaande observatie moet verklaren en
voorspellingen kan doen over nieuwe observaties die ontdekt kunnen
worden
Hypothese= Voorspelling over nieuwe observaties die is afgeleid van theorie
Cirkel van wetenschap=observaties leiden tot theorieën, leiden tot hypotheses die getest worden,
leiden weer tot nieuwe observaties, soms weer tot nieuwe theorieën
Theorie zonder observatie is hooguit speculatie en observaties zonder
theorie zijn simpelweg data zonder verklaring