Leerdoelen OWE 3
Communicatieve vaardigheden
Beschrijf wat motiverende gespreksvoering is.
- Motiverende gespreksvoering is een gesprekstechniek waarbij op een neutrale
manier en zonder oordelen een patiënt bewust wordt van zijn/haar gedrag,
waardoor gedragsverandering kan optreden d.m.v. het versterken van de
motivatie en bereidheid om het gedrag te veranderen.
Benoem de uitgangspunten van motiverende gespreksvoering.
- Vormen van verandertaal:
- Wens en verlangen
- Mogelijkheden
- Redenen
- Noodzaak en behoefte
- Commitmenttaal
- Stappen zetten
- Hoe roep je verandertaal op:
- Vraag erom: hoe & wat & vraag door
- Onderzoek doelen, waarden en normen, vraag hierop door
- Gebruik je basistechnieken ORBS (open vragen stellen, reflectief luisteren, etc.)
- Vraag naar wensen, redenen, mogelijkheden en noodzaak
- Gebruik de schaal van belangrijkheid en vertrouwen
- Gebruik de voor- en nadelenmatrix
- Gebruik versterkte reflecties, dubbelzijdige reflecties en gevoelsreflecties
- Vraag vooruit te kijken (bijvoorbeeld ‘Wat gaat het opleveren als je dit gaat
veranderen?’)
- Soorten reflecties:
- Gevoelsreflecties reflectie van de emoties van de patiënt (bijvoorbeeld ‘U bent
teleurgesteld dat het vaak niet lukt…’)
- Versterkte reflecties reflectie die een versterkt effect weergeeft van wat de
patiënt heeft verteld (bijvoorbeeld de cliënt zegt: ‘Het heeft voor mij toch geen zin
om hier te komen.’ Hierop kun je het volgende antwoorden als versterkte reflectie:
‘Dat u bent gekomen is volledige tijdverspilling, het leidt nergens toe.’)
- Dubbelzijdige reflectie reflectie vanaf twee kanten bekeken die je kunt
herleiden uit wat de patiënt heeft verteld (bijvoorbeeld de cliënt zegt: ‘Ik wil er niet
de hele tijd aan denken, het beheerst mijn leven toch al zo en dan is het wel
lekker om dat soms even te vergeten, het leven moet wel leuk blijven.’ Hierop kun
je het volgende antwoorden als dubbelzijdige reflectie: ‘Aan de ene kant wilt u
genieten en het even helemaal vergeten, en aan de andere kant blijft het altijd
aanwezig op de achtergrond.’)
Benoem de verschillende gesprekstechnieken die horen bij motiverende
gespreksvoering.
- Open vragen stellen
- Reflectief luisteren
- Bevestigen en ondersteunen van positieve en motiverende uitspraken
- Samenvatten
1
, - Geven van informatie en advies met toestemming van de patiënt
Benoem de basisprincipes van motiverende gespreksvoering.
- De reparatiereflex onderdrukken
- De eigen beweegredenen van de cliënt begrijpen en onderzoeken
- Doelgericht op zoek gaan naar redenen voor veranderen bij de cliënt
(verandertaal)
- Vanuit een neutrale en niet oordelende houding
- Het volledig respecteren van de autonomie en keuzes van de cliënt
- Empathisch luisteren
- De cliënt positief bekrachtigen
- Geen ongevraagd advies geven
- Meeveren met weerstand
- Samenwerken vanuit gelijkwaardigheid
Benoem de fases van gedragsverandering.
- Manier 1:
- Verbinden en contact maken
- Focussen en richting bepalen
- Oproepen en uitnodigen tot verandertaal
- Plannen
- Manier 2:
- Precontemplatie patiënt overweegt nog geen gedragsverandering
- Contemplatie patiënt overweegt gedragsverandering op de lange termijn
- Preparatie patiënt overweegt gedragsverandering op de korte termijn
- Actie patiënt start met de gedragsverandering
- Consolidatie patiënt past de gedragsverandering sinds geruime tijd toe
Gespreksstijlen bij weerstand: (zie ‘De verpleegkundige als communicator’, blz. 227,
tabel 13.1 Gespreksstijlen bij weerstand)
- Meebewegen je beweegt mee met de ander als je een vertrouwensrelatie tot
stand wilt brengen (in het begin dus voornamelijk), de ander wilt motiveren (o.a.
MI) en als je merkt dat er weerstand is. Meebewegen doe je door LSD (Luisteren,
Samenvatten en Doorvragen), begrip te tonen en complimenten geven.
- Tegenbewegen je beweegt tegen als het om de inhoud gaat, je de ander wilt
aansporen en als je de ander wilt overtuigen van jouw standpunt. Tegenbewegen
doe je door duidelijk te zeggen wat je wilt van de ander, feedback te geven op het
gedrag van de ander (positief of negatief) en door consequenties aan te geven
van het gedrag van de ander.
- Wegbewegen je beweegt weg als de tijd nog niet rijp is, er meer informatie
nodig is, de zaak onhaalbaar is en als je spanning wilt verminderen.
Wegbewegen doe je door bijvoorbeeld te zeggen ‘Laten we dit punt even laten
liggen en er later op terugkomen.’, niet op de ander in te gaan en door letterlijk
weg te gaan.
- Judoën je gaat judoën (contact houden, een opening zoeken om tot een
oplossing te komen, samen een balans bereiken) als gewoon meebewegen niet
helpt, de ander flink in de weerstand zit en als er problemen zijn in de relatie.
Judoën doe je door te bevestigen, te overdrijven, oplossingen af te raden en door
terug te trekken.
2
, Benoem de uitgangspunten voor de communicatie met een psychotische patiënt.
- Belangrijk in de zorg voor mensen met psychische nood is dat het
gesprekscontact kort en concreet is, je praat in korte duidelijke zinnen, je de
patiënt de mogelijkheid geeft om te oriënteren, je vriendelijk bent in je mimiek
maar ook duidelijk, je geen keuzes biedt (wees eenduidig), je niet mee gaat in de
hallucinaties en wanen maar je ontkent ze niet, je reageert op wat je ziet aan de
patiënt, je maakt geen grapjes, je houdt gepaste afstand en je zorgt voor een lage
Expressed Emotion (EE).
Beschrijf de theorie over het voeren van een slechtnieuwsgesprek met de
mantelzorger van een terminale patiënt.
- Voor en tijdens het gesprek:
Voorgesprek met de patiënt uitleggen waarom je aanwezig bent bij het
gesprek later die dag en vragen of de patiënt zou willen nadenken over
vragen na het gesprek.
Voorgesprek arts vragen naar wat de arts aan de patiënt zou willen
vertellen, zodat je alvast een beeld krijgt over hoe de informatie over zal
komen.
Stap 1 Inleidende zin korte inleiding is van belang, omdat patiënten vaak
alleen de informatie van de eerste minuten meekrijgen.
Stap 2 Het slechte nieuws, de diagnose en wat dat voor de patiënt betekent
in begrijpelijke taal uitleggen wat de diagnose is en wat dit zal betekenen
voor de patiënt.
Stap 3 Ruimte geven voor reacties en gevoelens van de patiënt en deze
reflecteren de patiënt de diagnose laten realiseren.
Stap 4 Behandelingsmogelijkheden bij voorkeur hiervoor een tweede
gesprek inplannen om de patiënt alle informatie te laten verwerken.
Stap 5 Samenvatten de patiënt wordt uitgenodigd om een samenvatting te
geven van de verkregen informatie om te kijken of de patiënt het heeft
begrepen.
- Na het gesprek:
Emoties ventileren praten met de patiënt over zijn/haar emoties en
waardoor deze komen.
Evalueren gesprek evalueer het gesprek met de volgende vragen:
o Wat is de diagnose?
o Wat betekent dit voor hem/haar en zijn/haar naasten?
o Wat zijn de behandelingsmogelijkheden?
o Zijn de voordelen en nadelen van de behandelingsmogelijkheden
besproken?
o Wat betekenen de voordelen en nadelen van de behandelingen voor
hem/haar en zijn/haar situatie?
o Heeft u uw zorgen kunnen bespreken met de arts?
o Heeft u nog vragen?
o Zou het helpen om nog eens met de arts hierover te spreken?
Afsluiting samenvatting van het evaluerende gesprek noteren in het dossier
en de patiënt de mogelijkheid geven om dit later een keer door te lezen. Zo
zal de patiënt zich beter gaan realiseren wat er gezegd is.
3
, Beschrijf hoe om te gaan met de emoties van de zorgvrager en hoe daarin de-
escalerend te reageren.
- Luisteren naar wat de zorgvrager te zeggen heeft
- Observeer de zorgvrager
- Ga niet mee in de emoties van de zorgvrager
- Toepassen van gevoelsreflecties
- Vragen naar waarom de patiënt zich zo voelt
- Begrip tonen
- Eigen grenzen aangeven
Themales
Overige begrippen:
- Iatrogenese (iatrogenese) = negatieve effecten van de medische zorg.
Beschrijf het begrip gezondheid.
- Gezondheid is het vermogen om deel te kunnen nemen aan de maatschappij.
bijlage 1 onderwijsonline lesweek 1 WGVR
Beschrijf de begrippen disease, illness en sickness m.b.t. het begrip gezondheid.
- Disease = de ziekte.
- Illness = hoe ziek jij jezelf vindt.
- Sickness = hoe ziek anderen jou vinden.
Benoem welke factoren van invloed kunnen zijn op de gezondheid.
- Intern milieu, extern milieu (fysiek milieu en maatschappelijk milieu), gedrag en
leefstijl, gezondheidszorg.
- Voeding
- Beweging
- Hygiëne
- Sport
- Stress
- Ontspanning
- Voldoende slaap
- Roken
- Drugs
- Alcohol
- Sociale omgeving
- Werkomgeving
- Uv-straling
Benoem de ‘gouden standaard’ (de norm waaraan voldaan moet worden) m.b.t.
gezondheid en gezond gedrag.
- De gouden standaard met betrekking tot gezondheid en gezond gedrag is de
diagnostische methode die de grootste zekerheid geeft over het al dan niet
aanwezig zijn van een aandoening.
4