Sportmarketing samenvatting periode 2 – blok 1
Lesstof:
Boek
Hoofdstuk 4
Hoofdstuk 6
Hoofdstuk 7.2
Kennisclips
Week 1 lesvideo 1
Week 1 lesvideo 2
Week 1 lesvideo 3
Week 2 lesvideo 1
Week 2 lesvideo 2
Week 2 lesvideo 3
Week 3 lesvideo 1
Week 3 lesvideo 2
Week 3 lesvideo 3
Week 4 lesvideo 1
Week 4 lesvideo 2
1
,Kennisclip “Week 1 lesvideo 1”
3 revoluties
1. Industriële revolutie
Eind 19e, begin 20e eeuw
Uitvinding stoommachine
Veel spullen met machines maken in plaats van met de hand. Hierdoor werden
spullen goedkoper en konden meer mensen deze kopen.
Door deze revolutie kwamen organisaties gericht op massaproductie en er ontstonden
fabrieken.
• Gingen zich in steden vestigen
• Hierdoor konden kleine bedrijfjes op het platteland, die met name gericht waren
op het met de hand maken van producten het niet meer opboksen tegen de grote
bedrijven in de stad.
2. Modernisatie
Jaren ’80 en ‘90
Intreden van computers, internet en telecomnetwerken
Afstanden werden overbrugbaar, mensen en organisaties hadden via internet
wereldwijd contact met elkaar.
• Hierdoor veranderde organisaties. Er kwamen ook organisaties bij die puur
gericht waren op de computer en op internet. (voorbeeld: Microsoft)
3. Smart industry
De opkomst van smart divices (elektronisch apparaat dat verbonden is met andere
apparaten via netwerken of draadloze protecollen)
• Smartphones
• Tablets
• Smartwatches
Nieuwe manier van produceren, nieuwe bedrijven, nieuwe businessmodellen en
ontstonden er hele nieuwe sectoren gericht op de smart industry.
4 crises waar we ons nu in bevinden
1. Financiële crisis
Consumenten hadden door een hele lage rente veel geld geleend – meer dan ze zich
konden veroorloven -. De rente ging stijgen, meeste mensen konden er niet meer aan
voldoen – ze konden de lening niet terugbetalen.
Leidde tot gedwongen verkoop van huizen, waardoor de huizenprijzen daalde.
Banken leden grote verliezen. Sommige vielen zelfs om. Het vertrouwen in banken
daalde drastisch.
2. Ecologische crisis
Het gaat niet meer met het milieu en klimaat – we verbruiken te veel.
We moeten anders omgaan met grondstoffen, energie en klimaat.
• Hierdoor nieuwe organisaties of bestaande organisaties die veel milieubewuster
te werk gaan.
3. Sociaal institutionele crisis
Ontstaan door een beweging tegen grote, ouderwetse, bureaucratische organisaties.
Mensen wilde af van die grote, ouderwetse, bureaucratische organisaties. Ze wilde
eigenlijk dat organisaties meer bottem-up georganiseerd zouden worden en minder
hiërarchisch.
• Het moet meer gaan om de menselijke maat. Er wordt gestimuleerd dat
werknemers in hun eigen kracht gaan staan en de eigen collectieve
verantwoordelijkheden krijgen.
4. Corona crisis
Na deze crisis gaat ongeveer 10% van de zaken anders
• Dit geldt na iedere crisis.
Leven in een tijdperk van kanteling
2
, We leven nu in een tijdperk van kanteling omdat er een collectief gevoel is dat er verandering in
de lucht hangt, instabiliteit, chaos. Weinig overzicht, veel verzet, houden zoals het is.
Onzekerheid/angst, weet alleen wat we te verliezen hebben, niet wat er komt. Verandering van
onderop, conflicten tussen bestaande opkomende, nieuwe macht.
Nieuwe economie
Een economie die het welzijn van de mens en het behoud van de natuur centraal stelt in plaats van
geld als doel en als enige maatstaf voor resultaat.
Deze nieuwe economie speelt in op de consumentenbehoeften die veranderd is. Dus meer aandacht
voor duurzaamheid, sociale contacten, gezondheid et cetera.
Deze nieuwe economie ontstaat door de transitie die nu gaande is. De transitie die nu gaande is: De
maatschappelijke- en economische ontwikkelingen gaan door alle crisissen en technologische
vooruitgang sneller dan ooit. Hierdoor is er een transitie met een impact die vergelijkbaar is met die
van de industriële revolutie of modernisatie.
Kenmerk nieuwe economie
Ongekende maten van digitalisering en technologie.
Dit zie je ook terugkomen in trends (robotisering, big data, 3D-printing, cloudcomputing,
nanotechnologie)
Disruptie
Het ontwrichten van bestaande business
Een onderdeel van een transitie, dat betekent eigenlijk een verstoring van het economisch systeem,
een sector, een branche of een verdienmodel en daarachter schuilen een aantal technologieën en
innovaties.
Voorbeeld: In de bouw heb je een hele lange keten. Er is een opdrachtgever, er is een aannemer,
onderaannemer, architect en uitvoerder. Daarna kom jij pas als klant. Dit is van vroeger, nu wil de
klant direct contact hebben. Dat noem je disruptie.
Bedrijven als Uber en AirBnB zorgen voor zo’n disruptie.
Trends en ontwikkelingen externe analyse
- Technologisch (website en app)
- Veranderende consumentenbehoeften (sociale contacten, gezondheid belangrijker)
- Overige zaken uit DESTEP (meetbaar maken van sportprestaties, gamification, big data)
-
3