Thema Rechtsstaat – Anne Holterman
Hoofdstuk 1 – Idee en oorsprong van de rechtsstaat
Totalitaire staat = staat waarin de overheid doordringt tot in het persoonlijke leven van burgers
en alles bepalen over wat ze mogen
Veel wantrouwen en achterdochtigheid
Vaak corrupt
Vaak een politiestaat (= staat waar de sociale, economische en politieke macht door
leiders gehandhaafd wordt met behulp van politie)
§1.1 Wat is een rechtsstaat?
Rechtsstaat = een staat waarin burgers met grondrechten worden beschermd tegen
machtsmisbruik en willekeur van de overheid
De overheid beschermt burgers tegen elkaar en burgers worden tegen de overheid
beschermt
2 soorten rechtstaten
o democratische rechtsstaat: burgers mogen meedoen aan vrije verkiezingen en
dus meebeslissen over politieke kwesties
o sociale rechtsstaat: er zijn wetten en voorzieningen om de welvaar en het welzijn
van de burgers te bevorderen
Voordelen van een rechtsstaat:
Er is sprake van vertrouwen en wederkerigheid
Burgers vertrouwen in een rechtvaardig rechtssysteem en zijn bereid om hier premies voor
sociale voorzieningen voor te betalen
Er is veel sociale vrede en sociale cohesie
bestaat ook tussen staat en burgers -> rechtszekerheid
o de staat verwacht dat de burgers zich aan de wet houden maar de burgers
verwachten dit ook van de staat
§1.2 Hoe is de rechtsstaat ontstaan?
16e eeuw – veel burgeroorlogen tussen Katholieken en protestanten die complete landen, regio’s,
steden en dorpen en families verscheurden
17e eeuw – koningen oefenden een onbegrensde macht uit over de bevolking en de hele
maatschappij, en beriepen zich hierbij op “Gods gratie”
armoede, uitbuiting en scherpe ongelijkheid waren gevolg
18e eeuw – Verlichting (=mensen zetten het geloof aan de kant en gingen logisch nadenken), er
was steeds meer verzet, onder zowel de arme burgers als delen van de adel en de burgerij die niet
boven de politieke belangen van de koning mochten staan
Vanaf de 16e eeuw gingen ondernemende burgers de wereld in, en verzamelden hier een heleboel
nieuw kennis die door de drukpers snel en breed verspreid kon worden.
Burgers kwamen erachter dat oorlogen, armoede en ellende niet vanuit de wil van God
kwamen maar vanuit menselijke heerszucht en hebzucht (=Verlichting)
Burgers begonnen te geloven in de rede (= door het methodisch gebruik van het gezond verstand
kom je overal). En vrijheid was dan wel het wezen van geluk, maar hiervoor moest eerst de
“macht getemd” worden.
,Thema Rechtsstaat – Anne Holterman
Thomas Hobbes (1588-1679), John Locke (1632-1704) en Jean-Jacques Rousseau (1712-
1778)
Mensen worden geboren in vrijheid en gelijkheid maar hier blijft weinig van over door het
‘overlevingsinstinct’ en de strijd om bestaansmiddelen
Zolang er geen regels zijn voor bezittingen blijft deze strijd bestaan:
Sociaal contract (= afspraken om in natuurlijke vrijheid en gelijkheid te kunnen leven)
De staat speelt als ‘scheidsrechter’ -> zij beschermen de veiligheid en eigendommen van
de burgers
Kans op een geweldsmonopolie (= alleen de staat mag geweld gebruiken)
o Oplossing: de staat mocht niet meer bevoegdheden krijgen dan dat de burgers zelf
hadden -> de staat werd meester en knecht tegelijkertijd
o Om te voorkomen dat de staat alsnog de overhand neemt wordt het opgesplitst in
een wetgevende macht, uitvoerende macht en rechtsprekende macht
(=trias politica)
Beginselen van de rechtsstaat:
Alle mensen zijn in vrijheid en gelijkheid geboren en moeten zo ook kunnen samenleven
Soevereiniteits- en democratiebeginsel: de mensen sluiten gezamenlijk een
vredesakkoord (= sociaal contract)
Legaliteitsbeginsel: er is een staat die het sociaal contract tussen mensen kan afdwingen
maar die strikt gebonden is aan de wetten die de partijen zelf hebben opgesteld
Beginsel van de trias politica: de macht van de staat wordt voor de zekerheid verder
begrensd door interne scheiding van de staatsmacht
§1.3 De eerste rechtsstaten
Verenigde Staten
Amerikaanse kolonisten maakten zich los van de Engelse koning
In hun Onafhankelijkheidsverklaring riepen zij hun nieuwe samenleving uit, gebaseerd
op vrijheid en gelijkheid van alle mensen en op het recht van elk individu om zijn eigen
gelik na te streven (The pursuit of happiness)
Bill of Rights: hierin werden grondrechten over de veiligheid en vrijheid van alle burgers
verzameld
Amerikaanse constitutie: de Onafhankelijkheidsverklaring, de grondwet en de Bill of
Rights
Frankrijk
Verklaring van de Rechten van de Mens en Burger: mensen konden hun grondrechten
uitoefenen
Maar er volgde al snel veel chaos met veel staatsgrepen
o Tot Napoleon een staatsgreep deed en een verlichte dictatuur (= de
machthebber houd in zekere mate rekening met de bevolking) vestigde
o Napoleon veroverde grote delen van Europa en verspreidde het idee van de
rechtsstaat, maar toen hij werd verslagen werd de oude machtsverhouding weer
hersteld (tijdelijk)
, Thema Rechtsstaat – Anne Holterman
Hoofdstuk 2 – Grondwet en grondrechten
Preambule =staat vaak vooraf de grondwetten en hierin staan er welke idealen de samenleving
koestert, welke historische fouten ze niet willen herhalen, welke identiteit ze nastreven en op welke
wijze de staat moet worden ingericht om de idealen te realiseren
De grondwet:
Begrenst de macht van de staat en garandeert daarmee de vrijheden van burgers
Legt de fundamentele rechten van burgers vast
Geeft aan hoe de belangrijkste-organen van de staat (koning, ministers, parlement,
rechterlijke macht) in grote lijnen zijn georganiseerd
Drukt de eenheid van de natie uit. Binnen het staatsverband vormen alle burgers ondanks
alle verschillen toch een eenheid
§2.1 Ontstaan van de grondwet
Staatsregeling van de Bataafse Republiek (1789) = dit was de voorloper van de grondwet in
Nederland en hierin werd bepaald dat iedere burger gelijk is voor de wet en onschendbare
grondrechten heeft
Constitutionele monarchie = een koninkrijk met een grondwet
Dit werd Nederland na de val van Napoleon
Er was nog nauwelijks sprake van grondrechten voor burgers, behalve vrijheid van
Godsdienst
In 1848 werd de koning in de grondwet getemd, hij werd buiten het spel van de macht gezet en
de ministers kregen de verantwoordelijkheid voor wetgeving en beleid
De grondwet werd toen ook verder uitgebreid met recht op vereniging en vergadering
Er kon toen ook worden gestemd voor de Tweede Kamer, maar dit was slechts voor mannelijke
burgers die een bepaald bedrag aan belasting betaalden (= censuskiesrecht)
De staat werd vervolgens een nachtwakersstaat (= een staat die zich voornamelijk inzet voor
bewaking van de veiligheid van de burgers en de noodzakelijke voorwaarden realiseert voor
economische groei )
Doordat nog niet iedereen als het ware gelijk was ontstond er een klassenstrijd (= strijd
tussen arm en rijk, tussen arbeid en kapitaal en de vrouwenbeweging)
Door de Tweede Wereldoorlog kwam er een einde aan de grondrechten van burgers, hiermee
verdween ook het recht op veiligheid. Gelukkig kwam de grondwet weer terug na de Tweede
Wereldoorlog maar deze werd pas in 1983 vernieuwd
Nieuwe onderdelen waren onder meer de bescherming van burgers tegen discriminatie en
het recht op sociale zekerheid
§2.2 Wat staat er in de grondwet?
In de grondwet staat klassieke en sociale grondrechten
Vrijheid en gelijkheid vormen het klassieke deel van de grondrechten
o het recht op gelijke behandeling in gelijke gevallen (niemand mag
gediscrimineerd worden)
o de persoonlijke vrijheid wordt op verschillende manieren gewaarborgd (iedereen
heeft de vrijheid om te gaan en staan waar die wil, privacy, onaantastbaarheid van
het lichaam, vrijheid van godsdienst en onderwijs en het recht op eigendom)
o de politieke vrijheid (kiesrecht, vrijheid van meningsuiting en burgers bepalen
zelf -met woorden- hoe zij willen samenleven)
sociale grondrechten gaan over werkgelegenheid, bescherming van werknemers, sociale
zekerheid, volksgezondheid, sociale woningbouw en onderwijs
o de klassieke rechtsstaat werd dus of wel een sociale rechtsstaat ofwel een
verzorgingsstaat