Inleiding in de ontwikkeling van het kind.
Ontwikkelingspsychologie: De wetenschappelijke studie naar patronen van groei,
verandering en stabiliteit bij mensen vanaf conceptie tot aan de ouderdom.
Accent op de jaren tot de volwassenheid
Levenslooppsychologie
Wetenschappelijke benadering
Gericht op menselijke ontwikkeling
Onderzoek naar de ontwikkeling van kinderen in vier centrale thema's:
Fysieke ontwikkeling;
Cognitieve ontwikkeling;
Sociaal-emotionele ontwikkeling;
Persoonlijkheidsontwikkeling.
Fysieke ontwikkeling: Ontwikkeling die betrekking heeft op de fysieke opbouw van het
lichaam.
Hersenen
Zenuwstelsel
Spieren
Zintuigen
Behoefte aan eten, drinken, slapen
Cognitieve ontwikkeling: Ontwikkeling die betrekking heeft op intellectuele vermogens.
Denken
Leren
Geheugen
Probleemoplossing
Sociaal-emotionele ontwikkeling: Ontwikkeling die betrekking heeft op sociale relaties,
interacties met anderen en het omgaan met emoties.
Persoonlijkheidsontwikkeling: Ontwikkeling van duurzame gedragingen en (karakter)
eigenschappen die de ene persoon van de ander onderscheiden.
Cohort: Een groep mensen die rond dezelfde tijd op dezelfde plek geboren zijn.
Belangrijke sociaalhistorische gebeurtenissen zoals oorlog, pandemieën,
economische groei en crisis hebben mogelijk een bepaalde gemeenschappelijke
invloed op de leden van een cohort.
Normatieve gebeurtenissen: Gebeurtenissen die voor de meeste individuen binnen een
groep op dezelfde manier voltrekken.
Historisch
Leeftijdsgebonden
Sociaal-cultureel
,Cohorteffecten: Invloeden van cohorten op de ontwikkeling.
Historisch bepaalde invloeden: Omgevingsinvloeden en biologische invloeden die
verbonden zijn aan een specifiek historisch moment.
Leeftijdsgebonden invloeden: Biologische- en omgevingsinvloeden die gelijk zijn voor
mensen in een bepaalde leeftijdsgroep, ongeacht waar en wanneer ze opgroeien.
Puberteit
Leerplichtig (Nederland)
Sociale culturele invloeden:
Etnische afkomst
Sociale klasse
Lidmaatschap van een subcultuur
Niet-normatieve gebeurtenissen: Specifieke gebeurtenissen die plaatsvinden in het leven
van een bepaald persoon, terwijl de meeste mensen hier niet mee te maken krijgt.
Continue verandering: Geleidelijke ontwikkeling en de prestaties vloeien voort uit
voorgaande prestaties.
Kwantitatief: Hoeveelheid
Bv: Kinderen worden langer, verwerken meer in hun denken
Discontinue verandering: Ontwikkeling die in aparte stappen of stadia plaatsvindt.
Elk stadium levert gedrag op dat kwalitatief anders is dan gedrag in eerdere stadia
Verloopt in sprongetjes
Bv: Zindelijkheid
Kritieke periode: Een specifieke tijdsspanne in de ontwikkeling waarin een bepaalde
gebeurtenis de grootste en zelfs onomkeerbare gevolgen heeft.
Stimuli: Veranderingen in de uitwendige of inwendige omgeving waarop een organisme
reageert.
Prikkels
Plasticiteit: De mate waarin een zich ontwikkelend gedragspatroon of fysieke structuur
veranderbaar is.
Gevoelige periode: Een afgebakende tijdsspanne, meestal vroeg in het leven, waarin
mensen extra gevoelig zijn voor bepaalde omgevingsinvloeden en sterk ontvankelijk zijn
voor het leren van specifieke vaardigheden.
Latere ervaringen kunnen tekorten weer opheffen.
Nature-nurture debat: De discussie over de oorsprong van ons gedrag en onze
eigenschappen.
In hoeverre komen deze voort uit onze aanleg?
, In hoeverre komen deze voort uit onze opvoeding en leefomgeving?
Maturatie: Het proces van het zich geleidelijk ontvouwen van voorbestemde genetische
informatie.
Nature: Eigenschappen, vermogens en capaciteiten die mensen van hun ouders
erven.
Bepaalt welke kleur ogen we krijgen, wel of geen haardos krijgen, aanleg hebben
voor atletiek.
Maakt ontwikkeling van de hersenen mogelijk.
Nurture: Omgevingsinvloeden die ons gedrag bepalen.
Biologisch: Middelen gebruik en hoeveelheid eten van de zwangere vrouw.
Sociaal: Opvoeding, invloed van leeftijdsgenoten.
Bio psychosociale verklaringen: De verschillende biologische, psychische en sociale factoren
elkaar wederzijds beïnvloeden.
Epigenetica: Studie van effecten van omgevingsinvloeden en ervaringen op de uiting van
onze genen.
Theoretische perspectieven en onderzoek
Theorie: Verklaring of voorspelling ten aanzien van een verschijnsel, die een raamwerk biedt
om de relaties tussen een reeks feiten of principes te begrijpen.
Psychodynamisch perspectief: Benadering binnen de psychologie die ervan uitgaat dat
gedrag gemotiveerd wordt door innerlijke krachten, herinneringen en conflicten, waarvan
een persoon zich nauwelijks bewust is en waarover hij weinig controle heeft.
Innerlijke kracht hebben hun oorsprong van de kindertijd.
Psychoanalytische theorie: Theorie die ervan uitgaat dat onbewuste krachten bepalend zijn
voor iemands persoonlijkheid en gedrag.
Onbewuste: Kinderlijke wensen, verlangens en behoeften.
ID: Primitieve, ongeorganiseerde, aangeboren deel van de persoonlijkheid dat opereert
vanuit het genotsprincipe.
Honger, seks, agressie, irrationele impulsen.
Genotsprincipe: Zoveel mogelijk bevrediging met zo weinig mogelijk spanning
ervaren.
Ego: Het rationele en redelijke deel van de persoonlijkheid, dat opereert vanuit het
realiteitsprincipe.
Vormt buffer tussen de echte wereld om ons heen en de primitieve rol.
Realiteitsprincipe: Houdt de instinctieve energie in toom om de veiligheid van de
persoon te bewaren en hem te helpen integreren in de samenleving.
, Superego: Het aspect van de persoonlijkheid dat iemands geweten vertegenwoordigt en het
onderscheidt maakt tussen goed en kwaad.
Ontwikkelt rond 5/6 jaar (volgens Freud).
Psychoseksuele ontwikkeling: Vijf fasen die kinderen doorlopen, waarin genot of
bevrediging telkens gericht is op een andere biologische functie en een ander deel van het
lichaam.
Volgens Freud.
Orale fase, anale fase, fallische fase, latente fase, genitale fase.
Fixatie: Gedrag dat in een andere ontwikkelingsfase is blijven steken als gevolg van een
onopgelost conflict.
Psychosociale ontwikkeling: De veranderingen in onze interacties met anderen en in hoe we
aankijken tegen het gedrag van anderen en tegen onszelf als leden van de maatschappij.
Theorie van Erik Erikson.
In elk stadium is er sprake van een conflict die we moeten oplossen.
Groei en verandering gaat het hele leven door.
Stadia:
Vertrouwen vs. Wantrouwen;
Autonomie vs. Schaamte en twijfel;
Initiatief vs. Schuld;
Ijver vs. Minderwaardigheid;
Identiteit vs. Identiteitsverwarring;
Intimiteit vs. Isolement;
Generative vs. Stagnatie;
Ego-integriteit vs. Wanhoop.
Behavioristisch perspectief: Benadering binnen de psychologie die ervan uitgaat dat je moet
kijken naar waarneembaar gedrag en externe stimuli in de omgeving om de ontwikkeling
van een individu te begrijpen.
Exogeen: Bestuderen van de mens van buitenaf.
Stimuli: De effecten van mensen, voorwerpen en gebeurtenissen op gedrag.
Nurture belangrijker dan nature.
Ontwikkeling zien als kwantitatief en niet kwalitatief.
Ontwikkelingspatronen zijn persoonlijk en worden gespiegeld vanuit een bepaalde
combinatie omgevingsstimuli.
Stimulus-respons leren: Vormen van leren die we kunnen beschrijven in termen van
stimuli en responsen, zoals klassieke en operante conditioneren.
Klassieke conditionering: Een vorm van leren waarbij een organisme op een bepaalde
manier leert reageren op een neutrale stimulus die dat type respons normaal niet uitlokt.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper xxmelany. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.