Hierbij mijn samenvatting van Organisatiekunde 1, met daarin alle literatuur van Douma (hoofdstuk 6 tot en met 8) en extra literatuur van de hoorcolleges.
Fusie: het samengaan van twee ongeveer gelijkwaardige ondernemingen. Beide bedrijven
verliezen hun zelfstandigheid en gaan op in 1 bedrijf.
Horizontale fusie: een fusie tussen twee ondernemingen uit dezelfde bedrijfstak. Dit kan het
verminderen van de felheid van de concurrentie tot gevolg hebben en/of verkrijgen van een
concurrentieel voordeel.
Voordat een fusie kan doorgaan, is er toestemming van de mededingsautoriteiten nodig. Dit
omdat bij een horizontale fusie de concentratiegraad van de bedrijfstak toeneemt, dit kan ervoor
zorgen dat de concurrentie minder fel wordt.
Overname: als een onderneming het volledige eigendom van een andere (meestal kleinere)
onderneming verwerft. In dit geval verliest het overgenomen bedrijf zijn zelfstandigheid.
Verticale overname: als een bedrijf een van zijn toeleveranciers of een van zijn afnemers
overneemt (minder succesvol dan horizontale).
Belangrijkste doelen van een fusie of overname:
- Het verkrijgen van schaalvoordelen en/of het realiseren van economies of scope:
synergievoordelen.
- Verminderen van felheid van concurrentie
6.2 Strategische allianties
Als twee bedrijven met elkaar gaan samenwerken door middel van een fusie of een overname
resulteert dit in 1 bedrijf. Kan ook samenwerken door op een of meer deelterreinen een expliciet
samenwerkingsverband aan te gaan, terwijl zij op andere gebieden ieder de controle behouden
over hun eigen bedrijfsactiviteiten.
Strategische alliantie: Beide bedrijven blijven dan als zelfstandige bedrijven bestaan, maar gaan
op een of meer deelterreinen een expliciet, schriftelijk vastgelegd, samenwerkingsverband aan.
Omschrijving Voorbeelden
Allianties op basis van aandelenparticipaties - Joint ventures
- Kruisparticipatie
- Minderheidsparticipatie
Permanente samenwerkingsverbanden, - Franchising
waarbij zeer veel ondernemingen betrokken - Inkoopverenigingen
kunnen zijn, zonder aandelenparticipaties - Gezamenlijke kwaliteitslabel
- Systeemintegratie
Permanente samenwerkingsverbanden - Licentieverlening
tussen twee ondernemingen, zonder
aandelenparticipaties
Tijdelijke samenwerking (voor duur van een - Consortia
project), zonder aandelenparticipaties - Samenwerking bij productontwikkeling
In de praktijk worden verschillende allianties ook wel tegelijkertijd toegepast.
Verschillende soorten allianties:
- Bij een joint venture tussen twee bedrijven bezitten beide bedrijven een deel van de
aandelen van een derde bedrijf. Meestal bezitten ieder 50% van de aandelen in het derde
bedrijf. Er ontstaat hierbij een nieuw (derde) bedrijf.
Twee bedrijven kunnen ook met elkaar samenwerken door ieder voor een deel (bijv. 50%)
deel te nemen in een reeds bestaand bedrijf.
Deze worden in principe aangegaan voor onbepaalde tijd, want soms kan je ook
afspreken dat de een de ander uiteindelijk zal uitkopen.
1
, - Kruisparticipatie: ondernemingen kunne ook met elkaar gaan samenwerken door in
elkaars aandelenkapitaal te gaan participeren. Daardoor krijgen beide ondernemingen
een zeker belang bij goede resultaten van de andere onderneming. Helpen wordt
gestimuleerd.
- Minderheidsparticipatie: ondernemingen kunnen ook een samenwerkingsverband
aangaan doordat de ene onderneming een minderheidsbelang verwerft in de andere
onderneming. Wordt vaak genomen met het oog po een langdurige samenwerking.
Hierbij kan er ook sprake zijn van een verticale alliantie: in verschillende bedrijfstakken
een samenwerking aangaan.
- Franchising is een vorm van samenwerking waarbij meerdere ondernemingen zijn
betrokken: één franchisor (de franchisegever) en meerdere franchisees (de
franchisenemer). Bedrijfstakken hebben met elkaar gemeen dat er sprake i van een
lokale dienstverleningen aan consumenten, waarbij gebruik van merknamen en een aan
die merkmaan gekoppelde ‘formule’ grote voordelen biedt.
- Inkoopvereniging: in sommige sectoren van de detailhandel weken ondernemingen met
elkaar samen op het gebied van inkoop. Meestal kleine ondernemingen, die sterker staan
tegenover de leveranciers met andere ondernemingen. Een inkoopvereniging heeft
meestal een eigen bureau. De aangesloten ondernemers kunnen onder dezelfde
‘formule’ (dus met dezelfde merknaam, winkelinrichting en assortiment) gaan werken.
- Gezamenlijke kwaliteitslabel: ondernemingen kunnen ook behoefte hebben aan een
gezamenlijke kwaliteitslabel zonder dat zij op andere gebieden samenwerken. Zij kunnen
dat doen door het oprichting van een verenging, waarbij alleen leden van die vereniging
het logo van de vereniging mogen gebruiken.
- Systeemintegratie: ondernemingen kunnen ook met elkaar samenwerken door bepaalde
systemen op elkaar af te stemmen of zelf te integreren. Daarbij kan worden gedacht aan
automatiseringssystemen, maar ook aan andere systemen. Franchising gaat hier vaak
samen mee (bijvoorbeeld bij reserveringen voor verschillende hotels, die gaan via
dezelfde reserveringsketen).
- Licentieverlening: ondernemingen kunnen op technologisch gebied met elkaar
samenwerken door het verlenen van licenties. Vaak gebeurt dat doordat een
onderneming een licentie verleent aan een buitenlandse onderneming voor een markt
waarop de licentiegever zelf niet actief is.
- Consortia: een consortium is een groep van ondernemingen die voor de duur van een
bepaald project met elkaar gaan samenwerken. Consortia komen onder meer voor in de
bouw.
- Samenwerking bij productontwikkeling: ondernemingen kunnen ook met elkaar
samenwerken in een bepaald ontwikkelingsproject. Vooral bij het ontwikkelen van nieuwe
producten die erg veel geld kosten. Dit kan zowel horizontaal (twee ondernemingen uit
dezelfde bedrijfstak) als verticaal (een fabrikant met een van zijn toeleveranciers) zijn. In
het laatste geval: verticale technologische samenwerking: co-makership.
Motieven voor het vormen van strategische allianties
- Motieven van offensieve aard: hebben te maken met het betreden van nieuwe markten,
nieuwe geografische markten of nieuwe productmarkten.
- Motieven van defensieve aard: heeft als doel het beschermen van een bestaande
marktpositie.
Heel vaak is een strategische alliantie een alternatief voor een fusie of overname als zo’n fusie of
overname om de een of andere reden niet of nog niet mogelijk is. Het nemen van een
minderheidsbelang wordt vaak gezien als een eerste stap op we naar een volledige fusie of
overname, dit zijn duidelijk offensieve motieven.
Stabiliteit van strategische alliantie
Bij strategische allianties is er vaak ruimte voor opportunistisch gedrag van een of meer partijen.
Partnerkeuze: de partners moeten elkaar iets te bieden hebben wat aansluit bij hun wensen,
zonder dat bij voorbaat de gevaren van samenwerking overheersen, dus enerzijds moet de
2
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper mroosje13. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.