Dit document omvat de aantekeningen van alle hoorcolleges en een kennisclip die zijn voorgeschreven als stof voor het vak Strafprocesrecht aan de Universiteit Utrecht.
Hoorcollege week 1: recapitulatie & het begin van een
strafzaak
1. Recapitulatie ‘inleiding strafrecht’
Het strafprocesrecht bepaalt hoe en door wie wordt onderzocht of strafbare feiten zijn begaan of
worden beraamd of gepleegd en door wie en naar welke maatstaven daarover en over de daaraan te
verbinden strafrechtelijke sancties wordt beslist.
Hoofddoel is de juiste toepassing van het materiële strafrecht op daders mogelijk te maken. Het
uitgangspunt van strafprocesrecht is het verkrijgen van een rechterlijke beslissing.
Nevendoelen strafprocesrecht:
Speciale en generale preventie
Voorkomen van eigenrichting
Kanaliseren van maatschappelijke onrust
Genoegdoening aan het slachtoffer
Deelnemers aan het strafproces:
Vooronderzoek: opsporingsonderzoek
- Opsporingsambtenaren
- Verdachte en raadsman/-vrouw
- Hulpofficier van justitie
- Officier van justitie
- Rechter-commissaris
- Raadkamer Rechtbank
Eindonderzoek: eerste aanleg
- Verdachte en raadsman/-vrouw
- Slachtoffer
- Officier van justitie
- Rechtbank
- Getuigen
- Deskundigen
,Uitgangspunten en beginselen:
Strafvorderlijk legaliteitsbeginsel
Opportuniteitsbeginsel
Waarborgen positie verdediging (verdachte en raadsman)
Onschuldpresumptie
Beginselen van een goede procesorde
- Proportionaliteit
- Subsidiariteit
Onafhankelijke en onpartijdige rechter
Begin van een strafzaak:
Strafbaar feit komt ter kennis van politie/justitie
- Aangifte
- Meldingen van burgers (HR Aanslag Hoog Catharijne)
- Eigen waarneming politie
- Gericht opsporingsonderzoek
- Bij uitoefenen bevoegdheden
De politie verricht onderzoek, opsporing start of gaat door
- Dwangmiddelen en opsporingsbevoegdheden worden aangewend
- Dossier wordt samengesteld
- OvJ moet beslissen over wijze van afdoening
- Of niet: ‘politiesepot’
Verdachte (art. 27 Sv):
Materieel criterium: degene te wiens aanzien een redelijk vermoeden van schuld aan een
strafbaar feit voortvloeit uit feiten of omstandigheden (lid 1)
- Individualiseerbaarheid: persoon
- Concretiseerbaarheid: feiten en omstandigheden
- Objectiveerbaarheid: redelijk vermoeden van schuld aan strafbaar feit
Formeel criterium: degene tegen wie de vervolging is gericht (lid 2)
Dit is van belang omdat dit de deur opent naar het gebruik van ingrijpende opsporingsbevoegdheden
en dwangmiddelen. Daarnaast heeft de verdachte recht op rechtsbescherming.
2. Begin van opsporing, gebruik dwangmiddelen
Soorten dwangmiddelen:
Met betrekking tot personen (vrijheidsbeperkend of vrijheidsbenemend), voorwerpen of
plaatsen
Steunbevoegdheden
Instrumentaliteit: dwangmiddelen verschaffen autoriteiten instrumentarium om strafbare feiten op
te lossen, maar dat gaat ten koste van fundamentele grondrechten van burgers.
Rechtsbescherming: burgers moeten beschermd worden tegen misbruik en willekeur door de
overheid (legaliteitsbeginsel).
Structuur van dwangmiddelen (beoordeling gebruik dwangmiddelen):
Wie? De bevoegde autoriteit
Wat? De handeling
Wanneer? De voorwaarden
Tegen wie? De verdachte of anderen
, Waartoe? Het doel van de bevoegdheid
2.1 De aanhouding
Criteria Op heterdaad: 53 Sv Buiten heterdaad: 54 Sv
Handeling (wat?) Aanhouden Aanhouden
Doel (waartoe?) Voorgeleiden aan hulp-OvJ of OvJ (plaats Voorgeleiden aan hulp-OvJ of OvJ
van verhoor)
Bevoegde autoriteit (wie?) Iedereen Getrapt systeem:
1. Iedere opsporingsambtenaar op bevel
van de OvJ (lid 1)
2. Iedere opsporingsambtenaar op bevel
van de hulp-OvJ (lid 3)
3. Iedere opsporingsambtenaar zonder
bevel van OvJ of hulp-OvJ (lid 4)
Tegen wie? Verdachte Verdachte
Buitenwettelijke Proportionaliteit en subsidiariteit Proportionaliteit en subsidiariteit (beginselen
criteria (beginselen van behoorlijk procesrecht) van behoorlijk procesrecht)
2.2 Binnentreden in een woning
Wat: een woning betreden (een bijzondere plaats)
Wie: afhankelijk van het doel
Doorzoeking ter inbeslagneming: rechter-commissaris (art. 110 Sv)
Doorzoeking ter inbeslagneming met spoed: OvJ (art. 97 Sv)
Ter inbeslagneming: opsporingsambtenaar (art. 96 Sv)
Ter aanhouding van de verdachte: opsporingsambtenaar (art 55 en 55a Sv)
Wanneer: afhankelijk van het doel
Verdenking
Feit waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten
Heterdaadsituatie
Tegen wie: niet altijd tegen persoon/verdachte
Er is een speciale wet voor binnentreden (Algemene wet op het binnentreden). Daarin staat ook wie
de bevoegdheid heeft tot machtiging.
2.3 Betreden, zoekend rondkijken, bevriezen, doorzoeken, voortgezette
toepassing
Betreden is een steunbevoegdheid
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lies2642. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.