Hoofdvraag:
Hoe kunnen de endogene processen die samenhangen met de platentektoniek, worden
verklaard?
§1.1
Actualiteitsbeginsel = Principe waarbij ervan uitgegaan wordt dat natuurprocessen in het
verleden en het heden op dezelfde manier verlopen.
2 belangrijke eigenschappen van de aarde:
- Vloeibaar water op het aardoppervlak
- De inwendige gelaagd baarheid
Chemische samenstelling = uit welke materialen de schillen bestaan
→ Inslagen van meteorieten zorgden voor veel warmte → dit hoopte zich op in de
aarde → zware elementen zakten naar de diepte →
Opbouw van de aarde:
Binnenste van de aarde is de aardkern, die bestaat voornamelijk uit ijzer.
→ Temperatuur: tussen 5000 en 6000 graden
Daarna komt de aardmantel → bestaat uit magnesium en ijzer ( tussen 1800 en
2800 graden )
Buitenste laag is de aardkorst, twee verschillende vormen:
- Continentale korst, onder de continenten ( 30 tot 70 km ) = licht gesteente, graniet
- Oceanische korst, onder de oceanen ( vanaf 7 km ) = zwaar gesteente, basalt
( fijnkorrelig, zwart )
Fysische eigenschappen = de hardheid van de schillen
Lithosfeer = harde, vaste buitenlaag van de aarde
→ onder de oceanen is lithosfeer dunner dan
onder de continenten
Asthenosfeer = zachtere, vrij plastische laag in de
aardmantel.
→ ligt onder de lithosfeer
Aarde krijgt warmte van inwendige en uitwendige
bronnen:
Inwendig = ontstaan uit hete nevel gassen,
radioactiviteit van sommige gesteenten
Uitwendig = de zon
1
,§1.2
Gesteente = opgebouwd uit een mengsel van mineralen en/of organische stoffen
die in de natuur voorkomen. → basisbestanddelen
Mineraal = een verbinding die in de natuur voorkomt en bepaalde chemische eigenschappen
heeft, elk mineraal heeft zijn eigen kristalvorm. Voor de vorming is veel tijd nodig.
Organische stoffen = ontstaan uit levende organismen
3 groepen gesteenten, op basis van hun ontstaanswijze:
Stollingsgesteenten → ontstaan door afkoeling en stolling van magma.
- Dieptegesteente = ontstaat als het vloeibare magma ver onder de
aardkorst heel langzaam stolt. → graniet ( kristallen goed zichtbaar )
- Uitvloeiingsgesteenten = ontstaat als het hete magma bij een
vulkaanuitbarsting als lava uit de krater over de hellingen van een vulkaan
stroomt. → basalt ( kristallen niet zichtbaar )
Sedimentgesteenten → ontstaan wanneer afzettingen van zand en klei in lagen
worden neergelegd en samengeperst.
- Klastische sedimenten = zand en klei worden gesedimenteerd tot dikke lagen, door
de druk van bovenliggende lagen worden de lagen samengeperst tot een hard
gesteente. ( zandsteen )
- Organische sedimenten = ontstaan door ophoping van organisch materiaal. Door de
druk van bovenliggende lagen wordt kalk kalksteen.
Metamorfe ( van vorm veranderd ) gesteenten → ontstaan wanneer een gesteente
langere tijd onder invloed van hoge druk en hoge temperatuur staat. De
samenstelling van het gesteente is veranderd.
- Processen vinden diep in de aardkorst plaats of bij gebergtevorming
- Kalksteen wordt marmer
- Schalie of kleisteen wordt leisteen
Kalkafzettingen ontstaan in zeewater
Gesteentekringloop = kringloop van de opbouw en de afbraak van gesteente op aarde.
§1.3
Leeftijd van de aarde kon bepaald worden door deze conclusies:
- Het principe van superpositie = als lagen sedimenten op elkaar liggen, is de
onderliggende laag ouder dan de bovenliggende laag.
- !!!!!!!! Alle sedimenten worden in horizontale beddingen afgezet. Als de lagen
geplooid zijn, weet je dat ze door druk zijn vervormd, nadat ze eerst horizontaal zijn
neergelegd.
2
, Geologische tijdschaal = Indeling van de geschiedenis van de aarde in
geologische tijdperken.
Afrika en Amerika moeten aan elkaar hebben vastgezeten, want:
- De flora en fauna vertonen veel overeenkomsten
- De gesteenten sluiten op elkaar aan
- Duitse meteoroloog wegener
Paleomagnetisme = met deze methode kan de richting van het
aardmagnetische veld in oude gesteenteformaties worden vastgesteld.
Mid-oceanische rug = onderzeese gebergteketen die is ontstaan
doordat mantelmateriaal bij een divergente breukzone aan de
oppervlakte komt en een bergrug heeft gevormd.
Platentektoniek = processen waarbij platen bewegen, ontstaan en
verdwijnen.
Beweging van platen wordt aangedreven door de inwendige hitte van
de aarde.
Convectie stroom = stroming van vloeibaar en plastisch gesteente die
in de mantel opwelt, onder de lithosfeer afkoelt, zijdelings wegstroomt
en uiteindelijk weer daalt.
Convectiestromen in de aardkorst
§1.4
Aardbeving = trilling van de aarde als gevolg van het plotseling verschuiven van stukken van
de aardkorst of van de eronder liggende mantel.
→ de plaats van de beving in de aardkorst of de aardmantel = hypocentrum
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper rosalielam. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,49. Je zit daarna nergens aan vast.