1.Noem drie redenen waarom je muziekonderwijs op de basisschool zou moeten geven (10.1)
2.Welke drie stromingen kent het muziekonderwijs en geef kort aan wat dit inhoudt (10.2 en volgende)
3.Waarom past een behavioristische benadering bij het geven van muziekonderwijs en bij welk onderdeel is
dit het meest geschikt? (10.3)
4.Welke vier fasen kent de Russische leerpsychologie van Vygotski en wat betekent dit voor het
muziekonderwijs (10.3.1)
5.Welke vier fasen onderscheiden Swanwick en Tillman (met korte toelichting)? (10.3.2)
6.Welke drie concepten kent het muziekonderwijs en geef in enkele zinnen weer wat dit inhoudt. (10.4 en
volgende)
7.Welke niet-muzikale competenties worden bevorderd door muziekonderwijs op de basisschool? (licht kort
toe) (10.5 en volgende)
8.Welke vier fasen in het creatief proces onderscheiden we? (10.6.2)
9.Wat moeten kinderen leren om goed te kunnen functioneren in de samenleving van de 21ste eeuw en licht
ieder aspect kort toe? (10.6.3)
Kamer 1
1.Noem drie redenen waarom je muziekonderwijs op de basisschool zou moeten geven (10.1)
- Het is belangrijk om de muzikale ontwikkeling van alle kinderen te stimuleren zodat ze de muziek een
plaats kunnen geven in hun leven, luisterend, daansend, zingend of spelend.
- Muziek is een kunst en woorden die iets zeggen over kunstgehalte van muziek zijn: magie, het onbewuste,
fantasie, gevoel.
-Ook een bijdrage aan een niet muziekale kanten van kinderen zoals, sociale, emotionele, cognitive, creatieve
en motorische ontwikkeling.
2.Welke drie stromingen kent het muziekonderwijs en geef kort aan wat dit inhoudt (10.2 en volgende)
- Vakgerichte stroming
Hierin ligt de focus op de muzikale inhouden en de ontwikkeling van de muzikale vaardigheden
- Kindgerichte stroming
Gaat om de brede ontwikkeling van kinderen.
- Culturele stroming
Is de functie muziek vervult in de maatschappij het uitgangspunt.
3.Waarom past een behavioristische benadering bij het geven van muziekonderwijs en bij welk
onderdeel is dit het meest geschikt? (10.3)
omdat het vooral gaat om vaardigheden. het is het meest geschikt voor het aanleren van automatiseren en
motorische vaardigheden
4.Welke vier fasen kent de Russische leerpsychologie van Vygotski en wat betekent dit voor het
muziekonderwijs (10.3.1)
1. de orientatiefase
2. de fase van het materieel handelen
3. verbaal handelen
4. mentaal handelen
zo kun je het leerproces van kinderen optimaal aansturen
5.Welke vier fasen onderscheiden Swanwick en Tillman (met korte toelichting)? (10.3.2)
1. Oriënteringsfase
Oriënteren op onderwerp
2. Materiaal handelen
, In alle domeinen (zingen, luisteren, maken, bewegen, vastleggen) zelfstandig of onder begeleiding werken
3. Verbaal handelen
Verwoorden wat ze hebben ontdekt
4. Mentaal handelen
Stappen in denkproces overslaan, niet meer hoeven verwoorden, al opgenomen in denkkader.
6.Welke drie concepten kent het muziekonderwijs en geef in enkele zinnen weer wat dit inhoudt. (10.4
en volgende)
1. Authentieke kunsteducatie
Relatie tussen leerling en hun alledaagse kunstbeoefening en kunstbeleving staat centraal. Projecten. Zelf
actief op zoek naar informatie. De leerkracht begeleidt de kinderen en reflecteert op hun handelen.
2. Coöperatief leren
Sociaal proces, dialoog, leren van elkaar. Benutten elkaars energie en muzikale mogelijkheden. "Eigenaar"
van het proces en het muzikale product.
3. Ontwikkelingsgericht muziekonderwijs
Kind centraal. OGO. Spelactiviteiten, Constructieve en beeldende activiteiten, gespreksactiviteiten, lees-
schrijfactiviteiten en reken-wiskundeactiviteiten. Afwisselen klassikale momenten, individueel werk en
groepswerk.
7.Welke niet-muzikale competenties worden bevorderd door muziekonderwijs op de basisschool? (licht
kort toe) (10.5 en volgende)
Cognintieve, sociaal-emotionele, zintuigelijke, motorische en creatieve competenties
8.Welke vier fasen in het creatief proces onderscheiden we? (10.6.2)
-Oriëntatie
-Onderzoek
-Uitvoeren
-Evalueren
9.Wat moeten kinderen leren om goed te kunnen functioneren in de samenleving van de 21ste eeuw en
licht ieder aspect kort toe? (10.6.3)
- creativiteit
- kritisch denken
- probleemoplosvaardigheden
- comminuceren
- samenwerken
- digitale gelleterdheid
- sociale en culturele vaardigheden
- zelfregulering
1.Noem drie redenen waarom je muziekonderwijs op de basisschool zou moeten geven (10.1)
- muzikale ontwikkeling van alle kinderen stimuleren, zodat ze de plaats kunnen geven in hun leven,
luisterend, dansend, zingend of spelend.
- belangrijke plaats binnen kunst en cultuur.
- geeft een bijdrage aan niet-muzikale kanten van kinderen, zoals de sociale, emotionele, cognitieve,
creatieve en motorische ontwikkeling + sfeer in de klas.
2.Welke drie stromingen kent het muziekonderwijs en geef kort aan wat dit inhoudt (10.2 en volgende)
- vakgerichte stroming
- kindgerichte stroming
- culturele stroming