Samenvatting Nederlands 2.4
Jeugdliteratuur
Colleges
Geschiedenis van jeugdliteratuur
Middeleeuwen
- God is belangrijk in teksten
- Kinderen en jongeren worden beschouwd als volwassenen in zakformaat.
- Onderwijs komt op gang
- Er worden veel verhalen verteld (ridders)
- Overgang van luisteren naar lezen
- abc-boekjes (alfabet)
Eind 15e eeuw tot halverwege 18e eeuw
- De mens komt steeds meer centraal te staan. (Humanisme/renaissance)
- Uitvinding van de boekdrukkunst > meer verhalen in de volkstaal.
- Boeken van volwassenen in handen van kinderen > om te leren (voorbereiding
huwelijk/godsdienstige thema's)
- Godsdienstboeken binnen school (met prenten)
Circa 1750 – 1800
- Verlichting
- Het kind staat centraal > Scholing neemt toe
- 'Echte' kinderboeken ontstaan
- Sterke pedagogische of morele beïnvloeding
- Het plezier in lezen staat voorop
(Sprookjes, moralistische verhalen en prentenboeken)
Romantiek
- De rede, maar ook het gevoel is van belang.
- Er moest iets geleerd worden.
- Een boodschap wordt verpakt in een ontroerend verhaal.
- Verhalen gaan over sociale ellende, over een andere tijd, vooroordelen en stereotypen.
- De eerste jeugdtijdschriften en kinderliedjes
- De toon van boeken veranderde, van streng naar meelevend en vriendelijk.
- Naast moralistische verhalen ook realistische verhalen (dronken vaders, problemen in het
gezin...)
Circa 1900- 1950
- De Eerste Wereldoorlog en industrialisatie
- De kinderlijke natuur krijgt de aandacht.
- Kinderen moesten zo lang mogelijk kind blijven.
- Er werd vooral gelezen voor ontspanning.
,- Er is een natuurlijke beschrijving van kinderen. Kinderen kunnen ook ondeugend, boos of
gemeen zijn. De karakters maken geen ontwikkeling door.
- Er komen series voor jongens en meisjes.
(avonturenseries, huiselijk realisme> Jip en Janneke..)
1950 – 1980
- Na de Tweede Wereldoorlog > wederopbouw en democratisering. Er is maatschappelijke
kritiek, ook in kinderboeken.
- Gelijkwaardigheid van kinderen en volwassenen
- Er zijn geen taboes (Seks, scheiding…)
- Humor en fantasie zijn belangrijk
- Diepgang karakters, de karakters maken een (psychologische) ontwikkeling door.
(Oorlogsboeken, humoristische verhalen, thrillers, fantasy en griezelverhalen)
Eind 20e – begin 21e eeuw
- Globalisering en internet
- literair kinderboek, er komt aandacht voor vorm, taalgebruik, compositie, stijl,
vertelperspectieven en poëtische kenmerken.
- Volwassenen bepalen wat goede kinderboeken zijn.
- Fantasy (Harry Potter)
- Informatieboeken veranderen in opzet.
- In poëzie wordt rijm losgelaten.
- Graphic novel (Geronimo Stilton)
(Literaire fictie, poëzie, graphic novels, literaire non-fictie)
Ontwikkelingsfasen lezen
Fase 1 (0 tot 4 jaar)
- Kennismaken met boeken
- Ontwikkelen leesmotivatie
Fase 2 (4 tot 8 jaar)
- Taalontwikkeling
- Leren lezen
Fase 3 (9 tot 12 jaar)
- Cognitieve ontwikkeling
- Sociaal- emotionele ontwikkeling
- Literaire competities (Het vermogen om literatuur te lezen, te begrijpen en te waarderen)
, Boek
Basisfuncties van Jeugdliteratuur
- ontspannende functie
- creatieve functie (fantasie stimuleren)
- emotionele functie (identificeren met een personage)
- informatieve functie (nieuwsgierigheid)
- Opvoedende functie (helpen kinderen om een bepaald standpunt in te nemen over
normen en waarden van de maatschappij waarin ze leven)
- Esthetische functie (Mooie prenten of de manier van beschrijven)
Het beoordelen van kinderboeken
Literaire criteria
Letten op de manier waarop een verhaal geschreven is. Je let daarbij op het taalgebruik, de
beeldende beschrijving of realistische dialogen. De tekst staat centraal.
Pedagogische criteria
Je kijkt of een boek de ontwikkeling van een kind stimuleert. Sluit het boek aan op het
ontwikkelingsniveau van het kind? Het is een hulpmiddel voor de opvoeding.
Ideologische criteria
Je let op de normen, waarden en de beelden. De maatschappij en de manier waarop
kinderen daarin functioneren staat centraal.