Hoofdstuk 1 De Nederlandse verzorgingsstaat.
Nederland is een verzorgingsstaat, dit is niet uniek want in meerdere landen hebben zich
verzorgingsstaten ontwikkeld.
1.1 de verzorgingsstaat gedefinieerd.
Als we sociale zekerheid begrijpen als een vorm van herverdeling van inkomen, dan
worden een progressief belastingstelsel en ook de aftrek van hypotheekrente dit is
allemaal een onderdeel van de verzorgingsstaat.
Wat opvallend is aan een definitie van de verzorgingsstaat zijn de begrippen: democratie
en kapitalisme ( hoort bij West-Europese verzorgingsstaat), is ook een weerspiegeling
van de Koude Oorlog ( jaren 60).
In de verzorgingsstaat gaat het om structurele overheidsbemoeienis om voor iedereen
welzijn te garanderen. Eind van de 21ste eeuw kun je de verzorgingsstaat niet meer als
kapitalistisch en democratisch definiëren. De definitie die nu meer past is: ‘een stelsel
waarin de overheid zich garant stelt voor noodzakelijke geachte materiële en immateriële
voorzieningen voor alle burgers. Hier vallen 3 elementen op:
1. de overheid stelt zich garant.
2. de verzorgingsstaat gaat niet alleen om materiële maar ook om immateriële
voorzieningen.
3. het geeft ruimte voor toekomstige ontwikkelingen en verschillen in (politieke(
opvattingen door de formulering ‘noodzakelijke geachte (studiefinanciering)’..
1.2 ontwikkeling van de Nederlandse verzorgingsstaat.
De Nederlandse verzorgingsstaat begint door introductie van arbeidswetgeving (
kinderwetje van Houten in 1874) en sociale zekerheidswetgeving ( de Ongevallenwet in
1901).
De ontwikkelingslogica bij de verzorgingsstaat is in 4 fasen te verdelen.
Fase 1: eerste aanzet. Ziekte, ongevallen en invaliditeit vormen in de beginnende
industrieën grote risico’s. Daar tegen werden de eerste sociale wetten en verzekeringen
geïntroduceerd.
Fase 2: doelgroep verbreding. Verbreding in de wet- en regelgeving tot niet-industriële
arbeiders en zelfs tot mensen die niet in loondienst werken.
Fase 3: sociale regelingen krijgen een nog algemener karakter: het is een vangnet
geworden voor iedereen ( die om wat voor reden dan ook) in ( financiële) nood verkeert.
Uitkeringen werden gekoppeld aan de lonen, waardoor ze met de lonen meestegen.
Fase 4: crisis. Het stelsel van sociale zekerheid kwam onder druk te staan doordat veel
mensen er een beroep op deden. Zo kwamen er problemen rondom betaalbaarheid en
beheersbaarheid van de het stelsel.
Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning 2007). Mensen moeten in eerste instantie
bezien wat ze zelf os amen met mensen in hun omgeving kunnen doen om problemen
om te lossen. Een beroep op de overheid kan pas gedaan worden als e mogelijkheden in
de naaste omgeving niet toereikend zijn.
Samenvattend: Nl verzorgingsstaat na een aanvankelijke trage aanloop een sterke groei
doormaakte tussen de jaren 50 en 80 v/d vorige eeuw. De crisis die de verzorgingsstaat
in de jaren 80 +90 doormaakte leidde tot een heroriëntatie. De beleidswijzingen die
daaruit voortvloeiden hadden een kleinere verzorgingsstaat tot gevolg.
1.3 Het waarom van de verzorgingsstaat.
Met de opkomst van de industriële samenleving ontstond ook een nieuwe klasse in de
samenleving, namelijk de klassen van de (loon) arbeiders.
In de beginnende industrieën waren de werkomstandigheden van de arbeiders beroerd (
lange dagen, gevaarlijk, lage lonen).
, Het ontstaan van de verzorgingsstaat volgens De Swaan.
Centraal in zijn theorie staan de begrippen: externe effecten ( gevolgen van een
tegenslag of gebrek voor anderen dan de direct getroffene, ze hebben last van elkaars
ellende bv: overlast bedelaars, arbeidskracht die wegvalt), toegenomen interdependentie
( onderlinge of wederzijdse afhankelijkheid en het doorbreken van het dilemma van
collectieve actie ( er zijn situaties waarin individuele keuzes leiden tot collectief
ongewenste gevolgen, bv: totstandkoming van dijken, in NL betaald iedereen verplicht
mee aan de instandhouding van dijken door middel van de door de overheid opgelegde
belastingen).
Als we het zo bekijken is de verzorgingsstaat geen gevolg van solidariteit en altruïsme
met de minder bedeelden, maar het gevolg van welbegrepen eigenbelang van de beter
gesitueerden.
1.4 Doelstellingen en functies van de verzorgingsstaat.
Verzorgingsstaat is geen gevolg van een nauwkeurige planning en een uitgewerkte
concept. Maar een product van meer dan een eeuw sociaal beleid.
3 doelstellingen:
1. een garantie van (een zekere mate van) sociale zekerheid voor alle leden van de
samenleving ( hoe hoog of laat moet ’t sociale zekerheidsniveau liggen, lage/hoge
uitkeringen).
2. een reductie van willekeur in de verdeling van levenskansen ( iedereen gelijk).
3. de wenselijkheid van maatschappelijk integratie van alle leden van de samenleving
(economisch, politiek en moreel).
Doelstelling 1: heeft 2 achterliggende motieven.
- Sociale zekerheid is van belang voor degenen die en uitkering ontvangen, het stelt hun
in staat om in hun (primaire) levensbehoeften te voorzien.
- sociale zekerheid leidt ook tot een zekere sociale rust, want de dreiging van onlusten of
zelfs revolutie wordt door het stelsel weggenomen of in elk geval beperkt
Armoedeval= wanneer mensen vanuit een uitkeringssituatie weer aan het werk gaan en
er daarbij in inkomen op achteruitgaan doordat allerlei voorzieningen of regelingen
wegvallen.
De functies van de verzorgingsstaat.
In het verlengde van deze 3 doelstellingen vinden we de functies die de verzorgingsstaat
in de samenleving vervult. De WRR benoemt 4 hoofdfuncties: verzorgen, verzekeren,
verheffen en verbinden.
- verzorgen: hulp aan zieken, zwakken, gehandicapten, ouderen en kinderen. Bvb
(financiële) ondersteuning, aandacht, troost of begeleiding en ook medische zorg. Het is
een taak van de verzorgingsstaat ( en zit als functie ook in de naam)
- verzekeren: stelsel van sociale zekerheid dat hieruit voorkomt. Mensen beschikken over
een minimuminkomen wanneer het gewone inkomen wegvalt als gevolg van
werkeloosheid of ziekte.
- verheffen: doelt op de mogelijkheden die de verzorgingsstaat mensen biedt om zich te
ontplooien: om zich te vaardigheden eigen te maken die hen in staat stellen hun weg in
de samenleving te vinden.
- verbindingsfunctie: creëren van onderlinge verbondenheid ( sociale cohesie) tussen
mensen en groepen mensen. Bv.: verbindingsfunctie van de overheid is in verschillende
wijken de bewoners( allochtonen en autochtonen) bij en op elkaar te betrekken. Of
spanningen te voorkomen tussen jongere en oudere generaties die kunnen komen door
de vergrijzing. Of verbinden tussen lagere en hogere opgeleiden. Verbinden is een doel
op zich, maar kan ook een bijdrage leveren aan maatschappelijke stabiliteit en
economische voorspoed.
1.5 De verzorgingsstaat en de welfare triangle.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper leiden. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.