2022
MEDISCHE KENNIS,
VERPLEEGKUNDIGE KENNIS EN
GEDRAGSWETENSCHAPPEN
GGZ-BLOK
LEERJAAR 2
,Inhoudsopgave
Week 1: Een introductie van de psychiatrie.................................................................................................... 3
Maatschappelijke opvattingen en (voor)oordelen ten aanzien van psychiatrisch patiënten benoemen.............4
Het werkveld van de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) beschrijven en de rol van de verpleegkundige binnen
het multidisciplinaire team...................................................................................................................................4
Omschrijven wat inleidende termen als psychiatrie, psychische stoornis en psychopathologie betekenen........5
Criteria benoemen die professionals gebruiken bij het bepalen of gedrag afwijkend is......................................5
De culturele en historische veranderingen beschrijven in de beeldvorming en behandeling van afwijkend
gedrag in de Westerse cultuur..............................................................................................................................5
Psychologische modellen beschrijven van afwijkend gedrag en de belangrijkste theoretische grondleggers
hiervan benoemen................................................................................................................................................6
Het biopschychosociaal perspectief op afwijkend gedrag kunnen beschrijven....................................................7
Het stress-kwetsbaarheidsmodel/diathesestress model kunnen beschrijven......................................................7
Van het psychiatrisch onderzoek de psychische functies kennen en stoornissen in die functies herkennen, om
van daaruit de belangrijkste symptomen en de relatie met predisponerende, luxerende en onderhoudende
factoren te beschrijven..........................................................................................................................................9
Beschrijven wat de rol is van de DSM V classificatie en wat de bruikbaarheid daarvan is voor de
verpleegkundige praktijk....................................................................................................................................12
Acht Verschillende vormen van behandeling benoemen die aan bod komen in de psychiatrie.........................13
Week 2: Schizofrenie, stigmatisering, Wet verplichte GGZ, herstel ondersteunende zorg en rehabilatie........14
De stoornissen in de psychische functies herkennen, om van daaruit de belangrijkste symptomen en de relatie
met predisponerende, luxerende en onderhoudende factoren te beschrijven bij de patiënt met schizofrenie of
een schizofreniespectrum stoornis......................................................................................................................14
Relevante verpleegkundige diagnoses, doelen en interventies bepalen voor patiënten met schizofrenie of een
schizofreniespectrum stoornis............................................................................................................................16
Beargumenteren wat onder rehabilitatie, herstel ondersteunende zorg, empowerment en
ervaringsdeskundigheid wordt verstaan en aangeven hoe dat toegepast kan worden bij mensen met
psychiatrische problemen...................................................................................................................................17
Herstelprocessen bij cliënten herkennen en aangeven wat de rol van de verpleegkundige in herstel
ondersteunende zorg is.......................................................................................................................................18
Uitleggen wat de wet BOPZ (bijzondere opname psychiatrisch ziekenhuis) inhoudt en hoe die toegepast
wordt bij psychiatrische patiënten......................................................................................................................19
De werking en bijwerkingen van antipsychotica beschrijven. Uitleggen wat een terugvalpreventieplan is en
een terugvalpreventieplan maken voor een patiënt..........................................................................................20
Ten aanzien van het thema stigmatisering:.......................................................................................................21
Ten aanzien van het thema schizofrenie/psychotische stoornissen:..................................................................25
,Week 3: Bipolaire en depressieve stemmingsstoornissen en suïcide preventie.............................................33
De stoornissen in de psychische functies herkennen, om van daaruit de belangrijkste symptomen en de relatie
met predisponerende, luxerende en onderhoudende factoren te beschrijven bij de patiënt met een bipolaire
of depressieve stemmingsstoornis......................................................................................................................33
Relevante verpleegkundige diagnoses, doelen en interventies bepalen voor patiënten met een bipolaire of
depressieve stemmingsstoornis..........................................................................................................................37
Beschrijven hoe de begeleiding en behandeling van patiënten met een bipolaire of depressieve
stemmingsstoornis eruit ziet...............................................................................................................................39
Het suïcide risico inschatten bij de begeleiding van mensen met suïcidale gedachten en/of gedrag en
benoemen welke aspecten van belang zijn bij het verplegen van de suïcidale patiënt.....................................40
De belangrijkste psychologische modellen van depressie beschrijven, (psychodynamische theorieën,
humanistische theorieën, leertheorieën en cognitieve theorieën) en de behandeling van
stemmingsstoornissen vanuit deze psychologische modellen beschrijven. Vanuit de cognitieve therapie kan
de student het Gschema toepassen....................................................................................................................43
De werking en bijwerkingen van antidepressiva en stemmingsstabilisatoren beschrijven................................49
Week 4: Angststoornissen en PTSS............................................................................................................... 50
De stoornissen in de psychische functies herkennen, om van daaruit de belangrijkste symptomen en de relatie
met predisponerende, luxerende en onderhoudende factoren te beschrijven bij de patiënt met een:.............51
De voornaamste theoretische perspectieven op de verschillende angststoornissen beschrijven......................57
Relevante verpleegkundige diagnoses, doelen en interventies bepalen voor patiënten met een:....................62
Beschrijven hoe de begeleiding en behandeling eruit ziet van patiënten met een:...........................................65
De werking en bijwerkingen van anxiolytica en antidepressiva beschrijven......................................................68
Week 5: Persoonlijkheidsstoornissen........................................................................................................... 70
De stoornissen in de psychische functies herkennen, om van daaruit de belangrijkste symptomen en de relatie
met predisponerende, luxerende en onderhoudende factoren te beschrijven bij de patiënt met een
persoonlijkheidsstoornis en de verschillende typen daarvan.............................................................................70
De indeling in de verschillende clusters benoemen van de persoonlijkheidsstoornissen...................................74
De psychologische verklaringsmodellen van persoonlijkheidsproblematiek uitleggen en van daaruit de
behandelingsmogelijkheden benoemen.............................................................................................................74
Uitleggen waarom persoonlijkheidsveranderingen bij lichamelijke aandoeningen geen
persoonlijkheidsstoornis zijn...............................................................................................................................78
Relevante verpleegkundige diagnoses, doelen en interventies bepalen voor mensen met een
persoonlijkheidsstoornis.....................................................................................................................................79
De verpleegkundige zorg vaststellen en geven aan cliënten met zelf verwondend gedrag...............................82
Aangeven wat de betekenis is van de begrippen ‘overdracht’, ‘tegenoverdracht’ en de ‘dramadriehoek’ in de
verpleegkundige relatie met borderline-patiënten.............................................................................................84
Week 6: Aan middelen gerelateerde stoornissen (verslaving, slaapstoornissen en seksualiteit)....................86
Het normale slaappatroon beschrijven, stoornissen van de slaap herkennen en de relatie met
predisponerende, luxerende en onderhoudende factoren beschrijven..............................................................86
, Beschrijven hoe de diagnostiek, begeleiding en behandeling van patiënten met een slaapstoornis eruit ziet en
uitleggen wat het belang is van slaap hygiëne...................................................................................................89
Relevante verpleegkundige diagnoses, doelen en interventies bepalen op het gebied van slaapstoornissen.. 89
De stoornissen in de psychische functies herkennen, de relatie met predisponerende, luxerende en
onderhoudende factoren te beschrijven (aan de hand van de vicieuze cirkels van van Dijk) bij de patiënt met
een aan middelen gerelateerde stoornis of verslaving.......................................................................................90
Theoretische verklaringsmodellen en behandelmethoden beschrijven die bij verslavingsproblematiek worden
toegepast............................................................................................................................................................93
Beschrijven wat een ‘dubbele’ diagnose inhoudt...............................................................................................98
De werking en bijwerkingen van hypnotica en psychostimulantia beschrijven.................................................99
Aangeven wat de betekenis is van seksualiteit voor het menselijk functioneren en mogelijke gezondheids- en
welzijnsproblemen op het gebied van seksualiteit benoemen.........................................................................100
Weet hoe hij/zij problemen op het gebied van seksualiteit met de patiënt kan bespreken, wat de rol van de
verpleegkundige daarbij is en waarheen hij/zij de patiënt kan doorverwijzen bij problemen op het gebied van
seksualiteit........................................................................................................................................................101
Kent de bepalingen uit de beroepscode voor verpleegkundigen en verzorgenden ten aanzien van intimiteit en
seksualiteit in de omgang met patiënten, en handelt hiernaar.......................................................................102
Week 7: Diagnostiek van neurocognitieve stoornissen en ouderen psychiatrie...........................................102
Beschrijven welke psychiatrische stoornissen samenhangen met het ouder worden, welke specifiek bij
ouderen voorkomen en hoe deze zich uiten bij ouderen..................................................................................102
Beschrijven wat het begrip ouderdomsvorm omvat en welke ontwikkelingstaken voorkomen bij ouderen...104
Beschrijven wat het begrip generatiedenken omvat........................................................................................105
Verschillende verpleegkundige meetinstrumenten betreffende depressie bij ouderen beschrijven en hanteren.
..........................................................................................................................................................................106
De stoornissen in de psychische functies herkennen, om van daaruit de belangrijkste symptomen en de relatie
met predisponerende, luxerende en onderhoudende factoren te beschrijven bij de patiënt met een
neurocognitieve stoornis...................................................................................................................................106
Relevante verpleegkundige diagnoses, doelen en interventies bepalen voor patiënten met een
neurocognitieve stoornis...................................................................................................................................110
Beschrijven hoe de begeleiding en behandeling van patiënten met een neurocognitieve stoornis er uit ziet.110
WEEK 1: EEN INTRODUCTIE VAN DE PSYCHIATRIE