Hoofdstuk 17: DNA
§17.1: DNA in je Cellen
DNA
DNA (deoxyribonucleic acid) bevat informatie voor het maken van eiwitten.
In de celkern van iedere cel in je lichaam zitten 46 chromosomen met het cirkelvormig
DNA in de mitochondriën. DNA-moleculen bestaan uit twee strengen, ieder honderden
miljoenen nucleotiden lang, die samen een dubbele helix vormen (Binas 71C).
DNA-nucleotiden bestaan uit een fosfaatgroep (~PO₄³), suikermolecuul (deoxyribose) en stikstofbase
(~N-base).
Het suikermolecuul, deoxyribose (Binas 67F1), heeft 5 C-atomen (koolstof) die genummerd zijn. Het
eerste C-atoom (1’) vormt een binding met de stikstofbase (~N-base) en het vijfde C-atoom (5’) met
de fosfaatgroep. Het derde C-atoom (3’) zit vast aan de fosfaatgroep van het nucleotide ernaast.
In het DNA komen 4 verschillende stikstofbasen voor (Binas 71A):
o Adenine (A)
o Cytosine (C)
o Guanine (G)
o Thymine (T)
De stikstofbasen van de ene streng in het DNA binden met de tegenoverliggende streng door middel
van waterstofbruggen (H-bruggen). A bindt met T via 2 waterstofbruggen en C bindt met G via 3
waterstofbruggen (Binas 71B). Deze basenparen, de paren A-T en C-G, zorgen ervoor dat een DNA-
molecuul complementair is: de volgorde in de ene streng bepaalt die in de andere.
Het 5’-einde (met de fosfaatgroep) van de ene streng ligt naast het 3’-einde (met de OH-groep) van
de andere streng (Binas 71C).
Opgerold DNA
Speciale eiwitten, histonen, verstevigen en beschermen de DNA-moleculen in de kern (Binas 70A).
8 histonen vormen een bolletje waar een deel van het DNA, 146 nucleotiden, omheen is gerold → dit
samen is een nucleosoom.
Histonen van verschillende nucleosomen koppelen waardoor een dik chromatinedraad ontstaat.
Mitochondriaal DNA
DNA zit naast de celkern ook in mitochondriën → mtDNA (mitochondriaal DNA). Is erfelijk van de
moeder naar kinderen.
De tRNA in de mitochondriën transporteert aminozuren.
3