In dit document staan alle aantekeningen van zowel de hoorcolleges als de kennisclips van het vak Jeugdrecht (onderdeel van de minor Jeugdcriminaliteit & Jeugdbescherming aan de UU). Ik heb van veel leerstof overzichtelijke figuren gemaakt en in dit document gezet. Daarnaast kun je een overzicht va...
Hoorcollege 1 - Geschiedenis en grondslagen van het jeugdstrafrecht en
jeugdbescherming
JSR: H1 + H5 + H6 + H7 t/m par. 7.3
Grondslagen = absolute basisprincipes, de grondgedachten de fundamentele
uitgangspunten van het systeem van jeugdstrafrecht
Geschiedenis en grondslagen van het jeugdstrafrecht
1. 19e eeuw: heropvoeding
2. 19e eeuw: modernisering strafrecht
3. 1901: Kinderwetten → moment waarop er voor het eerst in allerlei rechtsgebieden
een overkoepelend geheel aan regels en procedures voor minderjarigen in de
Nederlandse wetgeving werd geïntroduceerd
4. 1920: psychologisering
5. 1965: juridisering
6. 1995: verharding
7. 2014: ?
1. Heropvoeding (19e eeuw)
In Nederland ontstaat in deze periode op allerlei terreinen het idee dat de overheid
een rol zou moeten hebben op bepaalde leefgebieden waar tot op dat moment alleen
de ouders (maar vooral de vader) de volledige verantwoordelijkheid hadden.
De overheid zou, op het moment dat het niet goed gaat met de minderjarige, het over
moeten kunnen nemen van ouders.
Hieraan lag een maakbaarheidsgedachte ten grondslag = het idee dat verpeste
kinderen niet de juiste opvoeding hebben gehad of ernstig werden verwaarloosd, en
daardoor crimineel gedrag vertonen, heropgevoed zouden moeten worden
(heropvoedingsgedachte)
Er vindt dus op bepaalde gebieden een verschuiving plaats van de rol van de ouders
(vader) naar de overheid
De zorg om scholing en verpaupering/tekortschieten ouders/roep om
overheidsingrijpen leidt ertoe dat er in de wet bepaalde verplichtingen ten aanzien
van het kind worden geïntroduceerd:
o Allereerst in het onderwijs: in 1901 wordt een leerplichtwet (voor kinderen
tussen de 5 en 12 jaar) geïntroduceerd, zij zouden een basisniveau van
scholing moeten krijgen
o Daarnaast op het gebied van heropvoeding: oprichting van particuliere
internaten om verwaarloosde kinderen opnieuw op te voeden. Zij moesten
weg uit het ‘ziekmakende’ gezin
2. Modernisering strafrechtelijk denken (eind 19e eeuw)
Moderne richting vs. Klassieke richting
Moderne richting
o Invloed menswetenschappen → accent op bescherming kind
o Ook tegen verwaarlozende ouders
o Het strafrecht is een instrument voor maatschappelijke doelen en vooral
maatschappelijke beveiliging is belangrijk (voorkomen ipv vergelden)
Klassieke richting
o Persoonlijke schuld
, o Individuele verantwoordelijkheid
o Straf naar mate van schuld (proportionaliteit)
o Hierin ligt de gedachte van vergelding besloten
o Terughoudende overheid in een nachtwakersstaat (=staat waar de overheid
zich zo weinig mogelijk bemoeit met de burgers)
Het klassieke idee verdwijnt ten aanzien van minderjarigen eind 19e eeuw
grotendeels uit beeld. Moderne richting gaat uit van het idee dat de gedragingen van
een kind voortkomen uit de verwaarlozing in de thuissituatie. Het vertonen van
crimineel gedrag wordt min of meer volledig toegeschreven aan het ouderlijk
handelen, met name binnen de sociale onderlaag
3. Kinderwetten (1901)
De moderne gedachte heeft een zeer belangrijke rol gespeeld in de introductie van drie
verschillende wetten die bij elkaar de kinderwetten zijn gaan heten
1. Burgerlijke kinderwet
o Voor het eerst de mogelijkheid om ten aanzien van de verzorging en
opvoeding in te grijpen in het gezin, en het ouderlijke macht te ontnemen
2. Strafrechtelijke kinderwet
o Sancties en regels geïntroduceerd speciaal voor de minderjarige
o Aparte sancties (rechter):
teruggave kind aan ouders zonder straf
berisping
geldboete
tuchtschool (jeugddetentie, max ½ jaar)
dwangopvoeding (maatregel)
o Aparte regels zitting rechtbank (procedurele regels) → deze zijn vandaag de
dag nog steeds van toepassing
gesloten deuren
recht op bijstand advocaat
ouders worden uitgenodigd voor zitting
onderzoek persoon & levensomstandigheden
o Geen ondergrens meer voor strafrechtelijke aansprakelijkheid → dit had te
maken met het feit dat er werd uitgegaan van het idee van heropvoeding, dus
is het logisch om ook erg jonge kinderen te berechten (terwijl als je uitgaat van
individuele verantwoordelijkheid is het logisch om een ondergrens (van 12
jaar) in te stellen, omdat erg jonge kinderen niet verantwoordelijk gehouden
kunnen worden voor hun daden)
o Bovengrens 18 jaar
o Overdracht naar commune strafrecht (=volwassenenstrafrecht) werd toen al
mogelijk gemaakt. In ons huidige systeem is het ook mogelijk om
minderjarigen een sanctie uit het volwassenenstrafrecht op te leggen en
volgens de bijbehorende procedurele regels te berechten
3. Kinderbeginselenwet
o Gaat met name om de tenuitvoerlegging van civiele maatregelen als
strafrechtelijke maatregelen
o Dus hoe zaken die in de strafrechtelijke en burgerlijke kinderwet waren
geïntroduceerd uiteindelijk ten uitvoer gelegd moesten worden
4. Psychologisering (1920)
Na deze periode komt er langzaam steeds meer kritiek op de rechterlijke macht: het
functioneren van ons systeem van jeugd(straf)recht → psychologisering
Er kwam steeds meer kennis over wat effectief zou zijn in de behandeling van
minderjarigen
Gebrek aan pedagogische kennis bij rechters die over kinderen moesten beslissen
, Wet tot invoering van de kinderrechter (1921), die zowel de civiele kant
(kinderbeschermingszaken) als de jeugdstrafzaken behandelde
Daarnaast was er ook kritiek op behandeling
Er was sprake van een detentie sfeer
Mede onder invloed van de opkomst van de gedragswetenschappen ontstond het
idee dat dit geen goed/effectief/kindvriendelijk systeem was
Commissies die een rol hebben gespeeld in de verandering van deze
omstandigheden
o Commissie Overwater 1955
o Rapport commissie Koekebakker 1959
Voorbeelden van veranderingen
o Einde uniformen in detentie
o Einde kaalscheren
o Eigen ruimte
5. Juridisering (1965)
Juridisering = kinderen zijn personen die in ontwikkeling zijn en daardoor kwetsbaar zijn en
extra bescherming behoeven, maar het zijn wel individuele personen met rechten en plichten
→ het idee van individuele verantwoordelijkheid kwam langzaam weer terug in ons
systeem van strafrecht
a. Nieuwe Kinderbeginselenwet (1965): ondergrens 12 jr
b. Zaken Kent (1966) en Gault (1967) → twee belangrijke Amerikaanse zaken die
invloed hebben gehad op de Nederlandse situatie, door deze zaken concludeerde het
Hooggerechtshof van de VS dat kinderen dezelfde mate van rechtsbescherming
verdienen als volwassenen
c. Commissie Anneveldt (1982) → omarmde het idee dat er meer moet worden
uitgegaan van de persoonlijke verantwoordelijkheid en toegenomen mondelijkheid
van kinderen in Nederland
d. Wet op de jeugdhulpverlening (1989)
e. Beginselenwet Justitiële Jeugdinrichtingen (Bjj, 2001) → wet waarin de rechtspositie
van minderjarigen die jeugddetentie opgelegd hebben gekregen zeer precies is
geregeld
6. Verharding jeugdstrafrecht (1995)
Commissie Anneveldt (opgericht 1979, rapport kwam uit in 1982)
1. Waar mogelijk uniformiteit met het volwassenenstrafrecht (komt voort uit het
idee dat minderjarigen een eigen verantwoordelijkheid hebben
2. Efficiëntie (vereenvoudiging van het systeem, en de straffen en maatregelen
die opgelegd konden worden)
3. Ze gingen uit van een pedagogisch perspectief
Deze commissie speelt een belangrijke rol in de vernieuwing van het jeugdstrafrecht
in 1995, en is hier samengevat als ‘verharding’ → waarom verharding? Strafmaxima
zijn aanzienlijk verhoogd (verdubbeld) in 1995
1. hogere strafmaxima (1 jaar en 2 jaar)
2. makkelijker overdracht commune strafrecht (art. 77b Sr)
Toename sanctionering
Meer en zwaardere straffen
7. Adolescentenstrafrecht (2014)
Beeld is niet eenduidig
Er ligt een duidelijk pedagogisch perspectief aan deze wetgeving ten grondslag
o Aan de basis van deze wet ligt de gedachte dat de onvoltooide emotionele,
sociale en morele ontwikkeling veel langer doorloopt dan gedacht (+/- 25 jaar)
, o Adolescentie kenmerkt zich door een gebrek aan inhibitie, lange-termijn
denken en empathisch vermogen
o Uitbreiding toepassingsbereik jeugdstrafrecht
Maar duidelijk punitieve (=gericht op afstraffing/vergelding) elementen:
o Toenmalige regering wilde enerzijds pedagogisch perspectief omarmen, maar
daar moest wel iets tegenover staan, namelijk op bepaalde punten een
verzwaring van het jeugdstrafrecht
o Zoals omzetting PIJ (jeugd TBS) in TBS
Grondslagen van het jeugdstrafrecht
Belang van het kind (zie art. 3 IVRK)
Jeugdstrafrecht is strafrecht
Beperkte verantwoordelijkheid minderjarige (pedagogisch perspectief)
Jeugdstrafrecht is strafrecht
Als grondslag geldt dat jeugdstrafrecht strafrecht is → dit betekent dat belangrijke
uitgangspunten en principes die gelden voor ons reguliere strafrecht ook van
toepassing zijn op het jeugdstrafrecht
Daarmee onderscheid Nederland zich van België:
o België kent een beschermingsmodel: jongeren die strafbare feiten plegen
krijgen in principe een kinderbeschermingsmaatregel opgelegd. Op deze
manier gestreefd om het recidiverisico zo klein mogelijk te maken
o Nederlands jeugdstrafrecht is geen beschermingsrecht, maar een
schuldstrafrecht (geen straf zonder schuld)
Waar je aan kunt zien dat jeugdstrafrecht een onderdeel is van het commune
strafrecht, is dat er geen apart wetboek is voor minderjarigen. De regels van het
jeugdstrafrecht zijn opgenomen in ons Wetboek van Strafrecht (art. 77a Sr en verder)
Daarnaast staat het delict centraal (wel oog voor dader)
Straf naar mate van schuld/individuele verantwoordelijkheid → principe van
proportionaliteit
Beperkte verantwoordelijkheid minderjarige
Minderjarige verdachten in NL slechts bij uitzondering in commune strafrecht
Vanuit het idee van beperkte verantwoordelijkheid, gaan we uit van een
pedagogische grondslag van het jeugdstrafrecht. Hiervoor wordt de volgende definitie
gehanteerd: ‘De strafrechtelijke handelingen ten aanzien van de jongere dienen te
zijn gericht op zijn ontwikkeling en hem- al dan niet met behulp van een
strafrechtelijke reactie- te stimuleren, (her)opvoeden, resocialiseren, op een betere
toekomst voor te bereiden en te weerhouden van een verdere criminele carrière’.
De erkenning van de jeugdige dader als (gedeeltelijk) verantwoordelijk maar
kwetsbaar persoon heeft gevolgen voor:
o De vraag wanneer je strafrechtelijk aansprakelijk bent (leeftijdsgrenzen)
o De strafmaat
o De procedure
Geschiedenis en grondslagen van jeugdbescherming
Schetsing historische ontwikkelingen jeugdbescherming (op hoofdlijnen)
Grondslagen van jeugdbescherming
Geschiedenis jeugdbescherming
1901: de Burgerlijke Kinderwet → ofwel strafrechtelijk of beschermend ingrijpen wat
betreft jeugdigen
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ijfriederichs. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.