De eerste stap richting je welverdiende voldoende! Uitgebreide samenvatting van het boek 'Recht van de Europese Unie'. Geeft een goed overzicht van het Europese Recht. Aangepast aan de bachelor Rechtsgeleerdheid van de Rijksuniversiteit Groningen. Jurisprudentie vetgedrukt.
Recht van de Europese Unie, vijfde druk
Ambtenbrink & Vedder
Hoofdstuk I Wegwijs in het Europese recht
Sinds 1 december 2009 is Verdrag van Lissabon in werking getreden.
De belangrijkste bronnen van Europees recht zijn het VEU en het VWEU. In het VEU staan
de basisregels voor de instellingen en hun onderlinge relaties, de democratische beginselen,
de doelstellingen van de EU en de verhouding tot de burgers. Deze regels worden verder
uitgewerkt in het VWEU. Deze verdragen worden ook wel aangeduid als het primaire recht
van de Europese Unie.
Vormen van secundair recht zijn: besluiten, verordeningen en richtlijnen. Het gaat dan om
optreden van de EU o.g.v. VEU of VWEU. Daarnaast is ook de rechtspraak van de
rechtsprekende instanties (vooral het Hof van Justitie en het Gerecht) van de Europese Unie
een bron van Europees Recht. Ten slotte zijn er nog tijdschriften die zich bezighouden met
Europees recht.
Hoofdstuk II Het institutionele kader van de Europese Unie
1 Inleiding
Met het Verdrag van Lissabon bezit de EU eigen rechtspersoonlijkheid. Zij heeft een uniform
institutioneel kader, waarbij sprake is van instellingen, organen en instanties van de Unie. De
instellingen zijn de in art. 13 VEU genoemde lichamen:
- het Europees Parlement
- de Europese Raad
- de Raad van de Europese Unie (de Raad)
- de Europese Commissie (de Commissie)
- het Hof van Justitie van de Europese Unie
- de Europese Centrale Bank
- de Rekenkamer.
Daarnaast wordt in het VEU en het VWEU verwezen naar de ‘organen en instanties van de
Unie’, waarvan een definitie ontbreekt. Het is aannemelijk dat hiermee alle overige, niet in
art. 13 VEU genoemde lichamen worden omschreven. Art. 265 VWEU voorziet in een
beroepsrecht voor de instellingen van de EU.
2 Het Europees Parlement
2.1 Inleiding
Het EP zetelt in Straatsburg en kent twaalf maandelijkse voltallige zittingen. Bijkomende
voltallige zittingen worden gehouden in Brussel, waar ook haar commissies zijn gevestigd;
het secretariaat-generaal en zijn diensten bevinden zich in Luxemburg. Behalve in het VWEU
zijn de details van de werking van het Europees Parlement geregeld in het Reglement van het
Europees Parlement. Het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de EU is
van toepassing op de leden van het Europees Parlement.
De nationale parlementen dragen actief bij tot de goede werking van de Unie, art. 12 VEU.
Sinds het Verdrag van Lissabon komt de nationale parlementen een belangrijke rol inzake de
handhaving van het subsidiariteits- en evenredigheidsbeginsel (art. 5(3) VEU). Ook het
Europees Parlement is met dit laatste belast. De nationale parlementen zijn tevens betrokken
bij de procedures inzake de herziening van de verdragen en de toetreding tot de Unie.
2.2 Samenstelling en verkiezingsprocedure
1
, Het aantal leden mag niet meer dan 750 leden, plus de voorzitter, bedragen (art. 14 lid 2
VEU). Het VWEU voorziet in de toedeling van zetels aan lidstaten, waarbij geen enkele
lidstaat meer dan 96 zetels toegewezen mag krijgen en het minimumaantal zetels per lidstaat
zes is. De leden worden in alle lidstaten van de EU in rechtstreekse algemene verkiezingen
elke vijf jaar gekozen. Er ontbreekt echter een uniform verkiezingssysteem.
Daarnaast zijn er ook geen Europese politieke partijen; de verkiezingen zijn in vaste handen
van de nationale politieke partijen van de lidstaten. Art. 10 lid 4 VEU stelt dat politieke
partijen op Europees niveau bijdragen tot ‘de vorming van een Europees politiek bewustzijn
en tot de uiting van de wil van de burgers van de Unie’.
Elke burger van de EU mag in de lidstaat van zijn verblijf onder dezelfde voorwaarden als de
onderdanen van die staat voor het Europees Parlement stemmen en bovendien onder dezelfde
voorwaarden als de onderdanen van die staat als lid voor het Europees Parlement worden
gekozen, art. 22 lid 2 VWEU.
Leden van het Europees Parlement mogen niet leden van een regering van een lidstaat of een
andere instelling, orgaan of instantie van de Unie zijn, omdat zij niet gebonden mogen zijn
door instructies en geen bindend mandaat mogen aanvaarden (art. 6-7 Besluit 2002/772 EG,
art. 2, 6 en 7 Reglement EP).
2.3 Taken
De taken van het Europees Parlement worden omschreven in art. 223 tot en met 234 VWEU.
De taken kunnen worden onderverdeeld in drie basisfuncties: het Europees Parlement
- als quasiwetgevingsorgaan: Het Europees Parlement heeft geen bevoegdheid om zelf
wetgevingsvoorstellen in te brengen. Het kan alleen met meerderheid van stemmen
van zijn leden de Europese Commissie door middel van een resolutie verzoeken om
voorstellen voor nieuwe of wijziging van bestaande Uniewetgeving aan het Europees
Parlement voor te leggen. Bovendien kent zij geen exclusieve beslissingsbevoegdheid
wat betreft wetgevingsvoorstellen. Indien gekozen is voor de gewone
wetgevingsprocedure heeft zij een medebeslissingsbevoegdheid naast de Raad.
In het kader van de uitbreiding van de Unie speelt het Europees Parlement wel een
belangrijke rol, aangezien de Raad over een verzoek tot toetreding van een staat alleen
na instemming van het Europees Parlement mag beslissen, art. 49 VEU. Ook bij
uittreding is haar goedkeuring vereist, art. 50 VEU.
- als democratische controle-instantie: Het Europees Parlement kan onderzoeken
instellen bij vermeende inbreuken op het Unierecht of bij gevallen van wanbeheer bij
de toepassing van het Unierecht. Naast de participatie in de benoeming van de
Europese Commissie is het Parlement ook betrokken bij de controle van de
werkzaamheden daarvan. Zo is de Commissie verplicht om jaarlijks het algemeen
verslag over de werkzaamheden van de Unie en haar jaarlijkse beleidsstrategie aan
het Parlement voor te leggen. Het Parlement heeft vraagrecht ten opzichte van de
Commissie, welke verplicht is om mondeling of schriftelijk antwoord te geven. Ook
kan het Parlement de Commissie verzoeken na elke vergadering van de Commissie
een verklaring af te leggen waarin de belangrijkste besluiten worden toegelicht.
Het Parlement kan op initiatief van ten minste een tiende van de leden een met
redenen omklede motie van afkeuring bij de voorzitter van het Europees Parlement
aanhangig maken (art. 234 VWEU).
2
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper SamenvattingPlaza. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,98. Je zit daarna nergens aan vast.