Week 1
Terugblik
Het brein bestaat uit een neuraal netwerk, dit betekent dat alles met elkaar in verbinding staat. Er
zijn niet specifieke gebieden betrokken bij specifieke taken, wel zijn sommige gebieden meer actief
tijdens sommige taken.
De anatomie van het centrale zenuwstelsel
Neuraxis → de centrale weg, waar de signalen doorheen gaan, het ruggenmerg.
Rostral/anterior → locaties richting het hoofd
Caudal/posterior → locaties richting de tenen
Signalen die richting de rug gaan → dorsal
Signalen die richting de buik gaan → ventral
Bij dieren loopt het centrale zenuwstelsel vaak horizontaal. Bij mensen niet, er zit bijvoorbeeld een
buiging in het hoofd, dit zorgt ervoor dat dorsal dus ook de bovenkant van het hoofd wordt genoemd
en ventral de onderkant van de knik. De voor- en achterkant van het gezicht worden dan rostral en
anterior genoemd.
Superior → gaat over de bovenkant van het lichaam
Inferior → gaat over de onderkant van het lichaam
Leteral → refereert naar de buitenkant van het lichaam, van het centrale zenuwstelsel af
Mediaal → refereert naar het centrum van het lichaam, dichterbij het centrale zenuwstelsel
Proximal → als iets dichtbij het lichaam zit of als structuren dichtbij elkaar zitten.
Distal → als iets verder af zit van het lichaam of als structuren ver uit elkaar liggen.
,De anatomie van het lichaam kan op verschillende manieren bekeken worden:
Sagittal plane: de linker- en rechterkant wordt als het ware gespleten
Coronal plane: de voor- en achterkant wordt als het ware gespleten
Transverse/horizontal plane: de boven- en onderkant wordt als het ware gespleten
Structuren die aan dezelfde kant zitten worden ipsilateral genoemd, structuren die in tegengestelde
kanten zitten of gaan worden contralateral genoemd.
De telencephalon zal uiteindelijk de cortex gaan vormen. De diencephalon zal de thalamus en de
hypothalamus gaan vormen. De mesencephalon zal uitgroeien tot de midbrain die de brainstem en
de cerrebellum verbindt. De metencephalon groeit uit tot de kleine hersenen en de pons. De
myelencephalon groeit uit tot de medulla in de hersenstam.
,Hoofdstuk 3
Lecture 1 + 2
Uit het ruggenmerg lopen spinal nerves uiteen. Via de dorsal root ganglion wordt sensorische
informatie in het ruggenmerg gebracht. De sensorische neuronen zitten dus buiten het ruggenmerg.
Het inbrengen van sensorische informatie heet afferent information. De motor neurons bevinden
zich in het ruggenmerg, zij sturen signalen naar de spieren. Het afgeven van signalen word efferent
information genoemd. Als de witte massa, die signalen doorgeven, wordt verbroken, heet dit de-
afferentiation. Als deze kanalen weer worden hersteld heet dit re-afferentiation.
De truine brain stelt dat het brein kan worden onderverdeeld in drie verschillende sectoren:
- Neomammalian brain: De cortex.
- Paleomammalian brain: Het limbisch systeem, vooral voor emotieverwerking.
- Protoreptillian brain: De hersenstam en de kleine hersenen, zorgt er vooral voor dat de vitale
functies werken.
In de hersenstam zitten de belangrijkste nuclei en hersenregio`s voor de vitale functies, zoals
hartregulatie en bloeddruk. Als er een bloeding ontstaat in de grote hersenen en deze drukt op de
hersenstam, zullen mensen overlijden. De nuclei worden verstoord, waardoor het lichaam niet in
staat is om de vitale functies uit te voeren. Alle ascending en descending signalen lopen hier
doorheen. Er zijn verschillende delen die in dit gebied onderscheiden kunnen worden:
- De hindbrain: Bestaat uit de pons, de medulla en de kleine hersenen.
- De midbrain: Bestaat uit de tectum en tegmentum.
- De diencephalon: Bestaat uit de thalamus, de hypothalamus en de epithalamus.
,De reticular formation zit achter de pons in de hindbrain en lijkt op een afstand op een spinnenweb
met vliegen. Onderzoekers denken dat dit gebied een rol speelt bij het slapen en wakker worden, het
behouden van arousal, vitale functies en bewustzijn. Schade aan dit gebied kan zorgen voor
permanent onbewustzijn.
Nuclei bovenin de pons en onderin de medulla bevatten structuren die een rol spelen bij het maken
van bewegingen. De rest van de pons werkt eigenlijk als een soort brug die de kleine hersenen met
de grote hersenen verbindt.
In de hersenstam zit ook een centrum dat pijn vermindert. Zo voelen mensen bij het stoten eerst een
scherpe pijn, maar dit wordt altijd snel minder. De neuronen in de hersenstam sturen signalen naar
de pijnplek waardoor de scherpe pijn afneemt.
De kleine hersenen bestaan voor een deel uit grijze massa en voor een deel uit witte massa, de witte
massa zijn vooral de verbindingen en de grijze massa zijn vooral de kernlichamen. De kleine hersenen
bevatten meer neuronen dan de grote hersenen, het zijn vooral kleinere en compactere neuronen.
Er worden vooral bewegingen gecoordineerd, timing, en er wordt gedaan aan motormemory. Ook
zijn de kleine hersenen betrokken bij emotioneel gedrag en cognitief functioneren. De kleine
hersenen zitten vol met kleine nauwe kronkels, folia. Diep in de kleine hersenen zitten subcortical
nuclei. Nuclei zijn georganiseerde neuronen in lagen of in groepjes. Deze nuclei hebben vaak
specifieke functies. De structuur of samenstelling van een nuclei kan verschillen tussen personen of
zelfs tussen hersenhelften, dit is afhankelijk van het gedrag van de persoon en de omgeving.
De midbrain bestaat uit twee subdivisies, een posterior sensory component, de tectum. Aan de
, anterior kant zit een motorstructuur, de tegmentum.
De tectum, in de mesencephalon, bevat twee nuclei die een rol spelen bij het verwerken van
sensorische informatie van de ogen en oren. De inferior colliculi speelt een rol bij het gehoor en de
superior colliculi speelt een rol bij het verwerken van visuele informatie. Visuele informatie gaat dus
eerst naar de hersenstam, naar de superior colliculi, vervolgens naar de achterkant van de thalamus
en als laatste naar de occipitale cortex. Ook binnenkomende auditieve signalen gaan eerst naar de
hersenstam, vervolgens naar de inferior colliculi, naar de achterkant van de thalamus (wel een
andere structuur dan bij visuele informatie) en vervolgens naar de temporale cortex.
De diencephalon bestaat uit drie thalamusstructuren:
- De hypothalamus
- De epithalamus
- De thalamus
Diencephalon betekent tussen het brein, omdat het de boven- en onderkant van het brein met
elkaar verbindt.
De hypothalamus is een erg kleine hersenstructuur, maar bevat 22 nuclei en is betrokken bij allerlei
aspecten van motiverend gedrag. Elke nucleus is betrokken bij grofweg één van deze motivaties,
zoals eten, bewegen en emotioneel gedrag. De hypothalamus is een soort regelsysteem van het
lichaam. De hypothalamus verbindt, en heeft interactie met, de pituitary gland (hypofyse) voor het
controleren van endocrine functies, de hormoonhuishouding.
De thalamus is de grootste structuur in de diencephalon en bevat 20 nuclei die allemaal projecteren
op een specifiek gebied op de hersenschors. De thalamus stuurt dus binnenkomende signalen naar
het juiste deel in de schors.
De epithalamus is een collectie van nuclei aan de achterkant van de diencephalon, waaronder de
pineal gland dat melatonine uitscheidt. Melatonine speelt een rol bij het dag-en-nachtritme.
De telencephalon bestaat uit drie hoodstructuren:
- De neocortex
- De basal ganglia
- Het limbisch systeem
De neocortex is in weze de hersenschors, van maar 6 cellen dik, de grijze massa. De grijze massa is
vooral betrokken bij het opslaan en verwerken van informatie. De hersenhelften worden verbonden
via de corpus callosum (hersenbalk). De buitenkant van de hersenhelften wordt de schors genoemd.
De globale functie van de cortex is remming, zowel cognitief, gedragsmatig als op emotioneel gebied.
Irrelevante informatie wordt gefilterd en wordt vaak niet opgeslagen. Mensen met hersenschade