Ontwikkelingspsychopathologie
College 1: Introductie
Het is belangrijk om na te denken over psychopathologie in kinderen/jongeren, omdat de onset
hiervan vaak al op jonge leeftijd is. Er was bijv. een enorme toename van mentale problemen in
jongeren door de coronamaatregelen.
Onderzoeken wereldwijd hebben aangetoond dat van de individuen met een mentale stoornis:
34.6% de onset vóór hun 14e was.
48.4% de onset vóór hun 18e was.
62.5% de onset vóór hun 25e was.
In onderstaande tabel is te zien dat veel stoornissen vaak beginnen in de kindertijd.
Mentale stoornissen hebben grote invloed op de maatschappij. Bijv. op productiviteit op de
werkvloer.
Wat is abnormaal gedrag?
Pas als je kennis hebt over het “normaal” kun je bepalen wat abnormaal is. Er bestaan verschillende
soorten normen die ons helpen om te bepalen of kinderen abnormaal gedrag vertonen.
Ontwikkelingsnormen:
Typische groeisnelheid.
Volgorde van ontwikkeling.
De vormen van fysieke
vaardigheden, taal, cognitie,
emotie en sociaal gedrag.
Of bepaald gedrag normaal of abnormaal
is, hangt sterk af van leeftijd van het kind. Huilen/krijsen midden in de supermarkt is normaler voor
een 2-jarige dan voor een 10-jarige.
Culturele normen:
Groepen mensen zijn georganiseerd op specifieke manieren.
Groepen mensen leven in specifieke omgevingen.
Groepen mensen delen specifieke attitudes, overtuigingen, waardes, gebruiken en
gedragsstandaarden.
1
, Of bepaald gedrag (ab)normaal wordt gevonden kan sterk verschillen per cultuur.
Gendernormen:
Volgens de norm zijn jongens drukker, dus vinden mensen het al snel abnormaal als een
jongen heel stil is.
Volgens de norm zijn meisjes stiller en emotioneler, dus vinden mensen het al snel
abnormaal als een meisje heel wild en luidruchtig is.
Situationele normen:
Wild rondrennen is normaal gedrag tijdens de pauze op het schoolplein, maar abnormaal
gedrag in de bibliotheek.
Rol van volwassenen:
Zorgen over abnormaal gedrag van kinderen worden vaak geuit door omstaande
ouders/leraren/verzorgers, die bepalen dus als eerste of ze het gedrag abnormaal vinden,
voor ze het voorleggen aan een expert.
Veranderende perspectieven over abnormaliteit:
Wat wij abnormaal vinden, verandert over tijd.
Schadelijk gedrag:
Bij het bepalen of gedrag abnormaal is, kijkt men niet alleen naar in hoeverre het afwijkt van de
norm, maar ook naar in hoeverre het gedrag schade aanricht en/of storend is.
Gedrag classificeren
Classificeren is het systematisch beschrijven van een fenomeen. Er zijn twee methoden om dit te
doen. Classificatie door:
Categorieën (discreet; je valt in een categorie, of je valt er buiten, geen tussenweg).
Dimensies (continu; hoge/gemiddelde/lage levels).
Een classificatiesysteem moet betrouwbaar zijn.
Interrater reliability: Als twee personen hetzelfde willen classificeren, moeten ze allebei
dezelfde uitkomst hebben.
Test-retest reliability: Als één persoon verschillende keren hetzelfde wil classificeren, moet
diegene elke keer dezelfde uitkomst hebben.
Een classificatiesysteem moet valide zijn; informatie over:
Etiologie.
Richting van ontwikkeling.
Respons op behandeling.
Een classificatiesysteem moet klinisch bruikbaar zijn.
Er zijn twee manieren om classificatie te benaderen:
Klinische benadering.
Empirische benadering.
2