Te leren:
Hoofdstuk 1 Denken over organisatie en management
Hoofdstuk 2 Omgevingsinvloeden
Hoofdstuk 6 Management
Hoofdstuk 8 Besturing
Hoofdstuk 9 Structurering
Hoofdstuk 10 Organisatie in ontwikkeling
Leerdoelen:
De student kent basisbegrippen van de organisatiekunde.
De student kan de structuur van een organisatie beschrijven.
De student kan cultuuraspecten en ontwikkeling van een organisatie herkennen.
Definitie:
Het gaat daarbij wel om de inhoud, niet om de letterlijke formulering.
Hoofdstukken die aan de orde komen:
1.1, 1.6, 1.9, 1.11
2.1, 2.2, 2.3
6.1, 6.2.1, 6.2.2, 6.3.1
8.1, 8.2.1, 8.2.2, 8.2.3, 8.2.5, 8.2.6, 8.3, 8.3.1, 8.3.2, 8.3.3, 8.3.4, 8.3.5, 8.5.1
9.1, 9.2.1, 9.2.2, 9.2.3, 9.2.4, 9.3, 9.3.1, 9.5.1, 9.5.2, 9.6, 9.7
10.2, 10.4.2
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
, Hoofdstuk 1 Denken over organisatie en management
Organisatiekunde - definitie:
Definitie organisatiekunde:
Een interdisciplinaire wetenschap die zich bezighoudt met het bestuderen van het gedrag van organisaties
alsmede de factoren die dit gedrag bepalen en de wijze waarop organisaties het meest doeltreffend bestuurd
kunnen worden. Onder ‘het gedrag’ van organisaties wordt de wijze van optreden en reageren van
organisaties verstaan.
Organisatiekunde omvat twee aspecten van het vakgebied:
1. Een descriptief aspect: dit is een beschrijving van het gedrag van organisaties, met de motieven en
gevolgen.
2. Een prescriptief aspect: dit is een advies over te volgen handelswijze en organisatierichtingen.
Effectiviteit – definitie:
Effectiviteit hangt samen met besturing en doeltreffendheid.
Definitie besturing:
Pogingen tot gerichte beïnvloeding. Binnen organisaties kunnen we besturing omschrijven als het richting
geven aan de processen die in een organisatie plaats vinden. Deze richting wijst naar een (vooraf bepaalde)
doel.
Definitie effectiviteit:
De mate waarin de besturing slaagt, wordt aangeduid met het begrip doeltreffendheid of effectiviteit.
Efficiëntie – definitie:
Definitie efficiëntie: Medewerkers de juiste taken op de juiste manier laten uitvoeren.
Denkers over organisaties – Geen namen/definities. Denkwijze herkennen in casus
* Frederick Taylor en het scientific management:
Taylor bood een systematische, samenhangende bedrijfskundige benadering voor de wijze waarop de
productie georganiseerd zou moeten worden. Een bedrijfsleider moet een bredere visie hebben op zijn taak
in de organisatie die bestaat uit plannen, coördineren, toezicht uitoefenen en het controleren van resultaten.
Taylor bouwde zijn systeem vanuit en voor de productieafdeling. Zijn theorie is vooral bedoeld voor
industriële ondernemingen (en gericht op de individuele productiemedewerker).
Hoofdpunten scientific management:
Enkele hoofdpunten uit zijn theorie over het bestuur en beheer van organisaties zijn:
1. Een wetenschappelijke analyse van de werkzaamheden en het uitvoeren van bewegingsstudies. De
resultaten kunnen leiden tot standaardisatie en normalisatie van het productieproces (machines en
materialen).
2. Een vergaande taakverdeling en training van de arbeiders. Hierdoor wordt elk handeling duidelijk
beschreven, wat resulteert in routine en haalbaarheid van hogere productienormen.
3. Een hechte en vriendschappelijke samenwerking tussen leiding en arbeiders.
4. De bedrijfsleiders (leiding) zijn verantwoordelijk voor het analyseren van en het zoeken naar
werkmethoden en het scheppen van productievoorwaarden.
5. De juiste man op de juiste plaats door zorgvuldige selectie.
6. Het invoeren van prestatiebeloning met als doel te komen tot lagere productiekosten.
Verder stond Taylor een arbeidsverdeling voor van de leiding van de productieafdeling of werkplaats over
acht functies die elk door een aparte functionaris uitgevoerd moesten worden: