Hoofdstuk 3 ADHD
Paragraaf 3.1 Kenmerken
ADHD is een neurobiologische ontwikkelingsstoornis, die in hoge mate erfelijk is. De pijlers van ADHD zijn:
aandachtstekort, hyperactiviteit en impulsiviteit. ADHD wordt ook wel een rijpingsstoornis genoemd. Als er
geen sprake is van hyperactiviteit, maar vooral van aandachtsproblemen gebruikt men de term ADD.
3.1.1 ADHD
Je kunt ADHD in drie gradaties hebben:
1. Licht: niet of nauwelijks meer symptomen dan vereist zijn om de classificatie te kunnen toekennen en
leiden tot lichte beperkingen in het sociale of beroepsmatige functioneren.
2. Matig: er zijn symptomen of functionele beperkingen tussen ‘licht’ en ‘ernstig’ aanwezig.
3. Ernstig: veel meer symptomen dan vereist zijn om de classificatie te kunnen toekennen zijn aanwezig .
Ze leiden tot duidelijke beperkingen in het sociale of beroepsmatige functioneren.
3.1.3 ADHD en gedrag
Dit zijn een aantal sterke kanten van een kind met ADHD:
Het zijn vaak heel enthousiaste kinderen.
Ze hebben tomeloze energie. Zijn dan vaak ook dol op sport en beweging.
Ze zijn vaak spontaan en open en hebben gevoel voor humor.
Zijn vaak heel zorgzaam, ondernemend en hebben vaak veel fantasie.
Kinderen met ADHD vertonen wat men noemt acting out-gedrag. Hieronder een aantal specifieke gedragingen
en problemen van kinderen met ADHD:
Gedragingen:
Bewegingsdrang Kinderen met ADHD zijn beweeglijk en kunnen heel moeilijk op hun plaats blijven zitten.
Impulsiviteit Kinderen met ADHD zijn vaak drukke praters. Ook roepen ze vaak voor hun beurt door de klas.
Lage frustratietolerantie Deze kinderen zijn vaak gauw gefrustreerd als iets niet lukt. Dat komt omdat ze niet of nauwelijks
kunnen omgaan met uitstel. Alles moet nu meteen.
Aandacht Kinderen met ADHD missen regelmatig een deel van je uitleg doordat het hun niet lukt om hun
aandacht lang vol te houden. Ze hebben moeite met het richten en vasthouden van aandacht.
Leerprestaties Kinderen met ADHD presteren meestal slechter op school dan kinderen zonder ADHD. Dit komt door
de korte aandachtsboog.
Emotieregulatie Kinderen met ADHD hebben een slechtere emotieregulatie dan andere kinderen. De kinderen worden
meestal overspoeld door de emoties.
Zelfbeeld Kinderen met ADHD hebben een complex zelfbeeld. Er is vaak sprake van een lage eigenwaarde door
alle negatieve sociale interacties die ze al hun hele leven meemaken.
Taakvermijdend gedrag Kinderen met ADHD vermijden of hebben een afkeer van taken die langdurige geestelijke inspanning
vereisen, dus moeilijke en/of saaie opdrachten.
Risicogedrag Wat kan wel, wat kan niet? Alle kinderen en dan vooral jongens, experimenteren graag.
Motivatie De innerlijke motivatie om door te werken is bij kinderen met ADHD over het algemeen kleiner dan
bij andere kinderen.
Tijdsbesef Kinderen met ADHD hebben een slecht tijdsbesef. Ze onderschatten de tijd die nodig is om een taak
te volbrengen. Ook overschatten ze de tijd die ze ter beschikking hebben voor de taak.
Bijkomende problemen
Onderpresteren Kinderen met ADHD ondervinden veel moeilijkheden op school. Hierdoor zijn hun
leerprestaties soms niet zo goed als ze qua intelligentie kunnen zijn.
Problemen met motoriek Problemen kunnen kinderen hebben met veters strikken, netjes schrijven of de jas
dichtknopen.
Slaapproblemen en Kinderen met ADHD hebben vaak last van slaapproblemen.
gedragsproblemen
Leerproblemen Als kinderen rekenproblemen hebben, is hun onderwijsbehoefte directe instructie. Hoe
gestructureerde je leerstof aanbiedt, hoe meer kans dat zij die oppikken.
Taalproblemen Het kan lastig zijn voor kinderen met ADHD om aan een gesprek deel te nemen of een
verhaal te vertellen.
, Paragraaf 3.2 Prevalentie
ADHD komt twee tot drie keer vaker voor bij jongens dan bij meisjes. Bij meisjes is vaker sprake van onder
diagnostiek. Bij meisjes wordt ADHD vaak onderkend in het voortgezet onderwijs. Meisjes hebben vaker ADHD
van het ‘overwegend onoplettende beeld (ADD)’ bovendien ziet het drukke gedrag van meisjes met de
hyperactieve vorm er toch anders uit dan bij jongens. Ze lopen vast op organisatie en planning.
Paragraaf 3.3 Comorbiditeit
Stoornis Procent Leeftijd Kenmerk
ADHD en ODD/CD (opstandig) 40-60% Peuter/kleuters Moeite met het aanvaarden van gezag. Voortdurend
overhoop met ouders, leerkrachten of vrienden die hun
willen vertellen wat ze moeten doen. Omgeving is
vijandig. Haatdragend, wraakzuchtig. Risicovoller
gedrag.
ADHD en DCD (bewegingen) 50% Basisschool Houterige motoriek, slecht evenwichtsgevoel, chaotisch,
slechte taalvaardigheid en emotionele onvolwassenheid
ADHD en dyscalculie, dyslexie, 30-40% Basisschool Moeite met een verhaal gestructureerd te vertellen,
dysorthografie, NLD (non- moeilijk focussen op een onderwerp, veel
verbaal), TOS woordvindingsproblemen – veel onderbrekingen in
(taalontwikkelingsstoornis) verhalen.
ADHD en ASS (autisme) 20-50% Peuter/kleuters Angst voor verandering, weinig flexibel, uiten in agressie
of brutaal gedrag.
ADHD en angst- en 25% (meisjes meer) Basisschool Gegeneraliseerde angststoornis (gedachten en meer
stemmingsstoornissen zorgen maken dan andere mensen).
Separatieangst (angst om van je ouders gescheiden te
worden)
Faalangst (angst om fouten te maken)
Sociale fobie (ernstige vorm van sociale faalangst)
ADHD en ticstoornis/Gilles de la 10% Basisschool Tics zijn plotselinge, snelle, herhaalde, niet-ritmische
Tourette motorische bewegingen of geluiden.
ADHD en depressie 4% Basisschool Vrijwel hele dag somber, moe zijn, snel boos zijn, met
grote regelmaat hoofdpijn of buikpijn hebben.
ADHD en OCS (obsessief 8-11% Basisschool Terugkerende dwanggedachten en/of
compulsief) dwanghandelingen.
Paragraaf 3.4 Meisjes met ADHD
Meisjes hebben waarschijnlijk even veel kans op ADHD als jongens. Hun ADHD wordt echter vaak gemist. Vaak
is het de leerkracht op de basisschool die (bij jongens) ADHD vermoedt. Bij meisjes gaat dat mis. Zij doen
namelijk veel meer hun best om hun ADHD te compenseren en zo te verbergen. Bij meisjes wordt er sneller
gedacht aan ADD, maar er zijn ook meisjes die druk, impulsief en snel afgeleid zijn en last hebben van heftige
emotionele uitbarstingen. Toch wordt er minder snel aan ADHD gedacht dan bij jongens. Het blijkt dat meisjes
met ADHD moeite hebben met sociale interacties, omdat ze minder goed letten op zowel verbale als non-
verbale signalen. Ook blijken ze vaak agressiever dan meisjes zonder ADHD. Ook lijkt erop dat meisjes met
ADHD hun emoties heftiger ervaren dan andere meisjes. Ze hebben moeite met het onder controle houden van
de emoties. Meisjes met ADHD hebben vaak een sterk rechtvaardigheidsgevoel. Ze reageren direct, weinig
subtiel en heftig op iets wat in hun ogen gevaarlijk is. Meisjes met ADHD blijken nog vaker dan jongens met
ADHD afgewezen te worden door leeftijdgenoten. Meisjes met ADHD zijn vaak thrill seekers. De spanning en
sensatie vinden ze heerlijk. Meisjes reageren anders op terechtwijzingen na een impulsieve actie dan jongens.
Ze schamen zich eerder en voel zich sneller schuldig.