interpreteren kon je de primaire wetten ontwijken, dat was de truc.
Zo is het ook in Engeland. Ze ontwijken de wetten hetzelfde door strikte interpretatie. Zo kan de
common law toegepast worden.
In Engeland gebeurt dit en ook de wetgever weet dat dit gebeurt.
De Interpretation Act, hier staan uitgebreide instructies in aan de rechter (bijvoorbeeld hij moet je
ook lezen als zij). Dit doet de wetgever anders wordt de wet ontweken. De Engelse wetteksten zijn
heel anders opgesteld als die van ons. Ze zijn heel langdradig en precies, bij ons juist vaag. Als de
Engelse wetten vaag zouden zijn zou door strikte interpretatie geen gebruik meer worden gemaakt
van de statutory law.
21
, Hoorcollege Week 1A
- Belangrijk om in het boek de verbanden te zien (tussen de hoofdstukken)
- Onderwerp van dit hoorcollege: codificatie
- Verband tussen wetgeving en religie
- Binnen deze cursus gaat het over de wetgeving met betrekking tot het privaatrecht, deze
regels zijn het oudst. Het vaak gaat immers over de rechtsgeschiedenis
- Strafrecht, staatsrecht en bestuursrecht zijn nog redelijk recent
- Is een beer een hond? Interpretatievraag. Art. 2:53 APV loslopende honden (art 6:1
Strafbepaling). Doel van de bepaling gebruiken bij loslopende beren, is dit legitiem? Als een
hond al aangelijnd moet worden waarom dan niet een beer. Een jurist kan zich hierover de
vraag stellen, de kantonrechter beslist hierover
- Codificatie: de gedachte dat je alle regels in de wetboeken haalt, regels gelden alleen als ze
bij wet zijn vastgelegd (gedachte van de moderne mens, Jeremy Bentham Engelse filosoof)
- Codificatie: codex (schrift) en facere (maken)
- Codificatie is geschreven recht, waaraan de overheid een aan haar gezag ontleende,
uitsluitende gelding toekent; deze exclusiviteit maakt de rechtsoptekening tot een volledige.
1. Optekening, geschreven recht
2. Overheid, orgaan die bevoegd is om de rechtsregels vast te stellen
3. Exclusiviteit, uitsluitende gelding
- Een wetboek is nooit volledig, nooit zijn alle gevallen vastgesteld. Wanneer er een geval is
waarin niet iets is vastgesteld in het wetboek mag de rechter interpretatie gebruiken van de
gebruikte regels. Ook bij het voorbeeld van: is een beer een hond? Door middel van
interpretatie kan de wet overal worden toegepast: formele volledigheid
- Jean Jacques Rousseau: Contrat Social (1762): de burgers hebben het voor het zeggen in de
staat. Het volk is soeverein: volkssoevereiniteit. De regels mogen niet van bovenaf komen en
niet van god. Volonte Generale: de burgers dienen zich aan de regels te houden, dit geldt
stilzwijgend. Als burger van de staat onderwerp je je aan de algemene volkswil. Hoe dit in
uitdrukking komt kan met verschillende systemen plaatsvinden, zoals het kiezen van
vertegenwoordigers
- Legaliteitsbeginsel, Cesare Beccaria: Nulla poena, sine previa lege (geen straf zonder
voorafgaande wet). Mensen mogen alleen gestraft worden wanneer dit vooraf strafbaar is
gesteld. Wanneer dit beginsel niet wordt gehanteerd is er sprake van ongelijkheid en
willekeur
- Montesquieu, De l’esprit des lois: scheiding der machten. Trias politica: uitvoerende macht,
rechtsprekende macht en de uitvoerende macht. Rechter: “La bouche de la loi”: de mond
van de wet
- Wetboek van Trypheme
I. Breng geen nadeel toe aan je buurman
II. Dit goed begrepen hebbende, doe wat je wilt.
Pierre Louijs, Les Avontures du Roy Pausole
Wat u niet wilt dat u geschiedt, doet dat ook een ander niet (Gulden regel)
- Interpretatie van teksten is altijd nodig. Als u zegt een tekst is mij duidelijk, dan komt deze
conclusie voort uit interpretatie van de lezer. Juristen zijn vaak ‘slechte’ schrijvers, er wordt
altijd ruim geformuleerd die niet makkelijk te lezen is. Daarbij komt de vraag naar boven hoe
de bepaling uitgelegd moet worden, interpretatie komt daarbij om de hoek kijken.
Voorbeeld: People v. Nelson: bellen in stilstaand voertuig voor een rood stoplicht. Rechter
oordeelde dat ook stilstaan voor een rood stoplicht deelnemen is aan het verkeer. De ratio,
de achtergrond van de bepaling blijft daarbij hetzelfde. Stilstaan kan daarbij ook rijden zijn
- Amerikaanse zaken:
‘Scarcely any question arises in the United States which does not become, sooner or later, a
subject of judicial debate.’
22
, Voorbeeld: Nix v. Hedden: is een tomaat groente of fruit? Een tomaat is groente omdat dit
doorgaans niet als dessert wordt genuttigd.
- Codificatie is belangrijk, maar zonder interpretatie is dit niet mogelijk
23
, Hoorcollege Week 1B
- Natuurrecht
- 16-12-1773: The Boston Tea Party, één van de startpunten van de Amerikaanse
onafhankelijkheid. In de onafhankelijkheidsverklaring: The Declaration of Independence 4-
07-1776
- We hold these thruths to be self-evident (evident, vanzelfsprekend), that all Men are created
equal, that they are endowed by their Creator with certain unalienable (onvervreemdbare)
Rights, that among these are Life, Liberty and the Pursuit of Happines
Deze gedachte van bovenstaande zinsnede is de gedachte van het natuurrecht. Rechten die
vanuit de aard voortvloeien. Met onze natuur komen allerlei rechten en plichten. Deze
gedachte was heel populair in heel Europa vanaf de 18 e eeuw
- Dit college gaat over het traceren van het idee van natuurrecht
- Thomas Paine zegt dat de natuurrechten voortvloeien uit de common sense
- Oud Griekenland: Epicurus (filosoof): Wat is recht? Een begintoestand waarin de mens nog
geen afspraken heeft gemaakt met elkaar, en als je dat doet dan heb je vooral het recht van
de sterksten. Een oorlog van allen tegen allen. Thomas Hobbes: homo homini lupus: de
mens is voor de mens een wolf. Volgens Epicurus moesten we regels maken. Door een
juridisch systeem te creëren voorkom je eigenrichting. Zo kom je uit de oertoestand. Recht is
een middel om de kwaal van de mensheid te bestrijden, je hoeft eigenlijk maar één ding te
doen: spelregels controleren op navolging. De regels zijn dan bindend: formeel recht. Het
gaat om vorm, het proces. Bijvoorbeeld bindende regels vaststellen bij meerderheid. De
enige vraag die beantwoord moet worden is of er gespeeld is volgens de spelregels. Het gaat
dus om de manier van het maken van de regels.
- Andere positie: de stoïcijnen (de Stoa): wat is recht? (Geschriften van Cisero:) je moet de
vraag op een andere wijze gaan beantwoorden. Je moet daar een inhoudelijke toets op los
laten. Je moet kijken of een regel wel billijk is. Alleen als een regel billijk, rechtvaardig, is dan
is het een regel die behoort tot het recht. Dit is een materieel rechtsbegrip. Je kijkt hier dus
meer naar de materie, en minder naar de spelregels. Het recht moet ook voldoen aan de
natuur van de mens. Het natuurrecht vormt hierbij een soort toetssteen (zoals dat bij ons de
Grondwet is).
- Rome: Romeinen verbonden nauwelijks consequenties aan de idee van het natuurrecht. Ius
naturale & Ius gentium. Het natuurrecht wordt bekeken in verhouding met het recht wat alle
volkeren gemeen hadden. Dus is een bepaalde rechtsinstelling overal aanwezig dan betreft
het Ius gentium. Ius naturale is het natuurrecht. Ook bij de Romeinen speelt de idee van het
natuurrecht. Alle dierlijke wezens worden in vrijheid geboren, dit vloeit voort uit het
natuurrecht. Romeinen waren echter een slaven houdende samenleving, een vorm van
slavernij was echter overal bekend, comuun. Slavernij behoorde daarom bij het Ius gentium,
het recht van volkeren. Romeinse juristen hadden wel wat problemen met het houden van
slaven, ze deden er echter niets mee. Slaven houden was tegennatuurlijk, maar dit was niet
meer dan een feitelijke vaststelling. Er worden geen consequenties, of vervolgtrekking,
verbonden aan het niet voldoen aan het natuurrecht.
- Middeleeuwen: Ratio scripta. De katholieke kerk was in deze tijd het grootst, iedereen was
katholiek. Ook konden rechtszaken worden gestart bij de katholieke rechtbank. Er is een
onderscheid tussen Goddelijk recht, en door menselijk gemaakt recht. Er geldt een verschil in
kracht tussen het Goddelijk recht en het door mensen gemaakt recht. Het Goddelijk recht is
in de canonieke leer groter dan het menselijk recht. Geschreven recht is de Bijbel,
ongeschreven recht is natuurrecht. Aequitas: billijkheid. Aequitas canonica. In de katholieke
24