Een volledige samenvatting van het vak Internationaal Publiekrecht, zowel RGBIR00005 (Bachelor) als RGMIR00105 (Master-variant), gegeven in het studiejaar 2022 / 2023. De samenvatting is van het boek Kern van het internationaal publiekrecht (9e druk), ISBN: 9120.
Een uitgebreide samenvatting wa...
Samenvatting van het vak Internationaal Publiekrecht
Zowel RGBIR00005 als RGMIR00105 (Master-variant)
Rijksuniversiteit Groningen
Literatuur:
P.A. Nollkaemper, Kern van het internationaal publiekrecht, Den Haag: Boom
juridisch 2022. 9e druk.
ISBN: 9789462909120
De volgende hoofdstukken worden in deze samenvatting besproken. Dit zijn ter
verduidelijking de voorgeschreven hoofdstukken van het vak Internationaal
Publiekrecht (Bachelor als Master-variant).
HC1A Inleiding H1
HC1B Staten, volken en zelfbeschikkingsrecht H2 & H3
HC2A Actoren: internationale organisaties H4
HC2B Actoren: Mensen en mensenrechten H9 en H12.7
HC3A Rechtsbronnen H5
HC3B Verdragen H6
HC4A Supranationaliteit, het gebruik van geweld en H10 & H12.8
internationaal strafrecht
,HC1A: Inleiding.
Hoofdstuk 1: Begrip en aard van het internationaal publiekrecht
Grote delen van internationaal publiekrecht zijn wereldwijd van toepassing. Het belang van
internationaal publiekrecht vloeit voort uit onderlinge afhankelijkheden tussen staten. Het speelt een
belangrijke rol bij het vormgeven van samenwerking en het realiseren van gemeenschappelijke
belangen. Is ook van belang voor het nationaal recht binnen staten. Internationale afspraken hebben
pas effect als die binnen de nationale rechtsorde worden toegepast. De grondwet geeft de
Nederlandse regering de taak om de ontwikkelingen van de internationale rechtsorde te bevorderen.
De Nederlandse rechtsorde staat relatief vergaand open voor internationaal recht.
1.2 Geschiedenis
De oorsprong van het internationaal publiekrecht wordt vaak verbonden met het ontstaan van
onafhankelijke en soevereine staten in Europa. Met de Vrede van Westfalen ontstond een systeem
van soevereine en gelijke staten die niet langer waren onderworpen aan een hoger gezag. Sindsdien
kon er ook onderscheid worden gemaakt tussen het publieke gezag, dat werd uitgeoefend door de
staat, en de private belangen van de monarch. Hiermee waren de voorwaarden voor het moderne
internationale publiekrecht gecreëerd. In de erkenning van soevereiniteit van staten en in het
netwerk van onderlinge rechtsbetrekkingen dat tussen deze soevereine staten ontstond, ligt de
oorsprong van het moderne internationaal publiekrecht.
Aanvankelijk was internationaal publiekrecht vooral Europees publiekrecht. Gedreven door
economische belangen en ondersteund door militaire en politieke macht breiden Europese staten
hun activiteiten uit naar andere delen van de wereld (denk aan VOC). Met een aantal relatief machtig
een georganiseerde politieke entiteiten sloten Europese staten overeenkomsten met elkaar die de
belangen van hun onderdanen in die gebieden beschermen. Kolonisatie gaf het internationaal
publiekrecht in geografische zin een mondiaal karakter. Was niet werkelijk universeel en werd in het
algemeen ook niet beschouwd als behorend tot internationaal publiekrecht. Dit was vooral nog
Europees.
Na de Eerste Wereldoorlog verloor Europa zijn greep op de internationale rechtsorde. Het beginsel
van zelfbeschikking speelde hierbij een dominante rol. Dit gaf alle volkeren het recht om over hun
eigen lot te beschikken. Het proces van globalisering leidde tot een verdergaande groei in
wereldwijde handel in investeringen, tot de verspreiding van technologie, maar leidde ook tot een
schijnbare convergentie rond westerse ideeën.
Vervolgens wordt er gesproken over de positie van Europa in verhouding met China en de VS, maar
ook India en Brazilië. De internationale rechtsorde is ook veranderd door de opkomst van andere
actoren die naast maar soms ook tegenover staten staan. Er zijn veel bovennationale vormen van
organisatie ontstaan zoals de VN en de EU. Ook spelen niet-statelijke instituties een belangrijke rol in
het realiseren van bovennationale belangen.
2
,1.3 Omschrijving
Algemene omschrijving
Internationaal publiekrecht regelt de uitoefening van publiek gezag in de internationale
gemeenschap. Het kent bevoegdheden toe aan entiteiten die publiek gezag uitoefenen (staten en
internationale organisaties) en biedt een juridisch kader waarbinnen zij deze bevoegdheden
uitoefenen.
Het boek gebruikt twee termen die verwant zijn met het begrip ‘internationaal publiekrecht’:
volkenrecht en internationaal recht. In het Romeinse Rijk duidde deze term op het recht dat op alle
burgers van toepassing was, in de zestiende en zeventiende eeuw zag het op het recht dat tussen
staten gold. Internationaal publiekrecht ziet niet in eerste instantie op volkeren. Hij is te beperkt voor
staten. De term ‘internationaal publiekrecht’ sluit beter aan bij de veelzijdigheid van internationale
rechtsbetrekkingen. De term ‘internationaal recht’ is breder dan internationaal publiekrecht.
‘Internationaal recht’ omvat strikt genomen zowel internationaal publiekrecht als internationaal
privaatrecht. In de praktijk en literatuur wordt de term ‘internationaal recht’ vooral gebruikt als
synoniem voor ‘internationaal publiekrecht’. Kortheidshalve volstaat dit boek daarom vaak met de
term ‘internationaal recht’.
Het internationale element
Internationale element onderscheid internationaal recht van nationaal recht. Het internationale dan
wel nationale karakter van een rechtsregel wordt in hoofdzaak bepaald aan de hand van de
rechtsbron waaruit deze regel voortvloeit. De internationale rechtsorde erkent in hoofdzaak vier
rechtsbronnen: gewoonterecht (recht dat ontstaat uit de praktijk van staten in combinatie met een
rechtsovertuiging), verdragen, besluiten en internationale organisaties en algemene
rechtsbeginselen. Recht dat uit deze rechtsbronnen voortvloeit, wordt aangeduid als internationaal
recht.
Over de vraag of de internationale rechtsorde en de nationale rechtsorde werkelijk gescheiden zijn,
wordt verschillend gedacht. Twee opvattingen kunnen worden onderscheiden: de dualistische leer
en de monistische leer. Dualistische leer stelt dat de internationale en de nationale rechtsordes
geheel gescheiden rechtssystemen zijn. Omdat internationaal recht voortkomt uit de wil van de
staat, is het per definitie afhankelijk van en onderworpen aan soevereiniteit. Internationaal recht
staat niet boven de staat, maar is ‘extern’ recht van de staat, een juridisch instrument waarmee de
staat zijn macht kan werkelijken. De dualistische leer is geïnspireerd door nationalistische
opvattingen. Zij beschermt immers de nationale rechtsorde tegen de invloed van internationaal
recht. De monistische leer is in belangrijke mate een reactie op de nadruk van het dualisme op de
soevereine staat en de ontkenning van een zelfstandige positie van het individu. Het monisme gaat
ervan uit dat er één rechtsorde bestaat, waar zowel internationaal als nationaal recht deel van
uitmaakt. Internationaal recht werd niet gezien als ‘extern recht’ van de staat, maar als recht dat de
macht van de staat kon beperken. Momenteel blijven de normatieve dimensies van beide
opvattingen relevant. Moderne theorieën geven de voorkeur aan een pluralistische opvatting die
uitgaat van een niet-hiërarchische ordening van naast elkaar staande rechtsordes.
Nationale regels hebben geen rechtsgevolgen in de internationale rechtsorde. De formele scheiding
tussen de internationale en de nationale rechtsorde betekent ook dat internationaal recht niet kan
3
, bepalen welke rechtsgevolgen het heeft in de nationale rechtsorde. Het formele onderscheid
betekent ook dat deze rechtsordes eigen organen kennen. Drie kanttekeningen:
- Modern internationaal recht heeft in belangrijke mate betrekking op de rechtspositie van
natuurlijke personen, vooral in de vorm van mensenrechten.
- Internationaal recht heeft steeds meer betrekking op onderwerpen die ook door nationaal
recht worden gereguleerd.
- Steeds meer staten hebben hun nationale rechtsorden opengesteld voor de toepassing van
internationaal recht.
Het publieke element
Publieke karakter ligt besloten in twee kenmerken. Ten eerste legitimeert en reguleert internationaal
publiekrecht de uitoefening van publiek gezag in de internationale gemeenschap. Dit geldt bovenal
voor het gezag van staten en internationale organisaties. Ten tweede beschermt internationaal
publieke belangen, zoals veiligheid, welzijn, bescherming van natuur en milieu enz. Maar
internationaal publiekrecht beschermt ook bovennationale publieke belangen: belangen van staten
gezamenlijk en in sommige gevallen de belangen van de internationale gemeenschap als geheel.
Het onderscheid tussen internationaal publiekrecht en internationaal privaatrecht is niet scherp. Om
grensoverschrijdende publieke belangen te beschermen kan het wenselijk zijn privaatrechtelijke
rechtsbetrekkingen te reguleren. Het onderscheid tussen internationaal publiekrecht en
internationaal privaatrecht wordt verder gerelativeerd doordat staten in toenemende mate publieke
taken overlaten aan private instituties. Instituties worden vaak beheerst door het privaatrecht, maar
deze taken kunnen toch een publiek karakter hebben. Zo kan een staat aansprakelijk worden gesteld
als een private instelling bij de uitoefening van publieke taken in strijd handelt met internationaal
recht.
Het juridische element
Het juridische element onderscheid internationaal publiekrechtelijke normen van andere
(internationale normen). Morele overwegingen hebben een grote invloed op de ontwikkeling en
interpretatie van internationaal publiekrecht.
Het onderscheid tussen juridische regels enerzijds en politieke en morele regels anderzijds kan aan
de hand van twee criteria worden bepaald. Het eerste criterium is de bron van een regel. De
internationale rechtsorde kent een beperkt aantal rechtsbronnen, bovenal verdragen,
gewoonterecht, besluiten van internationale organisatie sen algemene rechtsbeginselen. Alleen
regels die uit deze bronnen voortvloeien, behoren tot het internationaal publiekrecht. Het tweede
criterium dat juridische regels onderscheidt van andere regels is dat rechtsregels onderdeel zijn van
een systeem dat schending van een norm verbindt met een sanctie. De verbinding tussen een
overtreding van een rechtsnorm en een door het recht geregelde sanctie is een wezenskenmerk van
‘recht’.
“De wijdverbreide naleving van internationaal recht wordt bepaald door een groot aantal factoren
die weinig met handhaving te maken hebben.”
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Lian0215. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,49. Je zit daarna nergens aan vast.