30): De kandidaten kunnen aan de hand van het voorbeeld vd virtuele biotoop uitleggen dat de
moderniteit kan leiden tot sociaal atomisme
Daarbij kunnen zij uitleggen dat individualisering, rationalisering, vrije markt, de opkomst van de
techniek en moderne instituties onze ervaring van relaties hebben doortrokken
Virtuele biotoop= de denkbeeldige/ niet tastbare leefomgeving
Dankzij de beschikbaarheid v techniek in de moderniteit speelt ons leven veel meer af in
virtuele wereld (communiceren via sociale media en computers)
Door deze virtuele manier v met elkaar omgaan, wordt je veel meer in je eigen
individuele belevingswereld teruggedrongen
Instituties en de vrije markt
werken hier ook aan mee ze zijn rationeel georganiseerd, waarbij mensen worden
gereduceerd tot “nummers” en relaties “transacties”
Dit alles leidt tot sociaal atomisme= het onvermogen tot het aangaan van betekenisvolle relaties met
mensen v vlees en bloed
31): De kandidaten kunnen de neoklassieke (economische) opvatting over hebzucht en egoïsme
weergeven, uitleggen en beoordelen
1. Als aanjager v economische ontwikkeling
2. Als invulling v het goede leven
3. Als invulling v een bepaalde sociale orde
1) Bij de economische theorieën die neoklassiek worden genoemd- staat het nastreven v
eigenbelang centraal
Dit streven stimuleert namelijk productie – hierdoor wordt economische ontwikkeling
aangewakkerd
2) Eigenbelang wordt gezien als de kern v het goede leven omdat iedereen hier (in
financiële zin) een beter leven v krijgt
3) Eigenbelang staat aan de basis v een goede sociale orde, omdat we het beste uit ons zelf
halen om onze belangen te vervullen
32): De kandidaten kunnen het verschil tussen de opvattingen van het COMMUNUTARISME en het
LIBERALISME over het goede leven weergeven. Daarbij:
,-Aan de hand van het onderscheid tussen ‘dunne moraal’ en ‘dikke moraal’ de kritiek van het
communitarisme op het liberale mensbegrip uitleggen.
-Beargumenteren dat de tegenstelling tussen de opvattingen van liberalisme en communitarisme
over het goede leven vanuit een deugdethische benadering kan worden gerelativeerd.
Liberalisme: het goede leven is een leven vol vrijheid voor het autonome individu
Communitarisme: het goede leven is een leven waar het individu rekening moet houden met de
gemeenschap waarin hij leeft
Is terug te zien in de begrippen dunne en dikke moraal
Dunne moraal= wijst op het liberale beeld dat de individuele vrijheid het hoogste goed is
Dikke moraal= wijst op het communitaristische beeld dat de dunne moraal ‘leeg’ is en van
mening is dat er ook gedeelde ideeën over goed samenleven en normen en waarden in de
moraal opgenomen moeten worden
De deugd is een houding die er voor zorgt dat mensen op een goede manier handelen
Om op een deugdelijke manier te handelen is het belangrijk dat het individu, individuele
vrijheid heeft en dat hij zich op een bepaalde manier tot de gemeenschap verhoudt
Door op deze manier “het goede leven” te benaderen worden het liberale en
communitaristische beeld v HGL verzoend
33): De kandidaten kunne uitleggen dat Macintrye het deugdbegrip actualiseert met behulp van de
begrippen practice, internal goods en external goods.
Daarbij het deugdbegrip toepassen op praktijken als sport, bedrijfsleven, media en onderwijs
Aristoteles zijn begrip van deugd past vooral bij Oud-Griekse Aristocratie (de beste, edelen zijn
deugdelijk)
Macintyre vormt dit begrip om zodat het ook past in onze hedendaagse samenleving
‘Practices’: samenwerkingsverbanden v mensen die gezamenlijk zorg dragen voor het
gemeenschappelijk goed en hierbij “excellentie” / deugdelijkheid hanteren
‘Internal Goods’: kwaliteiten die iemand ontwikkelt als hij samenwerkt aan een
gemeenschappelijk goed
‘External Goods’: externe zaken die nastreeft die buiten het gemeenschappelijke goed
liggen- macht,genot,geld,aanzien (kan ervoor zorgen dan de nadruk ligt op het externe
doel ipv de goede deugdelijke praktijk)
34): De kandidaten kunnen de opvatting v Hegel uitleggen waarin individuele vrijheid niet kan
worden verwerkelijkt zonder de “specifieke sfeer v zedelijkheid”, die hij burgerlijke maatschappij
noemt
- De mens is volgens Hegel, niet vanuit zichzelf vrij, maar krijgt zijn vrijheid vd gemeenschap
waarin hij leeft
Vrijheid ontstaat in de sociale, culturele en politieke orde waarin je leeft – deze orde
noemt Hegel “zedelijkheid” (deugdzaamheid)
, Door deze zedelijkheid vd burgerlijke maatschappij wordt je als mens pas echt “vrij” en ontwikkel je
zelfbewustzijn
je kunst pas echt je eigen geluk najagen binnen de zedelijkheid (burgelijke maatschappij)
35): De kandidaten kunnen de opvatting v Hegel over Anerkennung als ‘verdubbeling van ons
zelfbewustzijn’ uitleggen met behulp v een voorbeeld en daarmee kritiek leveren op de atomaire
vrijheidsopvatting
Hegel is tegen de atomaire vrijheidsopvatting omdat daar de nadruk ligt op ongebondenheid en
individuele keuzevrijheid en een ongebonden persoon kan nooit “vrij” zijn
De ware vrijheid ligt in de relatie tot een ander= Anerkennung
De erkenning is dat zowel een indivdu als gezamenlijk bent gezamenlijk omdat de
ander jou je vrijheid ‘geeft’
– een verdubbeling v ons zelfbewustzijn
Voorbeeld “2 mensen groeten elkaar”
Iemand zegt hallo tegen jou, uit vrije wil begroet jij de ander terug- je bent immers niet verplicht dit
te doen: omdat je teruggroet bevestig je dat je de ander als specifiek persoon ziet
En de ander ziet jou bij het groeten ook als de zelfstandige en vrije persoon die je bent
er is sprake v Erkennung
36): De kandidaten kunnen de opvatting v Hegel over arbeid uitleggen waarin het individu zijn
eigen behoeften ‘bemiddelt’, zichzelf vormt en daarmee zijn eigen geluk en vrijheid verzoent met
de gemeenschap
Zij kunnen daarbij ook uitleggen dat in corporaties en in de staat private belangen door
wederzijdse erkenning worden verzoend in een bestendige gezamenlijkheid
Arbeid is geen noodzakelijk kwaad maar iets wat ons tot vrij persoon maakt
in de burgerlijke maatschappij lever je arbeid om te kunnen leven- om zo je behoeften te kunnen
bevredigen
- je kunst je behoeften niet direct doormiddel v werk bevredigen: je moet rekening houden
met de behoeften v anderen
alleen via hun behoeften kun je in je eigen behoeften voorzien
- Dit werkt volgens Hegel niet beperkend maar juist bevrijdend
Je vormt jezelf door arbeid / werk namelijk tot een vrij en gelukkig persoon
- Doordat je eigen behoeften bemiddeld moeten worden door anderen is je eigen geluk in
overeenstemming met de belangen vd gemeenschap
Beroepen vormen zich tot corporaties. Zodra je gaat werken treed je op vrijwillige basis toe
tot zo’n corporatie.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper elinedemeester1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.