Netwerkmethodiek 1
Hfd 4 deel 1 ‘Theorie’ uit de sociaal netwerkmethodiek (Scheffers 2015)
Overheid uitganspunt: mensen eerst doen wat ze zelf kunnen, daarna kijken in eigen omgeving wie
hun kan ondersteunen. Professional nodig als het echt niet lukt en ondersteuning nodig is. WMO
groot beroep op zelfstandigheid en participatie van burgers. Verschillende soorten vrijwilligerswerk:
mensen zelf voor kiezen, mantelzorg en geleid vrijwilligerswerk. Behoeftepiramide van Maslow:
1. Lichamelijke behoeften
2. Behoefte aan veiligheid en zekerheid
3. Behoefte aan sociaal contact en liefde
4. Behoefte aan waardering en erkenning
5. Zelfontplooiing
Sociaal kapitaal heeft betrekking op de sociale verbanden van mensen en groepen en de
hulpbronnen die ze weten te mobiliseren. Drie componenten: vertrouwen, gedeeld normen en
netwerken.
bonding social capital- verbindend sociaal kapitaal of bridging social capital- overbruggend sociaal
kapitaal. Preventief: voorkomend. Primaire: voorkomen dat aandoening/ problemen zullen optreden,
secundaire: duur van de problematiek te verminderen & tertiaire preventie: interventies die de
gevolgen zoveel mogelijk ondervangen. Curatief: doelgerichte interventies mensen ondersteunen.
College
Hulpverlening:
- Veiligheid waarborgen (voorstelronde)
- Respect voor de persoon
- Gelijkwaardigheid
- Open houding
- Luisteren, elkaar begrijpen.
- Waardering en complimenteren.
- Vertrouwen
- Genoeg tijd nemen voor het gesprek.
- Inleven in de situatie.
- Inzicht geven in de eigen situatie.
- Gespreksvaardigheden toepassen.
- Humor
- De client activeren en motiveren de oplossingen
Ecogram
,Structuur sociaal netwerk:
- Omvang, veel of weinig personen.
- Bereikbaarheid, geografische afstand.
- Gevarieerdheid, veiligheid
- Mate van contact
- Inhoud van contact, behoeften
Uitgangspunten netwerkbenadering, draagkracht van mensen is groter als ze beschikken over een
steunend netwerk. Hulpverlener richt zich op sociale interacties tussen client en omgeving.
Inventariseer het netwerk, stimuleer het versterken van het netwerk.
Houding professionals:
- Betekenisgeving client
- Niet wetende houding, zoekende houding en gelijkwaardig
- Probleemgericht naar toekomstgericht
- Focus op kracht van zijn netwerk
- Bewust zijn van eigen referentiekader
Fasen in de methodiek:
1. Verkennen probleemsituatie
2. Inventariseren sociaal netwerk
3. Analyseren en tot doelen komen
4. Plan opstellen voor uitvoering
5. Plan uitvoeren en evalueren
Outreachende bandering= niet direct een probleem aanwezig \
de basisrol van de begeleider is gericht op meerzijdige partijdigheid (Scheffers, 2020). De waarheid
bestaat niet en iedereen beleeft een situatie vanuit zijn perspectief. Toen de cliënt vertelde over de
reden van zijn detentie heeft de begeleider zijn eigen normen en waarden niet op de voorgrond
geplaatst. Als dit wel was gebeurd zou er een heftige discussie kunnen plaatsvinden over ethische
verantwoord is en wat niet. De cliënt zal dan vanuit het perspectief van de dader kijken en de
begeleider vanuit het perspectief van het slachtoffer en de samenleving. Dit is tijdens het gesprek
niet gebeurt, omdat de begeleider meerzijdig partijdig was. De begeleider heeft daarnaast
onderzocht wie het initiatief neemt voor het contact. Het bleek dat de cliënt vaak het initiatief neemt
voor het onderhouden van het contact.
, Familie
Vrienden,
kennissen
Professionals,
en
maatschappelijke
oud-
diensten en
collega’s
vrijwilligers
Buren en woonomgeving
, Opdracht:
Casus, verslag half A4, kort wie is de client? Situatiebeschrijving
Ecogram invullen tijdens het gesprek.
Netwerkanalyse (kort opvallende punten uit de bijlage)
Begeleidingsgesprek (samenvatting gesprek, doelen, jouw begeleiding om de doelen te formuleren)
wat je zelf hebt gedaan om tot de doelen gekomen. Bron, client het proces ervaren.
Uitgangspunt sociaal netwerkmethodiek (handreiking, reclame over netwerkmethodiek, )
Wat is netwerkmethodiek, voorbeelden vanuit de praktijk, mogelijkheden op stage methoden.
Activeren en motiveren van client.
Wat kan ik aan mijn collega’s vertellen over netwerkmethodiek
Bronnen, 1 of 2 keer
Netwerkmethodiek 2
Hfd 4 deel 2 microniveau par. 4.4 t/m 4.7 en 4.10 attitude van de hulpverlener (Scheffers 2015)
Doelen sociaal netwerkmethodiek: de client heeft een vitaal sociaal netwerk waarin het leven
gedeeld wordt. De client heeft met behulp van zijn sociaal netwerk weer de regie over zijn leven.
Resultaten op lange termijn zichtbaar. Interventie is verdeeld over vijf fasen:
1. Inventariseren van het sociaal netwerk: persoonlijke sociale netwerk van de client in kaart
brengen.
2. Analyseren van de mogelijkheden van het sociaal netwerk: het beeld is dynamisch dat
betekent dat de ecogram een momentopname is. Bespreken welke hulpbronnen of
belemmeringen iemand ervaart.
3. Opzetten van een werkplan: de wijze waarop de client zijn doelen wil behalen staat centraal.
Deze doelen kunnen gaan over het uitbreiden of opbouwen van zijn netwerk en/ of koppelen
van de vragen aan de juiste netwerkleden.
4. Uitvoeren van het werkplan
5. Evalueren en consolideren van de bereikte resultaten
Het ecogram, inventarisatieformulier of het schema met mogelijkheden zorgen dat het netwerk
overzichtelijk in kaart kan worden gebracht. Een ingevuld ecogram geeft een beeld van de verdeling,
evenwichtigheid, mate van gehechtheid en de samenhang en differentiatie. Mobiliseren van de
werking= als er meer informatie van de client komt waar degene normaal niet zo makkelijk mee
komt. Reorganiserende werking= de kijk van de client op zijn netwerk verandert. Dit kan leiden tot
het hernieuwen van de contacten en verschillende netwerkleden anders waarnemen. Heterogeen
netwerk bestaande uit mensen met uiteenlopende kwaliteiten. Homogeen netwerk bestaande uit
mensen in vergelijkbare omstandigheden en met vergelijkbare kwaliteiten.
Attitude van de hulpverlener:
- Zie de client in context van zijn omgeving.
- Meerzijdige partijdigheid
- Weers terughoudend met daadwerkelijke hulp