Inhoud
Recht: Een introductie............................................................................................................................1
Hoofdstuk 1 het rechtssysteem in Nederland....................................................................................1
Hoofdstuk 11 Staatrecht.....................................................................................................................4
Hoofdstuk 10 Huurrecht.....................................................................................................................9
Hoofdstuk 2 verbintenissenrecht.....................................................................................................13
Hoofdstuk 3 verbintenissen uit de overeenkomst............................................................................13
Hoofdstuk 4 Verbintenissen uit de wet............................................................................................16
Hoofdstuk 5 Consumentenrecht.......................................................................................................18
Hoofdstuk 6 Arbeidsrecht.................................................................................................................21
Hoofdstuk 13 Vreemdelingenrecht...................................................................................................26
Hoofdstuk 15 Strafrecht...................................................................................................................33
Hoofdstuk 16 Strafprocesrecht.........................................................................................................38
Hoofdstuk 1 het rechtssysteem in Nederland
Het recht in Nederland wordt onderverdeeld in twee categorieën:
1. Privaatrecht
2. Publiekrecht
Privaatrecht wordt ook wel civiel recht of burgerlijk recht genoemd. In het privaatrecht sta je als
burger tegenover een andere burger en staan dus de rechtsbetrekkingen tussen burgers centraal. De
overheid heeft niks met de relatie te maken.
Onder burgers vallen:
1. Natuurlijke personen; mensen van vlees en bloed
2. Rechtspersonen; Organisatorische eenheden die aan het rechtsverkeer deelnemen
Op vermogensrechtelijk terrein hebben rechtspersonen dezelfde mogelijkheden als natuurlijke
personen. Rechtspersonen zijn organisatie die ook rechten en plichten hebben, net als natuurlijke
personen.
Zowel rechtspersonen als natuurlijke personen zijn rechtssubjecten; Zij zijn drager van rechten en
plichten.
Het burgerlijk wetboek bevat de belangrijkste regels van het privaatrecht en is door zijn omvang
verdeeld in negen boeken.
Boek 1: Personen- en familierecht
Boek 2: Rechtspersonenrecht
Boek 3: Algemene regels voor het goederenrecht en het verbintenissenrecht
Boek 4: Vermogensrecht (maar staat een beetje apart van de andere boeken over dit
rechtsgebied)
, Boek 5: Zakelijke rechten
Boek 6: Algemene regels over verbintenissen
Boek 7: Bevat allerlei bijzondere regels over diverse overeenkomsten (bijvoorbeeld de
arbeidsovereenkomst, koopovereenkomst etc)
Boek 8: Verkeersmiddelen en vervoer
Boek 9: Nog niet ingevoerd.
Boek 10: Internationaal privaatrecht
Publiek recht gaat over de rechtsbetrekkingen tussen de burgers en de overheid.
Onder het publiek recht vallen de volgende rechtsgebieden:
Je kunt het recht ook indelen in materieel recht en formeel recht.
Materieel recht= De regels waarin het recht personen bepaalde gedragingen voorschrijft of verbiedt.
Materieel recht bevat de inhoud van het recht.
Formeel recht= Heeft ten aanzien van het materieel recht de betekenis van hulprecht. Het helpt de
naleving van het materiële recht te verzekeren. Het formele recht is van toepassing als jouw recht is
geschonden of als je jouw verplichting niet nakomt. Geeft regels voor procedures.
Wetten en regels bevatten ook objectief en subjectief recht.
Objectief recht =Het geheel van rechtsregels die in Nederland gelden.
Subjectief recht= Juridische bevoegdheden die een persoon kan hebben op basis van het objectieve
recht. Het subjectieve recht is de bevoegdheid die je hebt om aanspraak te maken op het objectieve
recht.
Jurisprudentie= het geheel van rechterlijke uitspraken
Aanvullend recht / regelend recht = Wanneer het wetsartikel slechts geldt voor zover er niet door
een eigen regeling van partijen van afgeweken is. Vult afspraken van partijen aan als zij op een
bepaald onderdeel zelf niets hebben geregeld.
Dwingend recht= Aan wetsartikelen van dwingend recht is men wel verplicht zich te houden.
Wetten worden gemaakt door staatsorganen (Staten Generaal en de regering samen, provincies en
gemeente). De regering en de SG maken samen wetten. Deze wetten worden wetten in formele zin
genoemd. De wetgeving gemaakt door provincies en gemeentes wordt gezien als lagere wetgeving.
De jurisprudentie (Rechtspraak)
De wetgever kan de maatschappelijke ontwikkelingen niet bijhouden, daarom is er besloten om
jurisprudentie ook als rechtsbron aan te merken. Verder worden er ook soms open of vage termen
gebruikt in de wet. Het is de bedoeling dat de rechter deze termen, via de beslechting van concrete
geschillen, invult. Ook is het zo dat de samenleving wellicht niet meer uit de voeten zou kunnen met
een verouderde rechtsnorm. De vraag is in dit soort situaties of de rechter die oude norm strikt moet
toepassen. De rechter moet dus met een uitspraak komen en zijn uitspraak motiveren (art. 121 Gw).
Het kan daarbij voorkomen dat zij een weg inslaan waarop zij door andere rechters worden gevolgd.
Als dat gebeurt, kan vaste rechtspraak ontstaan (jurisprudentie) en dat is een van de bronnen waarin
rechtsnormen kunnen worden aangetroffen.
Gewoonterecht
Rechters kunnen ook van het gewoonterecht gebruik maken om geschillen op te lossen. Let op dat
niet elke gewoonte aangemerkt kan worden als gewoonterecht. Nadelen van het gewoonterecht zijn
rechtsonzekerheid en rechtsongelijkheid.
Het verdrag
Ook in verdragen zijn rechtsregels te vinden. Verdragen zijn overeenkomsten tussen staten of tussen
staten en internationale organisaties zoals de EU, de raad van Europa en de Verenigde Naties. Voor
de hedendaagse rechtsontwikkeling zijn vooral verdragen van belang waarin mensenrechten zijn
neergelegd. Denk hierbij aan verdragen die tot stand zijn gekomen in VN-verband en via de Raad van
Europa. Het gaat daarbij onder andere om het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en
politieke rechten (IVBPR of BUPO) en het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en
culturele rechten (IVESCR). De Europese tegenhangers van die twee zijn: het Europees Verdrag tot
bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) en het Europees
Sociaal Handvest (ESH).
De staat heeft 3 taken:
1. Maken van wetten
2. Besturen
3. Geschillen moeten worden opgelost adv rechtspraak
Burgers worden alleen gebonden aan regels als deze worden gemaakt door een overheidsorgaan dat
bevoegd is wetten uit te vaardigen. Wetten die gemaakt worden door de Staten-Generaal en de
regering samen worden wetten in formele zin genoemd. Er zijn ook nog andere organen die wetten
kunnen maken, maar die organen hebben minder verregaande bevoegdheden.
, Regering= moderne woord voor kroon. Het betekent staatshoofd en ministers (Art. 42 lid 1 Gw).
Het staatshoofd (= de koning) speelt een rol bij de procedure van totstandkoming van wetten. De
ministers zijn echter verantwoordelijk (Art. 42 lid 2 Gw).
Totstandkoming van wetten in formele zin
Art. 81 tm Art. 88 Gw = Beschrijft hoe een wet in formele zin tot stand komt. Het wetgevingsproces
begint bijna altijd bij het kabinet (Ministers en staatssecretarissen), soms bij de tweede kamer.
Recht van iniatief = het recht om wetsvoorstellen in te dienen (behoort toe tot de tweede kamer) ->
Art. 82 Gw.
Recht van amendement (Art. 84 Gw) = dit recht maakt het mogelijk wijzigingen voor te stellen in het
wetsontwerp.
Omdat de 1e kamer niet het recht van amendement heeft, wordt hier alleen over het gehele
ontwerp gestemd. Passeert het ontwerp ook de eerste kamer, dan behoeft het nog slechts de
bekrachtiging van het staatshoofd. Het stuk moet verder worden ondertekend (Dit heet
contrasigneren) door de betrokken bewindslieden (Art. 47 Gw). De Minister van Justitie en Veiligheid
zorgt vervolgens voor bekendmaking in het Staatsblad. De inwerkingtreding wordt of in de wet
geregeld, of bepaald door de algemene regel dat de wet in werking treedt met ingang van de tweede
kalendermaand na de datum van bekendmaking.
Hoofdstuk 11 Staatrecht
Het staatsrecht is het rechtsgebied dat gaat over de inrichting van de staat en de verhouding tussen
de overheid en de burger.
Staat= een organisatie die macht uitoefent over een bepaalde bevolking binnen een bepaald
grondgebied.
Kenmerken van een staat:
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper nazdvl91098. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,98. Je zit daarna nergens aan vast.