Voorbeeld: mannen huilen niet.
Stereotypering: het toeschrijven van bepaalde kenmerken aan een persoon puur en alleen
op grond van de sociale groep waartoe die persoon behoort. Het is een generalisatie: alle
leden van een groep worden over een kam geschoren.
Voorbeeld: puber worden
We spreken van vooroordelen: negatieve houdingen, overtuigingen en gevoelens tegenover
individu vanwege zijn of haar lidmaatschap van een bepaalde groep.
Voorbeeld: alle Marokkanen zijn crimineel
Discriminatie betekent dat je wat doet, dus hoe je handelt: dat je onterecht onderscheid
maakt tussen groepen, waarbij je de ene groep benadeelt ten opzichte van de andere.
Voorbeeld: door uitsluiting, vernedering of geweld
Dehumanisering: als groepen mensen van hun menselijkheid worden ontdaan. Mensen
worden dan minder als mensen beschouwd.
Een van de verklaringen voor het hebben van negatieve vooroordelen en stereotypen is dat
iemand zichzelf daardoor beter voelt. Het is iets heel sterks in mensen om een positief
zelfbeeld te hebben en dat wordt versterkt als je tot een betere groep behoort.
Confirmation bias = Onbewust nieuwe informatie verdraaien of negeren. Zodat het aansluit
bij wat we al dachten. Speelt grote rol in het hebben van vooroordelen.
De in-group en out-group bias
1) In-group bias
Bij de in-group bias geef je voorkeur aan je eigen groep en de leden van die groep. Je ziet
overeenkomsten, deelt een gezamenlijke hobby/passie en je kunt het goed met die leden
vinden.
2) Out-group bias
Bij de out-group bias heb je een afkeer tegen de andere groep en de leden van die groep.
Leren