Samenvatting – Kwalitatief onderzoek doen
Basis van Onderzoeksmethoden en Statistiek
Hoorcollege 1 week 1
Wie wat zegt, waarover het gaat, de hoeveelheid kennis die iemand daarvan heeft en waar
de informatie vandaan komt, heeft allemaal invloed op de betrouwbarheid van een
statement. Wetenschappelijk onderzoek legt het meeste gewicht in de schaal.
5 kenmerken van wetenschappelijk onderzoek
Theorievormend: Wetenschappelijk onderzoek leidt tot extra theoretische kennis.
Theoretische kennis geeft verklaringen die verder gaan dan alleen de paar
observaties die in één specifieke setting zijn gedaan. Hiervoor wordt zoveel mogelijk
eerder wetenschappelijk onderzoek gebruikt. Onderzoek leidt tot verklaringen van
geobserveerde fenomenen.
Systematisch: Onderzoek gaat volgens een vast patroon wat van tevoren is
vastgesteld (het volgt de empirische cyclus)
Controleerbaar: peers kunnen het onderzoek controleren en kunnen op basis van
beschreven keuzes in het onderzoek, deze geheel herhalen
Empirisch: conclusies baseren op (zintuigelijke) systematische waarnemingen
VB: interviews houden
Probabilistisch: we realiseren ons dat de uitspraken alleen geldig zijn op een
bepaalde plek, plaats en tijd. Verschilt dit dan kunnen ook de resultaten verschillen
Iteratief: je keert herhaaldelijk terug naar eerdere fases van het onderzoek
Kenmerken van een (goede) theorie:
Falsifieerbaar (falsifiability): theorie waar we onderzoek naar kunnen doen en
waarvan we kunnen aantonen dat het niet klopt. Er is dus zowel een theorie te vinden
die de stelling bekracht als een stelling die het ontkracht
- soms kan dit niet vanwege geloof, normen en waarden etc.
Spaarzaam (parsimonious): we hebben de voorkeur voor een simpele theorie
Producent: zelf wetenschappelijk onderzoek uitvoeren d.m.v. bestuderen, observeren,
documenteren of analyseren.
- research wetenschappers
- professor
Consument: resultaten van wetenschappelijk onderzoek lezen, evalueren en interpreteren
om te kunnen gebruiken in werk, hobby’s, relaties of persoonlijke ontwikkeling.
Evidence-based treatments: therapieën die worden ondersteund door de resultaten uit
wetenschappelijk onderzoek.
Scientists don’t say prove
Als we niet alle mogelijke raven hebben geobserveerd, kunnen we niet bewijzen dat alle
raven zwart zijn! i.p.v. bewijzen, spreken we over dat resultaten van data een theorie
ondersteunen.
Replication: een studie wordt opnieuw uitgevoerd om te testen of dat de resultaten
consistent zijn.
1
,Samenvatting – Kwalitatief onderzoek doen
Basis van Onderzoeksmethoden en Statistiek
Theorie in sociale wetenschappen
Een theorie is een geheel van denkbeelden, hypothesen en verklaringen die in onderlinge
samenhang worden beschreven. In de wetenschap is een theorie een getoetst model ter
verklaring van waarnemingen van de werkelijkheid.
De theorie-data cyclus
Idee, theorie die je interessant vindt: a set of statements
Onderzoeksvraag: wat wil je precies onderzoeken, iets dat nog niet bekend is
Onderzoeksontwerp: hoe ga je het onderzoek uitvoeren, veel keuzes maken
Hypothese: uitspraak over je verwachting wat je gaat vinden (prediction)
Preregistratie: voordat er data verzameld is en geanalyseerd, wordt de hypothese
etc al verstuurd en als dit wordt goedgekeurd, wordt je artikel gepubliceerd ongeacht
de conclusies van het onderzoek. (om onderzoekers te beschermen tegen de
verleiding van het aanpassen van de conclusies om dit in lijn te hebben met wat je
had verwacht) dit is in het leven geroepen omdat er veel fraude was bij kwantitatief
onderzoek
Data verzameling: d.m.v. methodes zoals beschreven in het onderzoeksontwerp
Data analyse: wetenschappelijke publicatie van de uitkomsten
Bij kwalitatief is er minder gebruik van preregistratie, er is minder noodzaak omdat hier
minder gefraudeerd kan worden / is.
2
,Samenvatting – Kwalitatief onderzoek doen
Basis van Onderzoeksmethoden en Statistiek
Elk onderzoek levert weer nieuwe vragen op waardoor je de cyclus opnieuw doorloopt (links)
of komen er resultaten uit je onderzoek die maken dat je je onderzoeksontwerp gaat
aanpassen om vanaf daar weer verder te gaan (rechts).
3 soorten onderzoeksvragen:
1. Fundamenteel onderzoek (basic): geven antwoord op vragen die we hebben over
een kennisprobleem: iets dat we niet weten, iets waar we in geïnteresseerd zijn
VB: wat gebeurt er in de hersenen van kinderen met dyslectie, hoe zit dit in elkaar,
wat zijn dingen waar ze tegen aan lopen?
VB: Worden jongeren narcistisch van het gebruik van social media?
2. Toegepast onderzoek (applied): helpen ons om een praktijkprobleem op te lossen,
iets in de maatschappij, het dagelijks leven dat we willen oplossen
VB: welke kennis uit dit fundamentele onderzoek hebben we nodig om een plan te
maken om kinderen met dyslectie te helpen. Een behandelplan maken die we in de
praktijk kunnen inzetten. Herken je met name bij organisaties.
3. Translationeel onderzoek (translational): helpen ons om de brug te slaan tussen
fundamenteel en toegepast onderzoek, dit helpt ons om een theoretisch probleem in
de praktijk op te lossen // een probleem in de praktijk op te lossen d.m.v. de theorie.
VB: bij een instelling in de praktijk kijken of dit behandelplan helpt bij kinderen met
dyslectie. Herken je vooral in de medische wereld.
De onderzoeksvraag leidt tot een onderzoeksontwerp
Wat voor soort empirische gegevens worden verzameld?
Wat voor type onderzoek ga je uitvoeren?
1. kwalitatieve gegevens: open onderzoeksvraag, wordt uitgevoerd bij relatief
weinig participanten, levert tekstuele resultaten op zoals interviews
2. kwantitatieve gegevens: duidelijk gespecificeerde onderzoeksvraag, wordt
uitgevoerd bij grotere groepen, levert cijfermatige data op
correlationeel
experimenteel
Bij wie worden empirische gegevens verzameld?
Het is van belang dat er een goede match tussen je participanten en je
onderzoeksvraag
De basis van Ethische principes – The Belmont Report: principles and
applications
1. Respect
1. Iedere individuele participant is autonoom en heeft het recht zelf te bepalen of hij
deelneemt
2. Participanten met minder autonomie, hebben recht op speciale bescherming, o.a.
kinderen of geestelijk gehandicapten
Informed consent: voordat iemand deelneemt aan je onderzoek vertel je ze wat het
onderzoek betekent, wat er van ze wordt verwacht, veel uitleg geven.
3
, Samenvatting – Kwalitatief onderzoek doen
Basis van Onderzoeksmethoden en Statistiek
- soms is dit niet nodig als er geen schade is, een anoniem onderzoek of als het onderzoek
plaatsvindt in een onderwijssetting.
Misleiding (deception): niet vertellen waar het onderzoek over gaat, info achterhouden
(omission) of liegen en een heel ander verhaal vertellen (comission), juist om het gewenste
effect van het onderzoek te stimuleren. Je moet wel uitleggen waarom je misleiding nodig
hebt voor je onderzoek.
Debriefing: naderhand alles vertellen zoals het onderzoek precies is gegaan. (wanneer er
geen misleiding is, zal dit weinig verschillen. Indien er wel misleiding is is de debriefing dus
anders.)
2. Weldoen (beneficence)
Zowel fysiek als mentaal geen schade toebrengen aan je participanten. Hier neem je
de maatschappij in mee: op welke manieren brengt dit een voordeel of schade aan
de maatschappij?
Anonimiteit en vertrouwelijkheid:
Anonymous study: er wordt geen identificerende informatie gevraagd van de
participant.
Confidential study: er wordt wel identificerende informatie gevraagd, maar deze
wordt in codes / versleuteld opgeslagen.
- In kleine groepen moet je algemenere uitspraken doen om de participanten te
beschermen, omdat je anders kan raden over wie het gaat
3. Rechtvaardigheid (justice)
Er is een juiste balans tussen investering en opbrengst / de mensen die participeren
in het onderzoek en de mensen die hiervan profiteren. Zodra de groep participanten
representatief is voor de groep mensen die van de resultaten profiteert, is er
rechtvaardigheid.
VB: in de Tuskegee syphilis study hadden Afrikaanse Amerikanen met syfilis een
nadeel, terwijl álle mensen met syfilis profiteren van de resultaten van de studie!
4.
Belmont & APA’s 5 algemene principes
Aan de drie ethische principes voegt de American Psychological Association (APA) nog 2
principes toe die gericht zijn op het beschermen van studenten en cliënten van therapeuten:
1. Respect
2. Welbevinden
3. Vertrouwen & verantwoordelijkheid (fidelity and responsibility)
4. Integriteit (integrity)
5. rechtvaardigheid
IRB, Institutional Review Board: commissie die verantwoordelijk is voor het interpreteren
van de ethische principes en waarborgt dat onderzoek met participanten ethisch is verlopen.
4