SAMENVATTING PERIODE 1
De kleur van Sociaal werk (Spierts, 2019)
- Het maatschappelijke werk en cultureel werk stonden vaak tegen of naast elkaar.
- De recente veranderingen van onze verzorgingstaats brachten de beide
benaderingen weer naar elkaar toe. (Zelfredzaamheid, participatiewet, WMO 2015)
- Wat voor effect heeft de veranderingen van de verzorgingsstaat gemaakt op het
sociaal werk? De staat was in het verleden meer behulpzaam en bood de bevolking
veel steun aan. Nu is het meer gericht op de zelfredzaamheid van de burger. Meer
burgerinitiatief.
- Marie Kamphuis & Jo Boer waren na 1945 de voor vrouwen van maatschappelijk
werken Opbouwwerk
- De uitbouw van de verzorgingsstaat en na de tweede wereldoorlog groeide de
behoefte aan professionaliseren van de sociaal sector en scholing van
maatschappelijke werkers. Er werd veel gekeken naar de studie en professional al uit
de Veringeden staten. Marie Kamphuis heeft lange tijd in VS gestudeerd en heeft de
studie naar Nederland gebracht. De grootste verandering hierin was dat men niet
meer allen naar het individu keek, maar ook naar de omgeving. Er werd meer
aandacht gegeven aan het perspectief van de client. De hulpverlening moet meer
gericht worden op het gebruiken van de hulpbronnen van de omgeving van de cliënt,
om de zelfredzaamheid van de cliënt re vergroten. De benadering sluit op onze
hedendaagse empowerment.
- Jane Adams is een van de internationale grondleggers van Opbouwwerk en cultureel
werk gezien. Door het reizen in Europa ontdekt ze in Londen een buurthuis die door
uni studenten zich voor armere bevolkingsgroepen zet. Terug in Chicago gaat ze in
een van de armste buurten wonen en Stichts ze soortgelijke buurthuis ‘’Hull House’’
op, niet wetend dat het een van de meest bekende buurt- volkshuis in Amerika
wordt. Jane adams ziet de mens als onlosmakelijk verbonden met z’n omgeving. Ze
richt zich vooral op grote maatschappelijke veranderingen, maar onderkent dat soms
individuele hulpverlening nodig is, zij het dat die dan vooral via een groepsgewijze
benadering moet plaatsvinden. Bijvoorbeeld doe in projecten voor werkloze of
daklozen, het opzetten van adviesbureaus en bemiddelingen organisaties op allerlei
terreinen. Hedendaags zien we nog veel opbouwwerkers die wijkgericht de kracht
van de burgers versterkt.
- Mary Richmond wordt gezien als een van de grondleggers van maatschappelijk werk
en pleitbezorger van het sociaal casework. Mary Richmond ziet de mens al als
maatschappelijke wezen in denken en handelen. Sociale problemen zijn verstoringen
de afstemmingen tussen de mens en omgeving. Algemene verbeteringen van
omstandigheden en individuele hulpverlening zijn daarom beide noodzakelijk.
,- De verschillen in benadering tussen Mary Richmond en Jane adams is, terwijl
Richmond zich direct richt op het individuen en gezinnen met acute problematiek,
concerteert Addams zich op de verbeteringen van de levensomstandigheden in de
directe omgeving.
Recht voor de sociaal professional, (Sepmeijer, 2021)
Hoofdstuk 9 p.175
- De sociale zekerheid in ons land wordt onderverdeeld in twee
1: sociale verzekeringen
2: sociale voorzieningen
- Sociale verzekeringen in ons land wordt ook verdeelt onder twee
1: volksverzekeringen
2: werknemersverzekeringen
- Volksverzekeringen die er zijn (VOOR IEDEREEN)
In de meeste gevallen voert de sociale verzekeringsbank de volksverzekeringen uit.
Iedereen die een inkomen heeft, betaalt premie voor de sociale verzekeringen.
1: Algemene Ouderdomswet (AOW) (VOOR IEDEREEN)
Wie in Nederland woont of werkt, is verzekerd volgens de Algemene
Ouderdomswet (AOW). Een verzekerde die inkomen heeft, moet AOW-premie
betalen. Wie in de 50 jaar voordat de AOW-gerechtigde leeftijd is bereikt, verzekerd
is geweest, krijgt een volledige AOW-uitkering.
2: Algemene nabestaandenwet (Anw) (VOOR IEDEREEN)
De overheid zorgt met de nabestaandenuitkering uit de Algemene nabestaandenwet
(Anw) dat nabestaanden een basisinkomen hebben. De Sociale Verzekeringsbank
(SVB) betaalt deze uitkering uit. Als iemand overlijdt, heeft dit vaak financiële
gevolgen voor de partner en kinderen. De overheid wil dat nabestaanden zeker zijn
van een basisinkomen. Daarom kunnen zij aanspraak maken op een uitkering via
de Algemene nabestaandenwet (Anw).
3: Algemene Kinderbijslagwet (AKW) (VOOR IEDEREEN)
Kinderbijslag is een bijdrage van de overheid in de kosten voor kind(eren) tot 18 jaar
en is onafhankelijk van je inkomen. Ouders die in Nederland wonen en/of in
, loondienst werken hebben meestal recht op kinderbijslag voor thuiswonende eigen
kinderen, stief- en soms pleegkinderen onder de 18 jaar.
4: Zorgverzekeringswet (Zvw) (VOOR IEDEREEN)
U of uw werkgever/uitkeringsinstantie betaalt de inkomensafhankelijke
bijdrage Zorgverzekeringswet (bijdrage Zvw) aan de Belastingdienst. Deze bijdrage
is een bijdrage die u of uw werkgever/uitkeringsinstantie - naast de premie aan de
ziektekostenverzekeraar - betaalt voor de zorgverzekering.
De Zorgverzekeringswet wordt op een aantal manieren bekostigd, namelijk middels:
Inkomensafhankelijke bijdragen
Premie van de verzekerde
Eigen risico
Een algemeen zorgverzekeringsfonds
5: Wet langdurige zorg (Wlz) (VOOR IEDEREEN)
Wat valt onder de Wet langdurige zorg? De Wlz geeft recht op zorg aan verzekerden
die blijvend zijn aangewezen op 24 uur per dag zorg in de nabijheid of permanent
toezicht vanwege hun aandoening(en) of beperkingen(en). Dat betekent dat iemand
niet alleen kan worden gelaten. Daarnaast staat vast dat dit voor de rest
van zijn leven zo is. LET OP! Je komt hier in aanmerking voor als je voor WMO bent
afgewezen.
- Werknemersverzekeringen die er zijn (VOOR MENSEN IN LOONDIENST)
Voor werknemersverzekeringen wordt premie betaald, die door de belastingdienst
wordt geïnd
1: Werkloosheidswet (WW) (VOOR MENSEN IN LOONDIENST)
De Werkloosheidswet (WW) is een tijdelijke uitkering om het verlies aan inkomen tussen twee
banen op te vangen, bijvoorbeeld voor werknemers die hun baan hebben verloren, of minimaal
vijf arbeidsuren per week verliezen en over deze uren geen recht op loon hebben. U heeft recht
op WW als u werkloos raakt vanuit een dienstverband en aan de volgende voorwaarden voldoet:
U bent verzekerd voor werkloosheid. Dit is meestal zoals u bij een werkgever in dienst bent of
was. Als u de AOW-leeftijd bereikt, bent u niet meer verzekerd.
2: wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) (VOOR MENSEN IN LOONDIENST)
Een WAO-uitkering is een arbeidsongeschiktheidsuitkering voor langdurig zieken.
De WAO bestaat alleen nog voor mensen die voor 1 januari 2004 ziek zijn geworden. In
2006 is de WAO vervangen door de WIA (Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen).
, De Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) kent 2 soorten uitkeringen: Een
tijdelijke loondervingsuitkering voor mensen ouder dan 33 jaar. De loondervingsuitkering
duurt minimaal een half jaar en maximaal 6 jaar. Dit hangt af van de leeftijd waarop u
arbeidsongeschikt bent geworden.
3: Wet werk en inkomen naar het arbeidsvermogen (WIA) (VOOR MENSEN IN LOONDIENST)
De Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) is een werknemersverzekering, die ervoor
zorgt dat werknemers aanspraak kunnen maken op een uitkering als ze hun werk na twee jaar
ziekte (gedeeltelijk) niet meer kunnen doen. Zij kunnen een aanvraag voor een WIA-uitkering bij
UWV doen. De WIA is van kracht geworden op 29 december 2005 en vervangt de WAO.
De wet geeft werknemers die na een wachttijd van twee jaar nog minstens 35 procent
arbeidsongeschikt zijn, recht op een uitkering.
4: Ziektewet (ZW) (VOOR MENSEN IN LOONDIENST)
In de volgende situaties heeft u, ondanks dat u geen werkgever heeft, toch recht op
een Ziektewetuitkering: U bent uitzendkracht en ziek. U bent oproepkracht of invalkracht
en ziek. U heeft een fictief dienstverband en bent ziek (voor o.a. thuiswerkers, musici en
artiesten).
De Ziektewet is een zogeheten vangnetvoorziening. De wet zorgt ervoor dat zieke
werknemers die geen loon krijgen, toch een inkomen hebben in de vorm van
een uitkering. De uitkering bedraagt
meestal 70 procent van het
maximumdagloon. Het UWV betaalt
deze uitkering over een periode van
twee jaar
