Aantekeningen college 8
Motivatie
Wat drijft ons om bepaald gedrag te vertonen?
1. fysiologische factoren
2. behoeften
3. gevoelens (emoties)
4. gedachten
5. omgeving
Theorieën over motivatie
Wat is de instinct doctrine?
Gaat vooral uit van het biologische en fysiologsische. Mensen worden gedreven
door hun instinct:
Mensen vertonen automatisch, onwillekeurig, niet aangeleerd gedrag
vertonen wat uitgelokt wordt door bepaalde situaties
Gedrag wat onze overlevingskansen bevordert (visie evolutionaire
psychologie)
bijv. een pasgeboren baby wat een vinger volgt, omdat het denkt dat dat
de tepel is. Je wordt dus aangeboren met drinkgedrag.
je wordt aangeboren met een voorkeur voor zoet en zure smaken, en
mindere voorkeur voor bittere smaken. Is handig, want bittere smaken
kunnen giftig zijn.
geldt ook voor bepaalde fobiën en angsten, zoals angst voor insecten en
spinnen, angst voor hoogten.
Worden volwassenen ook geleid door instincten? Bij sommige dingen dus
wel, zoals een fobie. Maar uiteindelijk valt dit toch tegen, je hebt bijv. geen
werkinstinct. Toch wel op een andere manier; gewoonten!
→ één van de eerste theorieën over gedrag, komt voort uit studies over dieren.
Aantekeningen college 8 1
, Hoe hangt dit samen met gewoontes?
Instinct = automatisch, onwillekeurig, niet aangeleerd gedrag wat uitgelokt
wordt door bepaalde situaties
Volwassenen worden sterk beïnvloed door AANGELEERDE (ipv
aangeboren) gewoontes
Worden getriggered door bepaalde situaties: geconditioneerd gedrag
je bent gewend om chips te eten als je een film kijkt. Zodra je een film
gaat kijken, trek je een zak chips open. Dit is een gewoonte van je.
Link met overlevingskansen verdwenen → gaat niet meer om het overleven
van de soort
Wat is de drive reduction theory?
Deze theorie kijkt niet alleen maar naar de fysiologie, maar ook wat voor
behoeften dat bij ons oproept.
Homeostase: neutrale, ideaale, optimale staat van zijn.
1. Lijf ervaart verstoorde homeostase/equilibrium
2. Ontstaat biologische need
3. Psychologische drive: je voelt je gemotiveerd om de need te vervullen
4. Gedrag dat need vervult en drive vermindert
5. Homeostase/equilibrium is hersteld
Voorbeeld: 1) je hebt honger, je homeostase is verstoord. 2) er ontstaat een
biologische need, je voelt honger. 3) je gaat opstaan en eten halen, een
psychologische drive. 4) je gaat eten, dit vervult de need en verminderd de drive.
5) zo heb je geen honger meer, er is weer homeostase, rust in je lijf.
Zijn needs altijd fysiek?
We kunnen ook gedreven worden door andere needs:
a. Fysieke needs = primary drives (deze zorgen ervoor dat je lijf in balans is,
zoals water, eten, slaap, etc.)
b. Andere needs = secondary drives (dit is bijvoorbeeld geld) Deze needs zijn
vaak aangeleerd, je leert wat handig is om te hebben zodat je voor jezelf en
anderen kan zorgen.
Aantekeningen college 8 2
, → kan ook heel onhandig zijn! Bijvoorbeeld als je jezelf hebt aangeleerd om veel
alcohol te drinken. Als er geen drank in huis is, voel je een drive om naar de
winkel te gaan. Of het gebruik van je telefoon, je voelt een drive om je telefoon
te gaan halen thuis als je die vergeten bent.
als je stress hebt, maakt je lijf cortisol aan. Als je knuffelt, maak je oxytosine
aan, dit zorgt ervoor dat het cortisolniveau naar beneden gaat.
Is de homeostase altijd fysiek?
Nee! Mensen houden ook van homeostase in hun gedachten/percepties
(cognities) en hun gedrag. Wij vinden het niet zo fijn als we op een bepaalde
manier over iets denken en ons vervolgens op een hele andere manier
gedragen.
Cognitive dissonance theory (zie H16): als er dissonantie (verschil) is tussen
gedachten en gedrag probeert men dat op te lossen. Je ervaart dan ook
geen homeostase tussen je gedachten en gedrag.
Kan je dan gedrag veranderen door mensen op andere gedachten te
brengen.
Motiveert dat gedrag?
Helaas… mensen passen liever hun opvattingen aan dan hun gedrag
(“goedpraten”) → bijv: stress is nog veel slechter voor mijn hart dan die paar
sigaretjes op een dag, en stoppen zou me heel veel stress geven. Denkfout:
stress is niet blijvend, dat kan weer overgaan.
Wat is de arousal theory?
Ons gedrag wordt gemotiveerd door de behoefte om een optimaal niveau van
arousal te ervaren
Arousal = hoe actief je lijf is (hartslag, spierspanning, bloeddruk)
Optimale niveau van arousal geeft ons prettig gevoel (emoties!)
Is er een algemele optimale arousal?
Nee, grote variatie in optimale hoeveelheid arousal. Hangt sterk samen met
persoonlijkheid/temperament. Dat is ook het idee achter de sensation seekers,
die krijgen een bepaalde kick ervan om gevaarlijke dingen te doen. Die worden
gelukkig van een hoog arousalniveau.
Wat is de incentive theory?
Aantekeningen college 8 3
, Gaat niet meer over biologische en fysiologische factoren, maar meer over
cognitie. Deze is gebaseerd op de leertheorie (operant conditioneren, je leert
bepaald gedrag door beloningen en straffen). Externe in plaats van fysieke
factoren motiveren ons gedrag.
Positive incentives: positieve gevolgen van gedrag
Negative incentives: negatieve gevolgen van gedrag
Dus: verwachte gevolgen, het resultaat en hoe belangrijk we die vinden
beïnvloedt ons gedrag.
Wat is het belang van incentives?
Hoe sterk bepaalde incentives jouw gedrag beïnvloeden is niet constant.
Bijvoorbeeld beloning in vorm van voedsel belangrijker als je honger hebt
(biologische motivatie/needs toch belangrijk!)
Kunnen incentives (beloningen en straffen) ook nadelen hebben?
Als je je kind veel beloningen en complimenten geeft, kan dat narcisme in de
hand werken. Ons leersysteem is gebaseerd op incentives, is dat wel goed? Zou
iemand beter presteren als we dat zonder cijfers doen?
Wat is het verschil tussen intrinsieke en extrinsieke motivatie?
Intrinsiek Extrinsiek
Iets doen omdat je het leuk vindt, je er Iets doen voor een externe beloning,
goed door voelt, het een voldaan bijvoorbeeld geld, cijfer, verzoek van
gevoel geeft een ander
Beloning komt vanuit jezelf: positieve Externe beloning: tastbaar of
emoties over je prestatie waardering van een ander
Iets doen omdat je het wilt Iets doen omdat je het moet
Intrinsieke motivatie werkt beter op de lange termijn.
Wat zeggen de cognitieve theorieën?
Nieuwere theorieën veel nadruk op allerlei cognities (niet in boek) Bijvoorbeeld:
Hoe risicovol denk je dat jouw gedrag is? Verwacht je dat je het gedrag goed
kunt uitvoeren? (zelfvertrouwen) Wat voor beren zie je op de weg? (barrières om
bepaald gedrag te vertonen)
Wat zegt Maslow’s Hierarchy of Needs?
Aantekeningen college 8 4