§5.1 Attitude
Een attitude is de redelijk consistente en voorspelbare manier waarop iemand ten opzichte van het
attitudeobject:
- Voelt; gevoelsmatig aspect: je gevoel bij het object. Dit kan positief, negatief, plezierig, veilig,
beangstigend enz. Dit is het belangrijkste aspect.
- Denkt; cognitief aspect: alles wat je maar kan denken bij het object. Feiten, oordelen,
meningen, moppen enz.
- Geneigd is zich te gedragen; handelingsaspect: gedrag waartoe we geneigd zijn. Bijvoorbeeld:
als ik een hond zie aankomen, dan maak ik dat ik wegkom.
Het is lastig om snel en precies je attitude te formuleren. Ook is je attitude afhankelijk van de situatie.
Belangrijke attitudes zijn zo strek dat we ze snel kunnen verwoorden. Ze zijn sneller beschikbaar, de
toegankelijkheid is dus groter.
5.1.1 Het aanleren van attitudes
Attitudes zijn aangeleerd, en niet aangeboren. Bij het aanleren kunnen de volgende dingen een rol
spelen:
- Leren door klassiek conditioneren
- Leren door operant conditioneren (responsbekrachtiging)
- Leren door imitatie (imitatieleren)
- Andere vormen, zoals leren door studeren en nadenken over onderwerpen.
Leren vind vaak plaats in groepen. Je bent gevoelig voor attitudes van voor jou belangrijke mensen
: ouders, broers, zussen, vrienden, collega’s. In groepen is er een sociale druk om bepaalde attitudes
over te nemen.
Attitudes spelen een belangrijke rol bij interpersoonlijke relaties; positieve attitudes ten opzichte van
anderen leiden tot meer waardering en prettiger samenwerken.
5.1.2Het veranderen van attitudes
Door de invloed van een erg aantrekkelijke persoon kan je attitude over iets dat voor die persoon
belangrijk is, zomaar veranderen. Toch zal dat niet snel gebeuren bij attitudes waar je je sterk aan
hecht. Attitudes kunnen verschillen van sterkte. Sterktes zijn verbonden met waarden van de sociale
gemeenschap.
Je kunt last krijgen van je attitudes;
- Cognitieve dissonantie; 2 attitudes die onderling tegenstrijdig zijn en eigenlijk niet samen
gaan. Bijvoorbeeld; je wilt op tijd slapen, maar je vrienden vragen je voor een feestje.
- Je hebt een attitude die strijdig is met waarden die je nastreeft. Bijvoorbeeld; je bent een
gezondheidsfreak, maar kan geen nee zeggen tegen een stuk taart.
Attitudes leiden niet tot gedrag. Ook sociale normen kunnen van grote invloed zijn, ook al denk jij
anders over de norm doe je het vaak wel.
5.1.3 Het zelfbeeld
Ten opzichte van jezelf heb je ook een attitude: je zelfbeeld. Een belangrijke theorie is
zelfperceptietheorie van Bem. Je gedrag kan je stemming beïnvloeden. Als je blij bent, lach je. Maar
andersom is het ook zo. Als je lacht, wordt je vanzelf blijer.