Een samenvatting van het biologie boek Nectar. Het hele hoofdstuk over (kwetsbare) ecosystemen, in één bestand overzichtelijk weergegeven. Met bronnen uit het boek zelf.
Hoofdstuk 15 Kwetsbare
ecosystemen
Paragraaf 1 Energiestromen
De heuvels van Lachay
Koude golfstroom vanaf Zuidpool richting Peru, bijna geen verdamping door koude waterzeer droge
kustgebieden. Plantjes nauwelijks wortels en halen voedingstoffen uit de lucht. In heuvels langs kust in
wintermaanden mistig, water uit zeewind condenseert langs stenen en rosten, laad zaadjes kiemen. Op
blaadjes condenseert water: steeds meer water op grond.
Heuvels van Lachay zijn een oase. 5000 hectare uniek ecosysteem, begrensd gebied met wisselwerking
tussen organismen onderling (biotische factoren) en hun omgeving (abiotisch). Hoe hoger in de heuvels
hoe meer water en hoe meer verschillende soorten (bron1). Aan andere kant heuvel nauwelijks mist, en
begint vrijwel direct woestijn, hier groeien dus cactussen.
Energie
In elk ecosysteem gebruiken organismen energie om organische stoffen te vormen. Door fotosynthese
maken planten(/bacteriën) met behulp van zonlicht C6H12O6 (glucose) uit CO2 H2O, dit zijn anorganische
stoffen. Hebben geen C-H verbindingen. Energie die planten zo vastleggen is voor hele ecosysteem
beschikbaar. Elk organisme gebruikt deel van organische stoffen als bouwstof of energiebron.
Energiestroom
Producenten van ecosysteem: organismen die energie vastleggen in organische verbindingen. Zijn foto-
autotrofe organismen, maken met behulp van lichtenergie organische stoffen uit anorganische.
Heterotrofe organismen zijn consumenten van ecosysteem. Ze gebruiken deel organische stoffen uit
voedsel als bouwstof, brandstof. Er komt altijd energie vrij, dit deel energie verlaat de consument als
warmte. Reducenten: aan einde voedselketen, zij leven van gestorven organismen en organische
afvalproducten. Wat uiteindelijk overblijft zijn anorganische stoffen. Vrijgekomen warmte verlaat
ecosysteem.
Andere energiebronnen
Chemosynthese: het opbouwen van organische stoffen uit anorganische stoffen met behulp van energie
die vrijkomt bij een chemische reactie met anorganische reactie. Bv. de bacterie Nitrosomonas die NH4+
oxideert tot NO2-, dit zijn nitrietbacterïen. Andere bacteriën oxideren NO2- verder tot NO3- , dit is een
nitraatbacterie. Beide groepen bacteriën zijn chemo-autotroof. Voor nitraat bacteriën is NO3- de
afvalstof, planten nemen dit op om eiwitten te maken, komen na korte of lange tijd in milieu, na rotting
ontstaat NH4+ dat nitrietbacteriën weer kan gebruiken
Bedreigingen
Door klimaatveranderingen is niet zeker of mist elk jaar weer terugkomt, dat maakt de heuvels van Lachay
kwetsbare ecosystemen. Van ongeveer 100 ‘mist-oases’, zijn er niet veel meer over.
, Paragraaf 2 Populaties
Kleine, kwetsbare populaties
Fitness: het vermogen om bepaalde alleelel door te geven aan volgende generatie. In kleine populaties
laag. Genetisch gevarieerdvergroot overlevingskansen. Kleine populatiesinteelt: paren met
familieledenlichamelijke gebreken. Ziekte kan ook voor kleine populaties zorgen, organismen kunnen
daardoor namelijk sterven.
Predatie door bv. wolven kan leiden tot minder aantal elanden. Minder wolvenmeer elanden. Parasiet
kan er ook voor zorgen dan vooral jonge dieren sterven.
Ongunstige biotische en abiotische factoren beïnvloeden populatie negatief.
Populatiedynamiek
Populaties nemen af door sterfte en emigratie. Nemen toe door geboorte en immigratie.
Leven in een nieuwe omgeving
Hoeveel organismen kunnen leven in een gebied hangt af van grootte. Groter gebied heeft meestal meer
habitats en ecologische niches (Complexe interacties met de omgeving vormen de niche van een soort).
Als omstandigheden veranderen, kunnen habitats en niches ook veranderen.
Grote biodiversiteit vind je in landschap waar ecosystemen langzaam in elkaar over gaan. Tussen liggende
gebied: gradiëntecosysteem. Bv. van laag naar hoog, nat naar droog, verschillende bodemsoort, etc. dit
leidt tot verschillen begroeiing en bewoners.
Aantallen soorten
Eilandtheorie beschrijft verband tussen biodiversiteit en factoren als grootte eiland en afstand
organismen moeten afleggen om er te komen. Immigratie neemt af naarmate eiland zich vult met
soorten. Tegelijk verdwijnen soorten door sterfte. Kans verdwijnen neemt toe naarmate er meer soorten
zijn. Bv. uitsterven wolvennieuwe niche voor toppredator. Er is dynamisch evenwicht tussen aantal
soorten dat door immigratie het eiland koloniseert en aantal soorten dat uitsterft.
Grootte eiland. Op klein eiland kunnen minder soorten leven dan op klein eiland. Ook uitsterven kans op
klein eiland groter. In evenwichtssituatie dus minder soorten op kleiner eiland.
Afstand van eiland tot vaste land. Dicht bij kustorganismen zijn er snel. Verafgelegen is moeilijker te
koloniseren. Zijn ze er eenmaal is kans op uitsterven gelijk. Er zijn dan twee verschillende evenwichtspunt.
Deze theorie geld voor alle gescheiden gebieden als meren, bergtoppen.
Of soorten ook blijven hangt onder andere af van concurrentie met andere soorten.
Klein en genetisch arm
Founder effect: als kleine groep immigreert en ergens anders vestigen is allelensamentstelling van nieuwe
populatie minder gevarieerd dan oorspronkelijke populatie.
Flessenhalseffect: door sterft wordt het kleine populatieallelensamenstelling is minder divers dan eerst.
Genetic drift: probleem bij populaties in grote gebieden. Dieren vinden elkaar niet en komen soms niet
aan voortplanting toe. Deze allelen verdwijnenpopulatie verarmt genetisch gezien veel.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper fleurthomassen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.