H10: motivation and emotion
H10: 337-338 niet (hunger and the brain) → 359-361 niet (the biology of emotions)
Bronnen van motivatie
Fysieke factoren (hormonen etc)
Behoeften (eten, drinken, slaap)
Emotionele factoren (angst, blij, liefde etc)
Cognitieve factoren (perceptie van wereld, zelfvertrouwen etc)
Sociale en omgevingsfactoren (invloed ouders, leraren, broers etc)
Instinct Doctrine theory
Gedrag → automatische, onvrijwillige en niet aangeleerde reacties → fixed-action patterns
Instinct
Drive Reduction theory
Homeostase: aanpassingen om lichaamsfactoren in balans te houden (bloeddruk, hartslag etc)
Inbalans homeostase zorgt voor behoeften: bijvoorbeeld eten
Drive: er moet actie gaan plaatsvinden om homeostase weer in balans te brengen
Primary drives: fysieke behoeften zoals eten, drinken
Secondary drives: aangeleerde drive zoals geld
Arousal theory
Physiological arousal: algemene staat van activatie in lichaam
Gedrag → optimale staat arousal halen
Incentive theory
Externe stimuli beinvloeden gedrag
Belonen/straffen
Intrinsieke motivatie: motiverende factoren van binnen, zoals gevoel van voldoening of trots
Extrinsieke motivatie: motiverende factoren van buitenaf, zoals belonen
Hunger and eating
Signalen van ‘the gut’ en het bloed
Eetstoornissen:
Obesitas: verhoogde kans op dood (6-7 jaar korter leven), diabetes 2, kanker, hoge bloeddruk, hartaanval etc.
Te weinig beweging, teveel eten, traag signalen doorkrijgen van stop hongergevoel etc.
Evolutionair: voorouders → extra vet was goed om te overleven
Anorexia Nervosa: te weinig eten + afvallen → mentaal, sociale invloed, hormonen etc.
Bulimia: veel eten, maar eten uitspugen
Binge eating disorder: eetbuien
Sexual behavior
H10: motivation and emotion 1
, Sexual response cycle: patroon van arousal voor, tijdens en na seks
Excitement
Itensified excitement → plateau
Orgasmic
Resolution
Mannen: refractory period (arousal lukt niet, vrouwen kunnen meteen de cyclus herhalen)
Seks hormonen:
Estrogens (estradiol), progestational hormones (progesterone), androgens (testosterone)
Seksuele geaardheid:
Hetero, homo, bi
Achievement motivation
Need for achievement
Hoge achievement motivatie: uitdagende, maar realistische doelen stellen + succes zoeken + risico nemen + blij als iets lukt
Ouders:
Moedigen kind aan om uitdagende taken te doen
Belonen + complimenten bij succes
Moedigen kind aan om wegen te vinden naar succes ipv. klagen over falen
Sporen kind aan om door te gaan met volgende, lastige taak
Motivatie in werk:
Aangemoedigd om deel te nemen aan beslissingen over hoe werk zou moeten plaatsvinden
Problemen oplossen zonder verteld te worden hoe
Meer dan 1 skill leren
Individuele verantwoordelijkheid
Erkenning geven, ipv alleen geld als beloning
Doelen stellen:
Persoonlijk betekenisvol
Uitdagend, maar niet onmogelijk
Interpersoonlijke competitie
Specifiek en concreet
Support voor doelen, beloningen bij behalen
Relations and conflicts among motives
Maslow’s hierarchy
H10: motivation and emotion 2
, Nature of emotions
Kenmerken emoties:
Emoties zijn tijdelijk
Emoties kunnen postitief of negatief voelen, of gemengd
Emoties varieren in intensiteit
Emoties worden deels getriggerd door gedachten
Emoties veranderen denkprocessen
Emoties zorgen voor motiviatie voor actie
Emoties zijn passies
Theories of emotions
James’s Peripheral theory
Je ziet een beer: je voelt je bang OMDAT je rent (je rent niet OMDAT je bang bent voor de beer)
Perceptie beinvloedt de cerebral cortex → brein interpreteert dit en verandert: kenmerken bepaalde emotie
Emoties makkelijk lezen door gezichtsuitdrukkingen → als je dit niet kan (door bv. Botox) kan je emoties bij anderen ook minder
makkelijk herkennen
Facial feedback hypothesis: gezichtsuitdrukking is genoeg om die emotie ook te gaan voelen
Leugendetector
Cannon’s Central/Cannon’s Bard theory
Niet eens met James → je kan al angst voelen voordat je gaat rennen voor de beer
Informatie over emotie gaat naar Thalamus → signalen naar autonomische zenuwstelsel + cerebral cortex → emoties worden bewust
Cognitive theories of Emotion
Schachter Singer theory:
emoties zijn resultaat van combinatie feedback van lichaam en onze interpretatie
emotie kan verschillend zijn: hoe jij het labelt en interpreteert
attribution: wat wij denken dat de emotie heeft veroorzaakt (hoge hartslag voor examen: of door angst, of doordat je net 5
koppen koffie hebt gedronken → hoe jij het interpreteert)
Excitation transfer theory:
fysieke arousal in ene situatie beinvloedt emoties in nieuwe situatie
Cognitive appraisal theory:
H10: motivation and emotion 3