Mondeling assessment
De vragen tijdens het assessment is een combinatie van theorie en praktijk (vragen m.b.t. de eigen
case).
M.b.t. de theorie kunnen vragen gesteld worden over:
• Strategische marketingplanning: hoofdstuk / / 5.1 & 5. / /
• Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen: hoofdstuk 4.1 t/m 4..5
• Sheets Hoorcolleges en Workshops
• Artikel: (HC2) Customer Intimacy and other value disciplines (Treacy & Wiersma)
Daarnaast wordt verwacht dat je tijdens het assessment ook de basiskennis kan reproduceren uit
voorgaande marketingcursussen, te weten; Marketing Fundament, Consumentenpsychologie,
Productmanagement en waardecreatie, Multichannel- en E-Marketing, Dienstenmarketing & CRM,
B2B- en International Marketing, Operationele Marketing.
Tijdens het mondeling assessment mogen jullie het beroepsproduct meenemen.
,Samenvatting hoorcolleges
Strategisch Marketing College 1 – inleiding strategisch marketingmanagement & het strategische
marketinplanningsproces.
Onderzoeksplan
Probleemanalyse
- Aanleiding van het onderzoek (incl. management probleem)
- Organisatie- en onderzoeksdoelstelling
- Centrale onderzoeksvraag
- Onderzoeksvragen
- Literatuuroverzicht (rond specifieke onderwerpen + onderzoeksmethoden en technieken)
Opzet en uitvoering van het onderzoek
- Onderzoeksmethoden en -technieken
- Keuze onderzoeksdoelgroep(en)
- Dataverzamelingsmethode
- Registratie en verwerking van de gegevens
- Rapportagevorm
- Onderzoekstappen (tijdplanning)
Wat is strategie?:
De definitie van Johnson en Scholes bevat de integratie van acht sleutelconcepten, te weten:
• Richting (direction) – heeft te maken met organisatie- en marketingstrategieën.
• Afbakening (scope) – Marktafbakening (model van Abell) (wat is mijn business definitie, wat is de markt
waar ik me in begeef, smaller dan de bedrijfstak) Hoe kleiner, hoe minder concurrentie.
• Lange termijn (long term) – je gaat proberen op lange termijn te denken. Forceer het management om
vooruit te denken.
• Omgeving (environment) - (macro en meso omgeving, DESTEP, concurrenten)
• Concurrentievoordeel (competitive advantage) – (wanneer je geen concurrentievoordeel hebt ben je niet
onderscheidend, wat is onderscheidend tov. Concurrenten)
• Organisatie (origanisation) – (interne organisatie, wat is de marketing kracht, product georiënteerd? Sales
georienteerd? Of volgen ze de concurrent? De 8 P’s meenemen)
• Middelen (resources) – (geld, mensen, kapitaal, eigendommen)
• Stakeholders – (MESO, belanghebbende binnen en buiten de organistaie, welke mensen doen er ook toe?
Om actieplan tot een succes te brengen)
Noem is 2 sleutelconcepten waar strategie mee te maken heeft
Drivers van Strategie
Een aantal beslissingen die bepalend zijn om die doelen van een organisatie te bereiken
Finance als motor van strategische keuzes
(People, planet, profit meenemen)
• Meer marktaandeel
• Hogere marges
• Hogere nettowinst
• Hoger rendement voor aandeelhouders
Redenen voor strategische doorlichting van een bedrijf
Grote verandering: is het complex om die verandering door te voeren
Beperkte verandering: kleine stapjes grote veranderingen doorvoeren
Manifeste mis-fit: iets wat nu echt niet klopt aan de buitenkant, paniek in de
tent.
Potentiële mis-fit: Verassingen voorkomen, kleine aanpassingen strategie vormgeven. Zodat het bedrijf in de
toekomst niet voor verassingen komt te staan. → hier gaan wij mee aan de slag.
,Spanning rond strategische beslissingen
Hierboven staan verschillende methodes.
Paradox het beste, meerdere oplossingen.
De nieuwe manier van strategievorming
Agile Strategy: snel inspelen op veranderingen in de markt/behoefte van afnemers. Rechtste model pas je in de
praktijk toe.
Bedrijven die te lang in de traditionele strategie hebben gespeeld: V&D, blokker, Nokia
Niveaus in een onderneming
Topmanagement – ondernemingsstrategieën, hoogste niveau. Unilever bijv. heeft te maken met SBU’s. het product
is dan bijv. Axe en een persoon is dan verantwoordelijk voor de p’s.
Kenmerken van een divisie of SBU
• Autonoom opererende eenheid binnen een onderneming (verantwoordelijk voor een productgroep)
• Eigen productgroep (samenhangende activiteiten)
• Actief op één of een aantal sterk gerelateerde markten (PMT → productmarkttechonologie combinatie)
• Duidelijk afgebakende groep concurrenten (marktafbakening)
• Eigen management die verantwoordelijk zijn voor de strategische planning en winstgevendheid
, • Voldoende groot om aandacht van het concernmanagement op te eisen (er moet wel aandacht zijn vanuit
het topmanagement op deze SBU, moet winstgevend zijn. Als dit niet is kun je beter een aantal divisies
samenvoegen of miss afstoten)
Kern van de marketingstrategie
Het business model
Je zorgt ervoor dat er een bepaalde klantwaarde propositie wordt gecreeërd. Dit doe je aan de linker kant door
middelen in te zetten, dus de beste mensen inzetten met de slimste producten/technieken. Dit is intern.
Klanten interface: continu marktanalyses uitvoeren, extern geörienteerd. Dit doe je om die die twee rechthoekjes
(middelen en klanten) samen te laten komen in klantwaarde propositie. Dit is de uitkomst. Wat levert het op →
opbrengstenmodel
Verdedigbaar concurrentievoordeel
Model laat zien hoe je een verdedigbaar concurrentievoordeel opbouwt
Denk aan albert heijn avonduren opengaan. Is uiteindelijk niet imiteerbaar
Begint links, alles stimuleert elkaar.