Samenvatting Inleiding in de gerontologie en geriatrie
H1 Demografie en veroudering
Veroudering: probleem of succes?
Sommigen zien vergrijzing als een oorzaak van maatschappelijke problemen, zoals
stijgende ziektekosten, houdbaarheid pensioenstelsel, gebrek aan innovatie en
afnemende concurrentievermogen. Anderen benadrukken de mogelijkheden die de
veroudering biedt.
Kleinere gezinnen en langer leven
Bij veroudering spelen twee fasen een rol: afname aandeel jongeren (ontgroening) en
toename aandeel ouderen (vergrijzing), veroorzaakt door kleinere gezinnen en langer
leven. Sinds de introductie van betrouwbare anticonceptie is het aantal geboortes sterk
afgenomen. Aanhoudende investeringen in hygiënische voorzieningen, vooruitgang in de
medische zorg en veranderingen in leefstijl zorgen voor de verhoogde levensverwachting.
Veroudering: een zaak van lange adem
Uit de bevolkingspiramide is af te lezen dat de geboortedaling al aan het begin van de
twintigste eeuw inzette en alleen werd onderbroken door de babyboom vlak na WOII. De
babyboomgeneratie levert een tijdelijke, extra bijdrage aan de veroudering. In de
afgelopen 150 jaar is daarnaast de levensverwachting sterk gestegen, met kleine
dalingen tijdens de Spaanse-griepepidemie en de WOII. De levensverwachting is sinds
begin 20ste eeuw gestegen van 49 jaar (V) 83 jaar nu. De laatste jaren wordt het
verschil in levensverwachting tussen mannen en vrouwen kleiner door het rookgedrag
van de vrouwen.
Verschillende tinten ‘grijs’
Vergrijzing is geen zwart-wit verhaal: het ligt eraan hoe wij ‘ouder’ of ‘grijzer’ definiëren.
Hoewel het aantal ouderen vaak als maat wordt gebruikt voor de vergrijzing, is het
doorgaans de grijze druk (verhouding in omvang tussen ouderen en de potentiële
beroepsbevolking), waar beleidsmakers zich zorgen over maken. Een grijze druk van 14
betekent dat er 14 65-plussers zijn op elke 100 potentieel actieve mensen.
Verouderingsindicator = bevolking ouder 65 jaar of ouder/bevolking 20-64 jaar. In 1950
was deze verhouding 1:8; in 2010 1:4 en verwacht in 2050 1:2. Maar is er wel sprake van
een grijzere bevolking? Arbeidsparticipatie neemt toe (na pensioen nog actief & vrouwen
actiever) en ouderen leveren een forse bijdrage aan de samenleving door
vrijwilligerswerk. Misschien is het dan logischer om de grens van 65 jaar op te schuiven in
lijn met de levensverwachting.
Meer gezonde levensjaren, toekomstmuziek?
Het geboortepatroon is al heel lang stabiel, met uitzondering van de levensverwachting,
daarom lijkt het erop dat de veroudering vooral te maken heeft met de toegenomen
levensverwachting. Deze toename in levensverwachting was in het verleden te danken
aan de sterfte op jonge leeftijd (vooral kindersterfte) en met de strijd tegen besmettelijke
ziektes. De sterfte op jonge leeftijd kan nu moeilijk nog verminderd worden. Hierna is de
sterfte op middelbare leeftijd teruggedrongen door bestrijding HVZ. In de toekomst zal de
meeste levenswinst behaald moeten worden op hoge leeftijden door preventie en
medische zorg. De laatste levensfase die gepaard gaat met toenemende kwetsbaarheid,
zorgbehoefte en afhankelijkheid zal kenmerkend blijven voor de laatste levensfase. Deze
fase verschuift mee naar de hogere leeftijden.
Veroudering raakt de hele wereld
De verschillen in veroudering tussen landen zijn groot. Europa loopt voorop als het gaat
om veroudering. De grijze druk in ontwikkelde landen is vele malen hoger dan in minder
ontwikkelde landen (40 (Japan) t.o.v. 7 (Nigeria)). De verwachting is dat de wereldwijde
, grijze druk zal stijgen van 14 in 2010 naar 28 in het jaar 2050. In Nederland zal dit van 25
naar 52 oplopen is de prognose.
Oplossen of aanpassen?
Oplossen van veroudering lijkt geen realistische optie: kinderrijke gezinnen &
verminderde levensverwachting liggen niet in de prognose. Migratie lijkt geen oplossing
te bieden en is weinig realistisch. Aanpassen is beter. Dit kan door het stimuleren van
arbeidsparticipatie van ouderen en bevorderen van de mogelijkheden om langer
zelfstandig te blijven wonen. De snelheid waarmee ontwikkelingslanden verouderen baart
zorgen: eerder oud dan rijk. Ouder en armer geen aanlokkelijke combinatie.
H2 Verouderingstheorieën
Lichamelijke, biologische theorieën
Verouderingstheorieën
In het verleden zijn verschillende biologische verouderingstheorieën opgesteld, die op te
delen zijn in twee groepen. De eerste groep beschouwd veroudering als een
geprogrammeerde ontwikkeling, terwijl de tweede groep spreekt over een degeneratief
proces. Bij de eerste gaat het over geprogrammeerde levensduur, endocriene theorie en
de immunologische theorie. Bij de tweede gaat het over de slijtagetheorie,
levenstempotheorie, fouten-catastrofe-theorie, vrijeradicalentheorie,
genoominstabilisateitstheorie en telomeerverkorting.
Erfelijke progeroïde syndromen
Bij geen van alle progeroïde syndromen treedt het totale spectrum van
verouderingskenmerken toe gesegmenteerde veroudering. Bijna al deze syndromen
zijn aangeboren afwijkingen in genen, betrokken bij het in stand houden van de
genoomstructuur genoominstabilisatieitstheorie.
Syndroom van Cockayne en nucleotide-excisiereparatie
Patiënten met het erfelijke syndroom van Cockayne (CS) ontwikkelen rond hun derde jaar
de eerste tekenen van neurologische achteruitgang en andere progressieve verandering,
zoals groeiachterstand, cachzie, tandbederf, retinadegeneratie en doofheid. Deze
patiënten hebben een extreem versnelde veroudering. De ziekte wordt veroorzaakt door
een defect in het DNA-herstelsysteem, waardoor er veel mutaties ontstaan.
Muismodellen en veroudering
In muismodellen werd het echt duidelijk dat CS ook daadwerkelijk een progeroïde
syndroom was, omdat de muizen heel snel grijs gingen en snel overleden. De muizen
vertoonden ook osteoporose, retinadegeneratie of neurologische achteruitgang.
Endogene schade
Ophoping van endogeen veroorzaakte DNA-schades speelt een belangrijke rol bij het
verouderingsproces. Door defecte DNA-reparatiegenen in neuronen wordt de
neurologische veroudering sterk versneld.
Veroudering in muis en mens: genexpressieprofielen
De snelheid van veroudering varieert met het soort mutatie en het type gen. In
verschillende organen van de snel verouderende dieren laten profielen met
overeenkomstige en consequent terugkerende kenmerken zien: verlaagde expressie in
genen die de energiestofwisseling stimuleren en verhoogde expressie in genen die
oxidatieve radicalen bestrijden.
Veroudering is een poging om langer te leven!
Het geleidelijk overgaan van verbrandende naar conserverende stofwisseling kan worden
gezien als een actief (geprogrammeerd) beschermingsmechanisme. Zonder deze
bescherming zouden cellen en weefsels eerder bezwijken en leiden tot een kortere
levensduur. Veroudering zorgt dus voor langer leven.