Hoofdstuk 4. Kwaliteitszorg. Kaders van het beroep.
Waar worden de grenzen van het beroep vastgelegd?
- Beroepscode, beroepsprofiel
- Wetten
- Standaarden; werkwijzen, verpleegplannen, protocollen, visie, regels en doel-
stellingen van de organisatie
Je werkt als verzorgende binnen allerlei kaders, die de instelling stelt. En je werkt
binnen de grenzen van de wet. Je houdt je ook aan waarden en normen, die zijn
vastgelegd in een beroepscode. De beroepscode kan naar buiten toe het
handelen legitimeren. Voor de verzorgende zelf kan het een hulpmiddel zijn bij
morele vragen. Het gaat om de regels waaraan jij je moet houden binnen de
beroepsgroep van verzorgenden.
Kwalificatiestructuur.
In de beroepsgerichte kwalificatiestructuur (BKS) zijn de diploma eisen van het
MBO beschreven in kwalificatiedossiers. Een kwalificatiedossier bevat één of
meer kwalificaties. Hierin staat de beroepsbeschrijving in de vorm van kerntaken,
werkprocessen en competenties.
Welke beroepsprofielen zijn er?
- Helpende
- Verzorgende
- Verpleegkundigen
Kaders bepalen de beroepshouding en ethiek.
- Innemen van standpunten
- Toetsen van waarden en normen
- Standpunten innemen bij veranderingen
Code Nederlandse Beroepsorganisatie van werkers in de
Gezondheidszorg.
- 4 fundamentele verantwoordelijkheden:
o gezondheid bevorderen
o ziekte voorkomen
o gezondheid herstellen
o pijn verlichten
Werkvelden.
Als verzorgende ben je na het volgen van je opleiding breed inzetbaar. Je kunt
gaan werken in de intra- extra- semi en transmuraal gebied. Verzorgende bieden
hulp op die plaatsen en die momenten waar in de primaire leefomgeving van de
zorgvrager aanvulling nodig is. Onder primaire leefomgeving wordt verstaan de
eigen woonomgeving van de zorgvrager, maar ook de vervangende
leefomgeving, zoals het verpleeghuis, het verzorgingshuis of een woonvorm.
Uitgangspunt van de zorg is dat de zelfredzaamheid van de zorgvrager wordt
gehandhaafd en gestimuleerd.
Steeds vaker werken verschillende nauw met elkaar samen. Dit biedt een aantal
voordelen:
- De instellingen maken gebruik van elkaars expertise
, - De zorgvrager hoeft geen ingrijpende verandering van leefomgeving te hebben
- De instellingen besparen kosten door samen te werken
Bij substitutie wordt een zorgvoorziening gecombineerd met een andere, voor
bepaalde groepen zorgvragers bedoelde voorziening.
- Intramuraal: zorg binnen de muren, 24 uur zorg bieden binnen de instelling
- Extramuraal: buiten de muren, niet te verblijven in een instelling (fysio,
verloskundige)
- Semimuraal: tussenvoorziening, niet zelfstandig wonen, maar ook niet
opgenomen worden (verpleeghuis)
- Transmuraal: ketenzorg, toegesneden op de cliënt, 1 e en 2e lijnszorg samen
door meerdere zorgverleners
Visie, doelstellingen en regels.
Een organisatie kan pas goed functioneren als er een duidelijke visie is
ontwikkeld. Een visie geeft richting aan het handelen van de verpleegkundigen,
maar ook aan dat van de overige medewerkers binnen de organisatie. Met een
visie als uitgangspunt voor de zorg en door doelstellingen te formuleren kan het
imago verbeterd worden. Hiermee wordt het beeld dat de omgeving van de
organisatie heeft. Om organisaties goed te laten lopen, zijn regels nodig. Door
regels ontstaat er eenduidigheid in het handelen, waardoor de zorgvrager steeds
zorg krijgt op het niveau dat voor hem goed is.
In een organisatie zijn ook regels nodig om de veiligheid van de zorgvrager en
verzorgende te waarborgen. Een teveel aan regels kan echter verlammend
werken. Verzorgende kunnen dan niet flexibel meer reageren op een acute
zorgvraag.
Grenzen en taken van de verzorgende.
Grenzen van het beroep worden bepaald door de taken die verzorgenden mogen
verrichten en door wettelijke regelingen.
Als verzorgende moet je een aantal taken uitvoeren. De meeste taken die je als
verzorgende hebt zijn bekend. Je vindt ze in een functieomschrijving, die is
afgestemd op je deskundigheid en opleiding, verantwoordelijkheden en je
vergoeding of salaris.
Het takenpakket van de verzorgende beslaat de hulp op die plaatsen en
momenten waar in de primaire leefomgeving van de zorgvrager aanvulling nodig
is. Uitgangspunt van de zorg is de zelfredzaamheid op somatisch of
psychosociaal gebied te handhaven en te stimuleren.
Kerntaak 1: bieden van zorg en ondersteuning op basis van het
zorgdossier.
1.1. stelt mede het zorgplan op
1.2. biedt persoonlijke verzorging en observeert gezondheid en welbevinden
1.3. voert verpleegtechnische handelingen uit
1.4. voert partusassistentie uit
1.5. begeleidt een zorgvrager
1.6. begeleidt een groep zorgvragers
1.7. ondersteunt bij wonen en huishouding
1.8. geeft voorlichting, advies en instructie
1.9. hanteert crisissituaties en onvoorziene situaties