In deze samenvatting is alle voorgeschreven literatuur samengevat van het vak recht decentrale overheden. Het boek Gemeenterecht van J.L.W. Broeksteeg is compleet samengevat en tevens is alle aanvullende literatuur en jurisprudentie samengevat. Van alle colleges (uitgezonderd week 1a, omdat dit gee...
Inhoud
Week 1b: constitutionele beginselen en geschiedenis ........................................................................... 3
Hoofdstuk 1: een korte geschiedenis van de gemeente ..................................................................... 3
Hoofdstuk 2: rechtsbronnen van het gemeenterecht ........................................................................ 4
Hoofdstuk 3: kernbegrippen van het gemeenterecht......................................................................... 5
Extra literatuur .................................................................................................................................. 14
Week 2a: bestuur en controle ............................................................................................................... 16
Hoofdstuk 5.5: bestuursbevoegdheid ............................................................................................... 16
Hoofdstuk 11: politieke controle....................................................................................................... 17
Hoofdstuk 12: het recht van onderzoek............................................................................................ 19
Hoofdstuk 13: politieke verantwoordelijkheid.................................................................................. 20
Hoofdstuk 14: ontslag wegens vertrouwensverlies of verstoorde verhoudingen ............................ 22
College aantekeningen ...................................................................................................................... 23
Week 2b: regelgeving ............................................................................................................................ 26
Hoofdstuk 4.4-4.6: Bevoegdheden van de gemeenteraad ............................................................... 26
Hoofdstuk 5: het college van burgemeesters en wethouders .......................................................... 34
Jurisprudentie .................................................................................................................................... 38
Week 3b: integriteit .............................................................................................................................. 40
Hoofdstuk 4.1 t/m 4.3: samenstelling, inrichting en werkwijze van de gemeenteraad ................... 40
Hoofdstuk 6.1 t/m 6.3: de burgemeester ......................................................................................... 43
Extra literatuur en jurisprudentie...................................................................................................... 47
Week 4b: schaal, samenwerking, differentiatie .................................................................................... 51
Hoofdstuk 21: gemeentelijke samenwerking.................................................................................... 51
Hoofdstuk 22: gemeentelijke herindeling ......................................................................................... 57
Extra literatuur .................................................................................................................................. 59
Jurisprudentie .................................................................................................................................... 64
Week 5a: gemeentefinanciën ............................................................................................................... 65
Hoofdstuk 15: begroting en rekening ............................................................................................... 65
Hoofdstuk 20: financiën .................................................................................................................... 69
Jurisprudentie .................................................................................................................................... 73
Extra literatuur .................................................................................................................................. 73
Week 5b: interbestuurlijke verhoudingen ............................................................................................ 75
Hoofdstuk 16: interbestuurlijke verhoudingen ................................................................................. 75
Hoofdstuk 17: bestuurlijk toezicht .................................................................................................... 76
Hoofdstuk 18: taakverwaarlozing ..................................................................................................... 82
1
, Hoofdstuk 19: bestuursgeschillen ..................................................................................................... 85
Extra literatuur .................................................................................................................................. 86
Week 6a: handhaving van de openbare orde ....................................................................................... 87
Hoofdstuk 6.3 t/m 6.11: bevoegdheden burgemeester ................................................................... 87
Week 6b: andere vormen van decentralisatie ...................................................................................... 96
Hoofdstuk 24: de provincie ............................................................................................................... 96
Hoofdstuk 25: de openbare lichamen van Caribisch Nederland....................................................... 98
Hoofdstuk 26: het waterschap ........................................................................................................ 101
Week 7a: gemeenten en grondrechten .............................................................................................. 105
Week 7b: aanvullende verplichte literatuur uit het boek ................................................................... 110
Hoofdstuk 7: de commissies............................................................................................................ 110
Hoofdstuk 8: de rekenkamer ........................................................................................................... 110
Hoofdstuk 9: de ombudsman .......................................................................................................... 112
Hoofdstuk 10: de ambtelijke dienst ................................................................................................ 112
2
,Week 1b: constitutionele beginselen en geschiedenis
Hoofdstuk 1: een korte geschiedenis van de gemeente
Vesteging van de eenheidsstaat
In 1814 werd de eenheidsstaat bevestigd. Het idee dat centrale sturing effectiever is dan
(con)federaal verband. Dit werd overgenomen van de Fransen. Maar het bestel was nog niet
uniform, er waren uiteenlopende vormen van gedecentraliseerde overheidsverbanden (dorpen,
heerlijkheden, gemeenten etc.).
Uniformering van het bestel
Thorbecke heeft geprobeerd een hoofdstructuur neer te zetten. Idee: er moeten niet te veel
verschillende lagen overheid zijn. Hoofdstructuur -> rijksoverheid – provincies – gemeenten.
Democratisering van het bestel (democratiering van midden 19e tot eerste kwart 20e eeuw)
Elementen democratisering
1. Mensen (actief en passief) kiesrecht geven.
• TK rechtstreeks gekozen en EK getrapt gekozen & kiesrecht uitgebreid (verbetering, maar
nog steeds beperkt).
2. Orgaan dat door kiezers wordt gekozen moet zeggenschap krijgen.
• Thorbecke heeft het hoofdschap van de gemeenteraad geformuleerd.
- Structuur van de gemeente is een piramide, met de gemeenteraad aan de top.
Politisering van het bestel (eind jaren 60/70)
Ontwikkeling: Verkiezingen genereren politici als gevolg van tegenstellingen -> groepen die het met
elkaar eens zijn sluiten zich bij elkaar aan in een politieke partij.
Vroeger (tot in grote lengtes van de 20e eeuw): Verenigingsmodel/monisme -> wethouders werden
gekozen uit gemeenteraad en bleven lid van de gemeenteraad. Iedere stroming die in de
gemeenteraad vertegenwoordigd was had een plekjes in het college van B&W. Harmonieuze
samenwerking in tegenstelling tot politieke tegenstellingen
Nu (eind jaren 60/70 van de 20e eeuw): Dualisme -> raad en college liggen niet in elkaars verlengde
maar zijn elkaars tegenmachten. Nadruk op politieke tegenstellingen in tegenstelling tot
harmonieuze samenwerking (VB een linkse coalitie en een rechtse oppositie).
Reden hiervoor: Door de nadruk te leggen op politieke tegenstellingen valt er wat te kiezen, het
versterkt daarmee de lokale democratie.
Historische highlights: maatschappelijk
Politieke partijen en hun achterban
Politieke partijen verliezen steeds meer van hun achterban (eind verzuiling).
Bevolkingsgroei
Bevolking enorm hard gegroeid, wat inherent met zich meebrengt dat gemeenten groeien (krijgen
steeds meer inwoners).
Daling aantal gemeenten
Tegelijkertijd is het aantal gemeenten gedaald. Naarmate gemeenten meer en complexere taken
krijgen is een professionelere organisatie nodig en dat is makkelijker te organiseren met minder,
grotere, gemeenten. Omgekeerde redenering: de schaal wordt aangepast op de taken.
3
, Aantal kleine gemeenten daalt het hardst, en aantal grote gemeenten is constant of groeit zelfs een
beetje. Steeds meer mensen wonen in grote gemeenten.
Hoofdstuk 2: rechtsbronnen van het gemeenterecht
De belangrijkste rechtsbron is de Gemeentewet, maar er zijn ook meer wetten in formele zin en
andere regelingen die het gemeenterecht juridisch vormgeven. Hieronder worden in de volgorde van
de normenhiërarchie behandeld.
1. Europees handvest
Voor het gemeenterecht is Europees Handvest inzake lokale autonomie (EHILA) van 1985 in het
bijzonder van belang. Het verdrag geldt alleen voor provincies en gemeenten en dus niet voor de
waterschappen.
2. Grondwet
De Grondwet regelt de decentrale overheden in Hoofdstuk 7: ‘Provincies, gemeenten, Caribische
openbare lichamen, waterschappen en andere openbare lichamen’.
3. Gemeentewet (als structuurwet)
Ondanks dat de gemeentewet gewoon een wet in formele zin is wordt het ook wel een structuurwet
of kaderwet genoemd. De Gemeentewet brengt ook zelf dit richtinggevende karakter tot uiting in
art. 115, eerste lid, waarin is bepaald dat andere wetten niet van de Gemeentewet afwijken.
4. Gemeentewet en Awb
Bij een bespreking van de Gemeentewet als structuurwet, kunnen we niet om de verhouding van
deze wet tot de Algemene wet bestuursrecht (Awb) heen. De Awb is, net zoals de Gemeentewet, in
1992 door de formele wetgever vastgesteld en op 1 januari 1994 in werking getreden. De Awb wil in
beginsel alle delen van het bestuursrecht normeren. De wetgever beschouwt de Awb, net zoals de
Gemeentewet, als een structuurwet. Zowel de Gemeentewet als de Awb geven de hoofdstructuren
voor grote delen van het recht en geven daarmee (onder meer) algemene rechtsprincipes.
5. Wetten in formele zin
Zoals gezegd is de Gemeentewet te beschouwen als de structuurwet die maatgevend is voor andere
formele wetten die betrekking hebben op gemeenten. Sommige van deze wetten regelen een
specifiek deel van het gemeenterecht, zoals de gemeentelijke samenwerking (Wet
gemeenschappelijke regelingen) en de gemeentelijke herindeling (Wet algemene regels herindeling).
Deze wetten ‘volgen’ de Gemeentewet (en de Provinciewet). Zij veronderstellen de door deze
wetten geconstitueerde ambten en de daaraan geattribueerde bevoegdheden. Ook voor deze
wetten valt de Gemeentewet (en valt de Provinciewet) als structuurwet te beschouwen.
Een aantal formele wetten heeft betrekking op de gemeentelijke financiën. De Financiële-
verhoudingswet regelt de financiële verhouding tussen rijk enerzijds en provincies en gemeenten
anderzijds. De Wet financiën decentrale overheden (fido) regelt het lokale financieringsbeleid en de
Wet houdbare overheidsfinanciën (hof) geeft regels over trendmatig begrotingsbeleid in het licht van
Europese verplichtingen daaromtrent.
Een volgende categorie wetten betreft de bevoegdheden van de burgemeester. Te denken valt aan
de Wet veiligheidsregio’s, de Politiewet, de Wet openbare manifestaties (WOM), de Wet tijdelijk
huisverbod en de Wet verplichte ggz. Verder is er de Wet Naleving Europese regelgeving publieke
entiteiten (NErpe), die regels bevat over verwaarlozing door decentrale overheden van Europese
verplichtingen. Naast deze formele wetten die nadrukkelijk de gemeente en het gemeenterecht
betreffen, zijn er talloze andere wetten die van groot belang zijn voor gemeenten. Voor de autonome
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper PLodewijk. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,49. Je zit daarna nergens aan vast.