APGAR score
Na 5 en 10 minuten = moet de score eigenlijk wel 10 zijn.
Ontwikkeling van het kind (23 vragen)
Doelstelling:
De student kan:
De normale ontwikkeling van kinderen van 0-12 jaar benoemen met betrekking tot:
· Lengtegroei, gewichtstoename, schedelomvang en lichaamsverhoudingen;
· Motoriek; taal, spraak, zindelijkheid en zintuigen;
· De fysieke en motorische ontwikkeling. Dit is de lichamelijke groei en de ontwikkeling
van de motoriek;
· De cognitieve ontwikkeling. Dit is de ontwikkeling van het denken, de creativiteit, de
waarneming en de fantasie;
· De psychosociale ontwikkeling. Dit is de ontwikkeling in relatie tot de sociale omgeving;
· De morele ontwikkeling. Dit is de ontwikkeling van het onderscheid tussen goed en
kwaad.
De ontwikkeling van 0 tot 12 jaar
Natuurlijke ontwikkeling:
Wanneer we van een natuurlijke ontwikkeling spreken, spreken we van een ontwikkeling
zoals die zou verlopen als alleen genetische factoren een rol spelen. Erfelijke kenmerken
bepalen hierbij voor meer dan 80% groei, tempo, timing en lichaamsstructuur. Hierbij spelen
groei, rijping en leren een rol.
Normale ontwikkeling:
Bij een normale ontwikkeling hebben omgevingsfactoren ongeveer een invloed van 20%.
Deze factoren beïnvloeden de ontwikkeling die door genetische aanleg bepaald wordt.
, Verstoorde ontwikkeling:
Deze ontwikkeling is een afwijking van de normale ontwikkeling. Afwijkingen kunnen
genetisch zijn maar kunnen ook door de omgeving worden veroorzaakt.
80% Nature: alles wat je in je genen meekrijgt
20% nurture: alles wat je in je omgeving meekrijgt
Er worden 4 ontwikkelingsgebieden onderscheden:
1. De fysieke en motorische ontwikkeling
2. De cognitieve ontwikkeling
3. De psychosociale ontwikkeling
4. De morele ontwikkeling
De baby / zuigeling: (0 tot 1 jaar)
Cognitieve ontwikkelingsaspecten:
❖ Sensomotorisch handelen
(geboorte tot 2 jaar)
❖ Communiceren door huilen,
oogcontact en mimiek
(mimiek =
gezichtsuitdrukking)
❖ Begrip: begrijpt dat het iets
kan vastpakken (na 3
maanden)
❖ Leren door herhaling
❖ Leren door imiteren:
bijvoorbeeld geluidjes nadoen
Psychosociale en emotionele
ontwikkeling: hechting
❖ Hechtingsrelaties ontstaan tussen baby’s en degenen die voor hen zorgen
❖ Zuigelingen hebben behoefte aan betrouwbare, continue, responsieve verzorger
❖ Gehechtigheid is belangrijk voor de verdere ontwikkeling van een kind
❖ Objectpermanentie
Sociale ontwikkeling:
❖ Eerste maanden contact ouders
❖ Vanaf 7 maanden eenkennig en scheidingsangst
Seksuele ontwikkelingsaspecten
❖ Vooral gericht op intimiteit gekoppeld aan het beleven van lust
❖ Lust is gekoppeld aan de mond: zuigen, sabbelen en bijten
❖ Freud: Orale fase