Samenvatting handboek systeemtherapie H37, 38, 16, 17, 18, 19, 46, 44, 45, 51, 57,
14,43, 12, 13, 24, 25, 15, 27
H37 Individuele systemische therapie
Soms zijn er mensen die al een succesvolle gezinstherapie achter de rug hebben, maar nog
baat hebben bij individuele therapie om hun problemen buiten familiaal verband aan te
pakken en om identiteitsmoeilijkheden of toekomstdilemma’s te bespreken.
37.2 Systeemtherapie of therapie met het systeem
37.3 Een kwestie van perspectief
In een individuele systemische therapie kunnen interactiepatronen geëxploreerd worden.
Wanneer er maar één persoon tegenover je zit, moet je het als therapeut doen met diens kijk
op de dingen. De cliënt confronteert een therapeut in die positie met zijn of haar persoonlijke
weergave van gebeurtenissen en relaties. Ook deze subject-eigen werkelijkheid is een
realiteit: de realiteit van de effecten van beïnvloedingen op en van een individu. Emoties,
gevoelens en betekenissen worden niet intrapsychisch maar contextueel en relationeel
begrepen.
Het aanbrengen van verschillende zienswijzen, het samen in beeld krijgen van interacties en
contexten, het nadenken over de effecten van beïnvloedingen is in een systeemtherapie met
een individu de therapeutische opdracht.
Exploreren is in de individuele therapie belangrijk. Dit kan bijv door middel van spiegelen.
H38 settingwisseling
Setting wordt in dit hoofdstuk opgevat als een omschrijving van het cliëntsysteem waarmee
wordt gewerkt: met een individu, een duo of een sociaal geheel. Dit hoofdstuk gaat in op alle
vragen bij settingwisselingen.
38.2 ene open en dynamische opvatting van het begrip context
Context is een open en beweeglijk begrip dat een soort mentale ruimte poogt te omschrijven
waarbinnen betekenissen gecreëerd worden. De context van een gezin valt niet af te
bakenen of als iets vaststaands en statisch te omschrijven.
38.3 Settingwisselingen als therapeutisch instrument
Door van setting te wisselen kun je andere betekenisaspecten op de voorgrond laten
verschijnen. Wanneer een therapeut in gesprek gaat met een jongere, zullen er andere
dingen op de voorgrond staan dan wanneer de moeder er ook bij is.
38.4 Exploratieruimte binnen een setting en hypothesevorming
De gekozen setting kleurt altijd de feitelijke verhoudingen tussen degenen die aanwezig zijn
in het hier en nu van de sessie, alsook het terrein waarop inhoudelijke verkenningen mogelijk
zijn. Om te komen tot een keuze voor een setting of een settingwisseling, dient de therapeut
dus grondig na te denken over de mogelijke effecten van de verschillende settings die we
installeren, ober de ruimte die mensen aan elkaar kunnen bieden, de onderlinge
verbondenheid en de potentieel aanwezige krachten die we willen versterken.
38.5 Settingkeuze in aansluiting
Het proces van settingkeuze voor alle betrokkenen transparant te maken, schept een veilig
kader voor het verdere therapeutische proces. Een dynamische omgang met
settingwisselingen creëert ruimte om voeling te krijgen met voor de cliënt belangrijke visies
en overtuigingen.
Soms kan het forceren van iemand om mee naar het gesprek te komen contraproductief zijn.
, 38.6 Tussentijds wisselen van setting
Gedurende het hele proces blijft de vraag naar settingbehoud of settingwisseling actueel.
Tijdens wisselingen helderheid scheppen over de setting aan alle betrokkenen en
settingwijzigingen bespreekbaar stellen, schept een transparant en veilig kader waarin
spreken mogelijk wordt.
Vasthouden aan een bepaalde setting kan voor een therapeut een zeker comfort en een
zekere duidelijkheid bieden. Spelen met setting vraagt van de therapeut de bereidheid tot het
verlaten van deze comfortzone en het zich begeven in de zone van discomfort.
Settingwisselingen zijn altijd meer dan een instrument: ze beïnvloeden cliënten en
therapeuten in brede zin en roepen steeds andere betekenissen, mogelijkheden en
kwetsbaarheden op de voorgrond.
H16 Narratief perspectief
Verhalen geven identiteit aan de leden van een familie. Therapie kan opgevat worden als het
maken van constructieve verhalen met een nieuw plot. Een narratief therapeut zoekt naar
aangrijpingspunten om de verhalen die weggedrukt worden door het probleemverhaal, naar
voren te halen. Een familie is op te vatten als een cultuur met eigen normen, waarden en
verhalen die verboden zijn met verhalen uit de ruimere sociale en culturele omgeving. De
nadruk op taal maakt dat in een narratief perspectief het systeemconcept ruimer en
dynamischer wordt opgevat. De therapeut is een actieve deelnemer die in staat is te
reflecteren over de effecten van zijn verhalen en taal op de betrokkenen.
16.2 Taal en werkelijkheid
Mensen en families maken verhalen om hun ervaringen te verklaren. Het gaat niet om de
waarheid, maar over de wijze waarop de werkelijkheid begrepen wordt. Veranderingen
tussen mensen en in families heeft te maken met taal en de werking van taal, met hoe
gebeurtenissen en relaties beschreven worden en welke betekenis deze hebben.
Taal heeft een normerend effect. De normerende kant van taal heeft goed- en afkeurende in-
en uitsluitende effecten.
Taal heeft ook een expressieve kant. Woorden, houdingen, bewegingen krijgen in relatie met
anderen betekenis. Wat uitgedrukt wordt, heeft een bedoeld of onbedoeld effect op anderen.
Tot slot heeft taal een creërend effect. Het verwoorden van nieuwe, unieke, specifieke
ervaringen maakt deze ervaringen betekenisvol, waardoor ze de basis kunnen vormen voor
nieuwe verhalen. Dit verwijs naar cocreatie: het gemeenschappelijk creëren van een
werkelijkheid.
Een monologisch kader ontkent de ander als iemand met eigen rechten en
verantwoordelijkheden. Begrijpen betekent dan eenzijdig classificeren van de ander.
Het dialogisch kader gaat echter over elkaar ontmoeten. Een dialogische relatie kan
beschouwd worden als een relatie waarin zowel cliënt als de therapeut overeenstemming
hebben over betekenissen of erkennen dat zij overeenstemmen over het verschil van
betekenissen.
De narratief therapeut probeert aan te sluiten bij de unieke specifieke ervaringswereld van de
cliënten en hun omgeving.
16.3 Narratieve benadering: speurtocht naar rijke verhalen en verbindingen
Externaliseren van het probleem is een belangrijke methode. De therapeut geeft prioriteit
aan de verhalen, de wijze van kennis en de bekwaamheden van de cliënten en gezinnen,
zodat deze hoofdauteur blijven van hun verhaal. De therapeut stelt vragen en geeft reflecties
die erop gericht zijn dat cliënten hun alternatieve verhalen rijker kunnen beschrijven en zo
weer in contact komen met hun kennis en bekwaamheden m de problemen te lijf te gaan. Dit