1 Inleiding
Glucose moet min. 5 mM zijn, omdat de hersenen geen alternatieve brandstof
hebben.
Adenohypofyse (voorkwab) hormonen: GH en prolactine hebben een direct effect.
4 trope hormonen (stimuleren andere endocriene klieren): bijnierschorshormoon
(ACTH), thyroidstimulerend hormoon (TSH), follikel stimulerend hormoon (FSH),
luteiniserend hormoon (LH). FLAT
Neurohypofyse (achterkwab) hormonen: vasopressine (AVP of ADH) gaat naar
nieren voor water re-absorptie, oxytocine voor melkklieren en samentrekking van
de baarmoeder.
Releasing hormones reguleren de secretie van andere hormonen.
Releasing/inhibiting hormones secretie door hypothalamus, gaat dan naar de
hypofyse en zoeken een receptor op die weer zorgt voor secretie van een ander
hormoon.
Hypothalamus staat in verbinding met de adenohypofyse door middel van een
poortadersysteem en met de neurohypofyse door middel van neuronen. Bij de
neurohypofyse worden de hormonen in de hypothalamus gemaakt en opgeslagen
in de neurohypofyse.
Amfipatische hormonen (zowel vet- als waterbindend): steroid, T3/T4 (gemaakt
uit cholestrol)
Hydrofiele hormonen: peptiden, aminen
Dopamine, norepiniphrine en epiniphrine zijn gemaakt van tyrosine.
Amfipatische hormonen diffunderen gemakkelijk uit het capillair en door de
celmembraan en vinden een intracellulaire receptor.
Hydrofiele hormonen hebben wat meer moeite om uit het capillair te diffunderen,
kan niet door de celmembraan, maar moet via receptor.
Peptide/amine hormoonreceptoren: G-eiwit gebonden receptoren en kinases.
Steroid hormonen gemaakt uit cholesterol. 80% uit voedsel, 20% uit Acteyl coA.
Chylomicron wordt in lever eerst omgezet tot VLDL en dat rijpt tot LDL (low
density lipoprotein) in circulatie. Bindt aan LDL receptor, wordt geinternaliseerd
en afgebroken door lysozoom, waardoor onder andere cholesterol vrijkomt. Dit
wordt omgezet tot pregnenolone en dit wordt weer omgezet tot aldosteron,
cortisol, estradiol of testosteron.
Steroid hormoonreceptoren hebben een heat shock protein (hsp) als chaperonne,
zodat ze niet ontvouwen als ze niet gebruikt worden. Na binding van steroid
hormoon laat de hsp los. Gaat door de nuclear pores en binden
(homodimerisatie) aan steroid responsive elements (SRE) op DNA, wat zorgt voor
transcriptie.
T3/T4 hormoonreceptoren: komen de cel binnen, vaak wordt T4 nog omgezet tot
T3. Binden aan thyroid responsive elements (TRE) op DNA en er vindt
heterodimerisatie plaats met een Retinoid X receptor (RXR), wat zorgt voor
transcriptie.
, Hormoonbindende eiwitten in bloedplasma, zodat steroidhormonen die niet
afgebroken zijn, maar de cel uit zijn gediffundeerd, gebonden kunnen worden. Er
zijn geen storage pools voor steroid hormonen.
2 Groei
Gigantisme: groeihormoon producerende hypofyse tumor.
Gigantisme na de puberteit heet acromegalie (uiteinden van het lichaam
groeien).
GH wordt geproduceerd door somatotrope cellen in de hypofyse voorkwab en het
wordt in 3 varianten uitgescheiden, waarvan de 22 kDA peptide hormoon het
belangrijkst is. GH wordt opgeslagen in blaasjes en uitgescheiden als het
hormoon nodig is.
Pulsatiele secretie: niet constant. Meeste secretie vindt ’s nachts plaats (70%).
GHRH (releasing factor) wordt uitgescheiden uit de hypothalamus en
getransporteerd naar de somatotrope cellen in de hypofyse voorkwab door
middel van het poortadersysteem.
Inhibiting hormone van GH is somatostatin.
Greline wordt uitgescheiden in de maag bij honger en heeft invloed op secretie
van GH.
Secretie regulatie: GH remt zijn eigen productie. IGF-1 zijn daadwerkelijk de
hormonen die de lengtegroei veroorzaken.
GH zorgt voor secretie van IGF-1. IGF-1 heeft een direct inhiberend effect op de
secretie van GH door de somatotrope cellen te onderdrukken. IGF-1 heeft een
indirect inhiberend effect op de secretie van GH door GHRH secretie te
onderdrukken en somatostatin secretie te stimuleren.
Acuut GH effect: bindt aan tyrosine kinase op spier, vet en lever verhoogt
glucose in het bloed!
Lange termijn GH effect: groeibevordering d.m.v. somatomedinen IGF-1 en IGF-2
(gevormd in lever).
IGF-1 veroorzaakt de groei in adolescentie. IGF-2 is voor groei voor de geboorte.
Endochondrale verbening: groei van de botten d.m.v. IGF-1. Kraakbeen groeit aan
de uiteindes, aan de binnenkant verkalkt het. GH alleen is niet genoeg, er is ook
insuline en T3/T4 nodig. Cortisol en sex steroiden remmen de botgroei. Sex
steroiden stimuleren wel de botgroei in de dikte (sterkere botten).
Na de puberteit speelt GH een rol bij de metabolisme. Het zorgt dat de vetvrije
lichaamsmassa op peil blijft en zorgt dat het vet metabolisme onderdrukt wordt
en dat je slank blijft.
3 BMI regulatie
BMI = kg/(meter^2)
Eetgedrag geregeld vanuit de hypothalamus: hongercentrum en
verzadigingscentrum.
In de hypothalamus: nucleus arcuatus heeft anorexiegene (verzadigingsgevoel)
neuronen en orexiegene (hongergevoel) neuronen. Anorexiegene neuronen
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper zoshei. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.