100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten
logo-home
Samenvatting Uitwerking hulpvragen inleiding psychologie (bwb107) €6,99
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Uitwerking hulpvragen inleiding psychologie (bwb107)

 1 keer verkocht

Uitwerking van de hulpvragen van inleiding psychologie per hoofdstuk van het boek.

Voorbeeld 3 van de 30  pagina's

  • Ja
  • 1 december 2022
  • 30
  • 2020/2021
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (31)
avatar-seller
Juul13
College 1
1. Wat is psychologie? (slide 15)
Psychologie gaat over hoe gedrag van individuen gemotiveerd is en de direct waarneembare,
privaat toegankelijke en privaat ontoegankelijke processen in het menselijk lichaam.

2. Welke drie verschillende soorten oorzaken kennen we in de psychologie? (slide 17)
Direct waarneembaar: iemand geeft een schop
Privaat toegankelijk: de persoon is boos en bedenkt daarom om een schop te geven
Privaat ontoegankelijk: zonder dat de persoon het weet is er veel opgekropte boosheid

3. Kun je twee grondleggers van de moderne psychologie noemen? Wat deden zij? (slide 22-23)
Willhelm Wundt & William James: Wundt deed onderzoek naar de waarneming van
waarnemingsdrempels en bezat het eerste psychologisch laboratorium. James deed onderzoek
naar emoties en gebruikte de facial feedback hypothese.

4. Wat zijn de drie uitgangspunten van de moderne psychologie? (slide 24; pagina 2-10)
- fysieke veroorzaking van gedrag
- gedrag en psychische processen worden gevormd door ervaring
- de machinerie van gedachten en gedrag zijn vormgegeven door natuurlijke selectie

5. Wat is het lichaam-ziel probleem? Waarom is het een 'probleem'? (slide 26-29; pagina 2-10)
De mens bestaat uit een lichaam en een ziel. Descartes dacht dat dieren geen ziel hadden. Alles
wat zowel dieren als mensen doen komt dus voort uit het lichaam. Volgens hem ging de
samenwerking via de pijnappelklier, we weten nu dat dat onzin is. Het bewustzijn maakt contact
met het zenuwstelsel via de pijnappelklier, de ziel regelt de actie en stuurt de spieren aan. Maar
hoe kunnen dieren dan bewegen?

6. Hoe verloopt 'fysieke veroorzaking van gedrag' volgens René Descartes? (slide 27-29; pagina
2-10)
Dieren hebben geen ziel, alles wat dieren en mensen doen komt dus voort uit een fysieke
veroorzaking van gedrag. Er wordt gecommuniceerd via de pijnappelklier.

7. Wat is materialisme? Waarom biedt ook dit geen verklaring voor het lichaam-ziel probleem?
(slide 30; pagina 2-10)
Het materialisme zegt dat er helemaal geen ziel is alleen materie. Het probleem dat hierbij
ontstaat is de vraag of een gedachte materie is. Hier was Thomas Hobbes een volger van.

8. Waarom is onderzoek naar reflexen belangrijk geweest voor de ontwikkeling van de
psychologie? (slide 31;pagina 2-10)
Al het gedrag bestaat uit reflexen dus ook het brein. Door deze ontwikkeling ben je van het
lichaam-ziel probleem af, het lichaam bestaat dan gewoon uit een heleboel complexen
fysiologische processen en reacties. Ivan Sechenov deed onderzoek naar reflexen bij dieren.

9. Wat is lokalisatie van functie en waarom is dit belangrijk geweest voor het idee van de
fysieke veroorzaking van gedrag? (slide 32;pagina 2-10)

,Lokalisatie van functie betekent dat de hersenen bestaan uit verschillende gebieden. Ieder
gebied heeft een andere functie. Dit bevestigd dat het brein gespecialiseerd is in bijzonder
functies. Het is niet een bol met blubber.

10. Waarom is het belangrijk te onderkennen dat psychologische processen fysieke oorzaken
hebben? (slide 33;pagina 2-10)
Als we ervan uit gaan dat emoties en fysieke gevoelens worden veroorzaakt door fysiologische
processen lijkt het dat het net zoveel geaccepteerd is als andere vakgebieden. Er kan empirisch
onderzoek gedaan worden.

11. Welk idee staat centraal in het empirisme? (slide 35;pagina 2-10)
Het empirisme zegt kennis en gedachten worden gevormd door sensorische ervaring.

12. Welk idee staat centraal in het nativisme? Wat is het verschil tussen a priori en a posteriori
kennis? (slide 36;pagina 2-10)
Het nativisme is het tegenovergestelde. Zij zeggen veel van bepalende menselijke gedachten en
motieven zijn aangeboren. A priori kennis is aangeboren kennis en a posteriori is aangeleerde
kennis.

13. Wat wordt bedoeld met het 'nature vs nurture' debat? (slide 37;pagina 2-10)
Wordt het menselijk gedrag bepaald door de natuur, omgeving of door de genen. Is goed
voetballen aangeboren of aangeleerd?

14. Wat heeft natuurlijke selectie te maken met het vinden van verklaringen voor emoties en
gedrag? (slide 40-41; pagina 2-10)
Gedrag dat vaak wordt vertoond en een hoge overlevingswaarde heeft wordt overgegeven. Zoals
lachen of boosheid.

15. Met welke twee andere ideeën (naast 'survival of the fittest') leverde Darwin een belangrijke
bijdrage aan de ontwikkeling van de psychologie? (slide 41; pagina 2-10)
- mensen zijn ook dieren
- nadruk op de functie van het gedrag

16. Hoe kunnen we gedrag soms begrijpen dor naar de functie ervan te kijken en wat heeft dit
met natuurlijke selectie te maken? (slide 42; pagina 2-10)
Als we de functie van gedrag weten kunnen we zien of dit noodzakelijk is voor de
overlevingswaarde, hiermee wordt de natuurlijke selectie aangesproken.

, College 2
1. Op welke wijze beïnvloeden genen ons gedrag? (slide 8; pagina 60-62)

Genen beïnvloeden ons gedrag niet direct. Genen beïnvloeden de fysieke structuren zoals de
hersenen van ons gedrag.

2. Waarom dicteren genen ons gedrag niet? (slide 9-14; pagina 60-62)

Ze dicteren ons gedrag niet. Ons gedrag en lichaam worden beïnvloed door de externe
omgeving. Genen zijn adaptief.

3. Welke rol speelt (de interne en externe) omgeving bij de expressie van genen? (slide 9-14;
pagina 60-62)

De externen omgeving kan de expressie van genen veranderen.

4. Wat is een 'genotype' en wat is een 'fenotype'? (slide 13; pagina 62)

Genotype = de set genen die je overerft van je ouders

Fenotype = de waarneembare eigenschappen van je lichaam en gedrag

5. Waarom is het goed dat genen ons gedrag niet dicteren? (slide 14; pagina 62)

Anders zou je niet zelf kunnen beslissen wie/wat/hoe je bent. Hierdoor is er een onderscheid
tussen het geno- en fenotype.

6. Wat bedoelen we al we zeggen dat de werking van genen 'adaptief' is? (slide 14; pagina 62)

Ze staan niet vast bij je geboorte. Door bepaalde dingen in je leven kunnen je genen anders tot
uiting komen hier heeft de externe omgeving invloed op.

7. Wat is het belangrijkste verschil tussen mitose en meiose? (slide 17-18; pagina 62-64)

Mitose is de deling van “normale cellen”, meisose is de deling van geslachtscellen.

8. Wat is de belangrijkste consequentie van het feit dat geslachtscellen delen door meiose en
niet door mitose? (slide 17-20; pagina 62-64)

Er wordt een deel van de genen van beide ouders overgenomen. Het kind zal dus in sommige
opzichten op vader en in andere dingen op moeder lijken. Het is niet een totale replica van vader
of moeder.

9. Waarom is 'variatie' een voorwaarde voor selectie? (slide 21; pagina 72-75)

Zonder variatie kan er geen selectie optreden doordat er dan op niks geselecteerd kan worden.

10. Leg uit: waarom is reproductief succes de basis van selectie? (slide22; pagina 72-75)

Uiteindelijk draait het leven om voortplanten je moet jezelf dus reproduceren. Hoe meer
eigenschappen je hebt die de overlevingswaarde vergroteren des te groter is de kans op
reproductief succes.

11. Wat bedoelen we met het begrip 'differentiële selectie'? (slide 22; pagina 72-75)

Differentiële selectie is selectie waarbij gekeken wordt naar eigenschappen die de
overlevingwaarde vergroten. Zij produceren vervolgens meer nageslacht.

Dit zijn jouw voordelen als je samenvattingen koopt bij Stuvia:

Bewezen kwaliteit door reviews

Bewezen kwaliteit door reviews

Studenten hebben al meer dan 850.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet jij zeker dat je de beste keuze maakt!

In een paar klikken geregeld

In een paar klikken geregeld

Geen gedoe — betaal gewoon eenmalig met iDeal, creditcard of je Stuvia-tegoed en je bent klaar. Geen abonnement nodig.

Direct to-the-point

Direct to-the-point

Studenten maken samenvattingen voor studenten. Dat betekent: actuele inhoud waar jij écht wat aan hebt. Geen overbodige details!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Juul13. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 69052 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Begin nu gratis
€6,99  1x  verkocht
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd