14.1 Wat zijn mentale stoornissen?
Mentale stoornis (mental disorder) betreft een patroon van gedachten, gevoelens en gedrag dat leidt tot
persoonlijk lijden en een significante daling in het sociale en arbeidsgerelateerde functioneren.
Psychopathologie verwijst naar het deel van de wetenschap dat zich bezighoudt met de aard,
totstandkoming en mogelijke behandeling en preventie van mentale stoornissen. (psychologie, psychiatrie,
neurowetenschappen en farmacologie werken hierin samen)
Drie criteria om mentale stoornissen te definiëren
Een grote afwijking van het gemiddelde
Statistisch criterium. Abnormaal als iemand lager scoort dan twee standaarddeviaties onder het
gemiddelde of hoger dan twee standaarddeviaties boven het gemiddelde
Het overtreden van een sociale norm
Sociale criterium. Abnormaal gedrag staat gelijk aan gedrag dat afwijkt van een maatschappelijke norm.
Cultuurafhankelijk en kan dus veranderen.
Persoonlijk lijden
Persoonlijk criterium. Verwijst naar gevolgen van gedragingen, gedachten en gevoelens van persoon zelf.
Wanneer persoon chronisch lijdt of wanneer een gedrag door de persoon zelf als nutteloos of schadelijk
wordt ervaren, spreken we van abnormaliteit volgens persoonlijk criterium.
Factoren die een rol spelen bij mentale stoornissen
Biologische perspectief. Lichamelijke disfuncties zijn de oorsprong van mentale stoornissen.
Psychologische perspectief. Abnormaal gedrag vindt oorsprong in mentale processen die ten grondslag
liggen aan het gedrag.
Sociale perspectief. Stelt in zijn meest extreme vorm dat abnormaal gedrag niets anders is dan gedrag dat
zich niet houdt aan regels en criteria van de maatschappij en daarom als abnormaal bestempeld wordt.
Diathese-stress-model. Volgens dit model wordt de kans dat iemand een mentale stoornis vertoont,
bepaald door de kwetsbaarheid (diathese) van de persoon en mate van stress in de omgeving.
Kwetsbaarheid gedeeltelijk erfelijk, wordt beïnvloed door leefomstandigheden en is ook afhankelijk van
denkstijlen van de persoon.
(Demonologisch perspectief) Psychologie neemt dit niet in overweging.
Mentale stoornissen classificeren: de DSM
Twee belangrijke termen:
- betrouwbaarheid
- validiteit
DSM-IV gebruikt vijf assen, of dimensies, om diagnose te stellen. Elke as wordt beoordeeld door psycholoog
of psychiater die patient onderzoekt.
As 1. Geeft aan welke klinische stoornis het normale leven verstoort en aanleiding is voor de aanvraag tot
diagnose en behandeling.
As 2. Beschrijft stabiele, rigide interactiepatronen die het leven en de sociale interacties van een persoon
belasten. Patronen worden door persoon zelf zelden als deel van zijn of haar probleem gezien, maar
beïnvloeden wel de ernst van de stoornis en zullen van belang zijn bij de behandeling.
As 3. Bevat lichamelijke symptomen en klachten, die een invloed kunnen hebben op de mentale toestand
van de beoordeelde persoon.
As 4. Handelt over psychosociale en omgevingsgerelateerde stressfactoren in het afgelopen jaar en wordt
op een 6-punten-schaal gescoord. Zoals we in het diathese-stress-model hebben gezien, is aanwezigheid
van stressfactoren bij veel stoornissen een uitlokkende factor.
As 5. Geeft algemene beoordeling van het functioneren van het individu op het moment van afname en
gedurende het voorbije jaar; deze as wordt gescoord op een 100-punten GAF-schaal (global assessment of
functioning; 1 = volledige inadequaat functioneren, 100 = superieur functioneren). Belangrijke informatie
aangezien veel mentale stoornissen voorafgegaan zijn aan geleidelijke afname in functioneringsniveau.
Kritieken op DSM
Benadering vanuit medische model
Onderscheid tussen as 1 en 2 niet altijd duidelijk
1
, Systeem enkel beschrijvend zonder theoretische basis voor de categorieën
Typologie. Mensen worden in hokjes geplaatst
14.2 Stoornissen in de kindertijd
Twee indringende en veelomvattende ontwikkelingsstoornissen:
Autisme
Syndroom van Asperger
Autisme
Autisme vanaf 1,5 jaar vast te stellen bij kinderen. Vier kenmerken vormen kern van syndroom volgens
DSM-IV.
Problemen met sociale interactie. Geen of vreemde reactie op interactie met ouders. Moeite om theory of
mind te ontwikkelen. Besef dat andere mensen hun eigen gedachten, wensen en verwachtingen hebben.
Problemen met communicatie en taal.
Ontbreken van symbolisch spel. Voorwerpen in een spel kunnen een andere betekenis krijgen en kinderen
kunnen ook rol van iemand anders spelen.
Behoefte aan structuur, herhaling en vaste ritmen.
Autisme zoals omschreven in DSM-IV is zeldzaam. Grotendeels erfelijk. Als niet aan alle vier de kenmerken
wordt voldaan wordt categorie pervasieve ontwikkelingsstoornis niet anders omschreven gebruikt (soms ook
'aan autisme verwante stoornis of stoornis uit het autisme spectrum)
Het syndroom van Asperger
Onderscheid tussen Asperger en autisme ligt in ontbreken van klinisch significante beperking in de taal en
het cognitieve vermogen. Wordt ook wel hoogfunctionerend autisme genoemd.
Motorische ontwikkeling trager. Sommigen hoge intelligentie, die zich kenmerkt in extreme feitenkennis.
Communicatieve vaardigheden niet beperkt, maar tonen wel eigenaardige kenmerken.
14.3 Aan een middel gebonden stoornissen
Aan een middel gebonden stoornis is een stoornis wanneer een persoon een psychoactief middel gebruikt
waaronder de eigen gezondheid, de sociale relaties en/of het werk beginnen te lijden. DSM maakt
onderscheid tussen;
- Misbruik. Verwijst naar patroon van onaangepast gebruik dat significante beperkingen veroorzaakt.
- Afhankelijkheid. Wordt gedefinieerd als misbruik dat gepaard gaat met minstens drie van volgende
kenmerken:
Tolerantie voor middel (steeds grotere hoeveelheid benodigd voor verwachte effect)
Ontwenningsverschijnselen bij afwezigheid middel
Langer gebruik van middel dan men van plan was
Weinig succesvolle pogingen om gebruik in de hand te houden
Besteden van groot deel van tijd om aan middel te komen
Voortzetten gebruik middel ondanks wetenschap dat het leidt tot problemen
Alcoholmisbruik en -afhankelijkheid
Biologische bijdrage; erfelijke component voor alcoholafhankelijkheid
Psychologische bijdrage; Leerprocessen.
Sociale bijdrage
2
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper u0051e1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.