Rechtbank ‘s- Gravenhage Mevrouw, Verzoekster.
Bestuurlijke procedure Vertegenwoordigd door:
Rolnr. N.n.b Tegen:
Zitting: d.d. Staatssecretaris van Justitie &
Veiligheid, vertegenwoordigd door:
Inzake: verblijfsvergunning
n.n.b
Woorden: 1618
Mijnheer/ mevrouw de Voorzitter, geachte leden van de rechtbank en alle overige aanwezigen,
1. Inleiding
“Ik meen dat bij mijn geboorte mijn lichaam volmaakt was naar Gods schepping. Daarna heeft de man
mij bestolen, mijn macht weggenomen en me gehandicapt achtergelaten. Mijn vrouwelijkheid werd
me ontstolen. Als God had gewild dat die lichaamsdelen ontbraken, waarom heeft hij ze dan
geschapen1?” Dit schreef Waris Dirie in haar boek Desert Flower, waarin zij vertelt over haar leven in
Somalië en dat zij als jong meisje daar is besneden. Als Nederland, mijn cliënte en haar één jarige
dochtertje, hierna Malika en Nia, terugsturen naar Guinea zal ook Nia’s macht worden weggenomen,
haar lichaam gehandicapt worden achtergelaten en haar vrouwelijkheid zal van haar worden gestolen.
Bij beschikking heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid ten onrechte geoordeeld dat er geen
reëel risico aanwezig is op meisjesbesnijdenis bij terugkeer in Conakry. Daarnaast is het voor Malika
en Nia niet mogelijk om hulp van non-gouvernementele organisaties te krijgen.
In mijn pleidooi bespreek ik eerst de voorwaarden van artikel 29 lid 1 sub a Vreemdelingenwet.
Vervolgens ga ik in op de subsidiaire bescherming op grond van artikel 29 lid 1 sub b
Vreemdelingenwet.
2. Malika en Nia hebben recht op een verblijfsvergunning op grond van artikel 29 lid 1 sub
a Vreemdelingenwet
Op grond van artikel 29 lid 1 sub a van de Vreemdelingenwet, hierna VW, kan een
verblijfsvergunning worden verleend aan een vreemdeling die verdragsvluchteling is. Een
verdragsvluchteling kan worden gedefinieerd als: ‘een onderdaan van een derde land die zich wegens
een gegronde vrees voor vervolging om redenen van ras, godsdienst, nationaliteit, politieke
overtuiging of het behoren tot een bepaalde sociale groep, buiten het land bevindt waarvan hij de
nationaliteit bezit en de bescherming van dat land niet kan of, wegens deze vrees, niet wil inroepen,
dan wel een staatloze die zich om dezelfde reden buiten het land bevindt waar hij vroeger gewoonlijk
1
W. Dirie, Desert Flower, januari 2001
, verbleef en daarheen niet kan, dan wel wegens gegronde vrees niet wil terugkeren 2.’ Malika en Nia
zijn op grond van deze definitie een verdragsvluchteling. Om dit aan te tonen behandel ik de volgende
elementen; de vluchteling dient zich buiten het land van herkomst te bevinden op het moment van de
asielaanvraag; er dient een gegronde vrees voor vervolging te zijn; er dient sprake te zijn van een
vervolgingsgrond en tot slot dient er geen mogelijkheid tot bescherming van het land van herkomst te
zijn. Niet in het geding is het feit dat Malika en Nia zich op het moment van de aanvraag zich buiten
het grondgebied van herkomst bevonden, aangezien zij zich tijdens de aanvraag op Nederlands
grondgebied bevonden.
2.1 Gegronde vrees voor vervolging
Als Malika met haar dochtertje Nia wordt uitgezet naar Guinea zal zij onderworpen worden aan
vrouwelijke genitale verminking, hierna VGV. Aangezien ongeveer 97 procent van de meisjes daar te
maken krijgt met meisjesbesnijdenis3. Gewoonlijk vindt meisjesbesnijdenis tussen de vijf en 15 jaar
plaats, maar vaak gebeurt dit veel eerder en soms al een week na de geboorte 4. Meisjesbesnijdenis is
officieel verboden in Guinea, maar het is zo’n groot onderdeel van de cultuur, dat het niet kan worden
gestopt. Daarbij is in dit land de sociale en familiale druk om deze schadelijke praktijken in stand te
houden ontzettend groot5. Niet conformeren aan de sociale norm betekent sociaal isolement, gescheld
en soms fysiek geweld6. Zelfs de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid erkent dat in dit land
extreem veel meisjesbesnijdenis voorkomt7. Nu wil deze staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Malika en Nia uitzetten naar Guinea. Gezien het percentage van meisjesbesnijdenissen in Guinea is er
gegronde vrees voor vervolging.
2
Op grond van artikel 1A Verdrag betreffende de status van vluchtelingen, Genève, 28 juli 1951 (Hierna
Vluchtelingenverdrag, VLV) jo. Artikel 2d Richtlijn 2011/95/EU (hierna: Kwalificatierichtlijn, Kr).
3
Plan International, ‘Wat is meisjesbesnijdenis en in welke landen komt het voor?’
https://www.planinternational.nl/projecten/wat-is-meisjesbesnijdenis-en-in-welke-landen-komt-het-voor
4
Idem
5
Defence for Children, ‘ Dubbel moraal in de strijd tegen genitale verminking van meisjes’
https://www.defenceforchildren.nl/actueel/blog/martin-vegter/dubbele-moraal-in-de-strijd-tegen-genitale-
verminking-van-meisjes/.
6
Idem
7
Idem