100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting Literatuur Justitiële Interventies

Beoordeling
4,0
(4)
Verkocht
49
Pagina's
54
Geüpload op
17-12-2022
Geschreven in
2022/2023

In dit document staat een samenvatting van het boek en van alle artikelen van het vak Justitiële Interventies, onderdeel van de minor Jeugdbescherming en Jeugdcriminaliteit van Universiteit Utrecht. De artikelen die Engels waren, zijn ook in het Engels samengevat, de rest gewoon in het Nederlands

Meer zien Lees minder











Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Heel boek samengevat?
Nee
Wat is er van het boek samengevat?
Hoofdstuk 1 t/m 12, 14 t/m 22 en 24
Geüpload op
17 december 2022
Aantal pagina's
54
Geschreven in
2022/2023
Type
Samenvatting

Voorbeeld van de inhoud

Literatuur Justitiële interventies

Inhoudsopgave
Literatuur Justitiële interventies..............................................................................................................1
Week 1................................................................................................................................................3
1.1 Hoofdstuk 6 Boek (p. 85-99)....................................................................................................3
1.2 Van der Put et al. (2016)...........................................................................................................4
Week 2................................................................................................................................................5
2.1 Hoofdstuk 1 Boek (p. 11-19)....................................................................................................5
2.2 Hoofdstuk 7 Boek (p. 101-113)................................................................................................6
2.3 Hoofdstuk 8 Boek (p. 117-131)................................................................................................8
2.4 Hoofdstuk 10 Boek (p. 147-163)..............................................................................................9
2.5 Van der Put et al. (2018).........................................................................................................10
Week 3..............................................................................................................................................12
3.1 Hoofdstuk 2 Boek (p. 23-34)..................................................................................................12
3.2 Hoofdstuk 3 Boek (p. 35-48)..................................................................................................13
3.3 Hoofdstuk 4 Boek (p. 49-63)..................................................................................................14
Werkgroep 2.....................................................................................................................................16
W2.1 Hoofdstuk 16 Boek (243-258).............................................................................................16
W2.2 Van der Stouwe et al. (2019) (geen tentamenstof)..............................................................17
Week 4..............................................................................................................................................17
4.1 Hoofdstuk 9 Boek (p. 133-145)..............................................................................................17
4.2 Hoofdstuk 12 Boek (p. 189-203)............................................................................................18
4.3 Hoofdstuk 14 Boek (p. 211-224)............................................................................................20
4.4 Hoofdstuk 15 Boek (p. 225-241)............................................................................................21
4.5 Goense et al. (2016)................................................................................................................22
Week 5..............................................................................................................................................23
5.1 Hoofdstuk 17 Boek (p. 259-270)............................................................................................23
5.2 Hoofdstuk 18 Boek (p. 271-286)............................................................................................24
5.3 Hoofdstuk 21 Boek (p. 309-319)............................................................................................25
Werkgroep 3.....................................................................................................................................27
W3.1 James et al. (2013)..............................................................................................................27
W3.2 Wilson et al. (2003).............................................................................................................28
Week 6..............................................................................................................................................29
6.1 Wissink et al. (2020) (p.1-22).................................................................................................29
6.2 Van der Wagen et al. (2019)...................................................................................................32
6.3 Hoofdstuk 20 Boek (p. 297-308)............................................................................................34

, 6.4 De Valk et al. (2016)...............................................................................................................36
6.5 Gutterswijk et al. (2020).........................................................................................................38
6.6 Vermaes & Nijhof (2014).......................................................................................................39
Week 7..............................................................................................................................................41
7.1 Nijhof et al. (2020).................................................................................................................41
Werkgroep 4.....................................................................................................................................42
W4.1 Hoofdstuk 11 Boek (p. 165-187).........................................................................................42
W4.2 Hoofdstuk 22 Boek (p. 323-334).........................................................................................44
W4.3 Asscher, Dekovic & Eichelsheim (2013)............................................................................45
W4.4 Van Rooijen-Mutsaers & Ince (2013).................................................................................46
Week 8..............................................................................................................................................49
8.1 Hoofdstuk 5 Boek (p. 65-84)..................................................................................................49
8.2 Hoofdstuk 19 Boek (p. 287-295)............................................................................................51
8.3 Hoofdstuk 24 Boek (p. 349-373)............................................................................................52

,Week 1
1.1 Hoofdstuk 6 Boek (p. 85-99)
Het belangrijkste doel van het jeugdstrafrecht is het bevorderen van gedragsverandering en daarmee
het terugdringen van recidive. De effectiviteit van strafrechtelijke interventies is het grootst indien er
wordt gewerkt volgens het Risk-Need-Responsivity (RNR)-model.
1. Het risicobeginsel: de intensiteit van een interventie moet zijn afgestemd op het recidiverisico
van jongeren (wie).
2. Behoeftebeginsel: een interventie moet gericht zijn op criminogene behoeften (=veranderbare
risicofactoren die direct samenhangen met de kans op recidive) (wat).
3. Responsiviteitsbeginsel: een interventie moet passen bij de motivatie, leerstijl en intellectuele
mogelijkheden van de verdachte (hoe).
Vier generaties in de ontwikkeling van risicotaxatieinstrumenten: De eerste generatie is die van het
ongestructureerde klinisch oordeel door een professional, gebaseerd op kennis, ervaring en intuïtie. De
tweede zijn gestructureerde risicotaxatieinstrumenten die grotendeels statische risicofactoren bevatten
(zoals leeftijd eerste delict gepleegd). Derde generatie-instrumenten zijn gestructureerde
risicotaxatieinstrumenten die naast statische ook dynamische factoren bevatten (dus hier wel inzicht in
mogelijkheden om risico’s te verminderen, bij tweede niet  hogere voorspelkracht bij derde). In de
vierde generatie, waartoe ook het LIJ gerekend kan worden, wordt risicotaxatie geïntegreerd met
casemanagement. Als startpunt van de ontwikkeling van het Landelijk Instrumentarium
Jeugdstrafrechtketen (LIJ) is een Landelijk Kader opgesteld vanuit het RNR-model en geeft dan ook
aan dat het nieuwe instrumentarium informatie moet verzamelen over risico’s, criminogene behoeften
en responsiviteit. 3 fasen:
1. Het belangrijkste doel in de preselectiefase is het vaststellen van het risico op recidive en het
risico op een zorgwekkende opgroei- en opvoedingssituatie. Het is in deze fase dus niet
noodzakelijk criminogene behoeften, responsiviteit en beschermende factoren in kaart te
brengen
a. Moet de jongere doorverwezen worden naar bureau Halt of moet er een proces-
verbaal opgemaakt worden?  risicotaxatieinstrument Preselect Recidive
i. Belangrijkste variabelen voor recidive: aantal verschillende soorten delicten,
hoeveelheid delicten, aantal registraties in de rol betrokken, leeftijd eerste
registratie, huidige leeftijd, geslacht.
b. Moet er een zorgmelding bij Veilig Thuis gemaakt
worden?  risicotaxatieinstrument Preselect Zorg.
i. Variabelen: leeftijd eerste registratie,
incidenten huiselijke twist, totaal aantal
incidenten medebewoners met als rol verdachte
2. In fase 2 wordt de informatie verzameld door Halt, de RvdK, de
Jeugdreclassering en zo nodig het NIFP. Bij elke jongere wordt
eerst een verkort screeningsinstrument afgenomen (instrument
2a), met als doel een risicoprofiel op te stellen en te bepalen of
aanvullend onderzoek nodig is. Instrument 2a dient ook om
vast te stellen of een niet primair op gedragsverandering
gerichte straf volstaat uit oogpunt van recidivevermindering.
Indien er zorgsignalen zijn of problemen op meerdere
domeinen, wordt het uitgebreide screeningsinstrument
afgenomen (instrument 2b). Het belangrijkste doel van
instrument 2b is een meer diepgaande inventarisatie van alle
dynamische en beschermende risicofactoren, oftewel van alle factoren die van invloed zijn op
de kans op recidive. Hiermee kan dan een passende interventie worden gekozen (zie tabel 6.2).

, 3. In de derde fase wordt informatie verzameld door de RvdK, JR en/of de JJI. Belangrijkste
doelen: (1) bepalen of er sprake is van zorgsignalen of aanvullende diagnostiek nodig is
(anders inschakelen NIFP), (2) keuze voor een passende gedragsinterventie en (3) invulling en
evaluatie gedragsinterventies. Voor jongeren die tijdens de interventiefase thuis wonen en
aangewezen zijn op ambulante behandeling dan wel dagbehandeling binnen een juridisch
kader, volstaat instrument 2b meestal. Daarom gaat deze paragraaf over jongeren die in JJI’s
worden geplaatst. In de eerste fase van het verblijf vindt screening plaats van directe zorgen en
behoeften van
jongeren. In de
tweede fase wordt




verdiepingsdiagnostiek uitgevoerd voor zover daar aanwijzingen voor zijn. Jongeren die meer
dan tien weken en tien dagen in de JJI verblijven gaan naar de derde fase.
Het LIJ is nog niet uitontwikkeld. Preselect Zorg wordt bijvoorbeeld nog niet overal ingezet. Ook een
aantal onderdelen van het LIJ moeten nog worden gevalideerd. Een ander belangrijk aandachtspunt is
de vraag in hoeverre wegingen van bepaalde domeinen moeten worden aangepast aan sekse, leeftijd
en culturele achtergrond.
1.2 Van der Put et al. (2016)
3 voorwaarden om een OTS te kunnen opleggen: (1) de minderjarige groeit zodanig op dat hij in zijn
ontwikkeling ernstig bedreigd wordt, (2) de zorg die wordt aangeboden wordt door de ouders die het
gezag uitoefenen en/of door de minderjarige niet of onvoldoende geaccepteerd en (3) de verwachting
is gerechtvaardigd dat de ouders binnen, gelet op de persoon en de ontwikkeling van de minderjarige,
aanvaardbare termijn in staat zullen zijn de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding
weer zelfstandig te dragen. Dit kan ook gelden voor ongeboren kinderen.
Het doel van deze studie was te onderzoeken of terugkeer naar de jeugdbescherming beter voorspeld
wordt door het Licht Instrument Risicotaxatie Kindveiligheid (LIRIK) of door een nieuw te
ontwikkelen actuarieel instrument.
In Nederland wordt grootschalig gebruik gemaakt van het Licht Instrument Risicotaxatie
Kindveiligheid (LIRIK). Waarom wordt de voorkeur gegeven aan gestructureerde instrumenten i.p.v.
aan een klinisch oordeel?  Actuariële/gestructureerde instrumenten presteren over het algemeen
beter dan klinische instrumenten. Klinische methoden die grootschalig worden ingezet voorspellen
vaak niet beter dan het opgooien van een munt. De wetenschappelijke literatuur laat consistent zien dat
actuariële instrumenten niet alleen een hogere betrouwbaarheid hebben, maar ook beter in staat zijn
om risico’s in te schatten dan klinische instrumenten en dus meer valide zijn.
Het belangrijkste verschil tussen klinische en actuariële instrumenten is dat bij klinische instrumenten
de professional zelf bepaalt hoe zwaar hij of zij risicofactoren weegt en combineert tot een eindoordeel
(zoals dus LIRIK), terwijl bij actuariële instrumenten risicofactoren op een vaststaande manier worden
gewogen en gecombineerd tot een eindoordeel (bijv. ARIJ).
Er zijn twee belangrijke verklaringen voor het feit dat actuariële instrumenten beter presteren dan
klinische instrumenten. Ten eerste bevatten actuariële instrumenten alleen risicofactoren die
daadwerkelijk een voorspellende waarde hebben. Ten tweede zijn actuariële instrumenten
betrouwbaarder dan klinische instrumenten en dat maakt de predictieve validiteit beter. Deze hogere
€6,39
Krijg toegang tot het volledige document:
Gekocht door 49 studenten

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Beoordelingen van geverifieerde kopers

Alle 4 reviews worden weergegeven
1 jaar geleden

Samenvatting is te kort door de bocht, veel elementen komen er niet in terug!

2 jaar geleden

2 jaar geleden

2 jaar geleden

4,0

4 beoordelingen

5
2
4
1
3
0
2
1
1
0
Betrouwbare reviews op Stuvia

Alle beoordelingen zijn geschreven door echte Stuvia-gebruikers na geverifieerde aankopen.

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
kirstenolthuis Universiteit Utrecht
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
970
Lid sinds
5 jaar
Aantal volgers
614
Documenten
1
Laatst verkocht
1 maand geleden

3,8

91 beoordelingen

5
22
4
43
3
17
2
4
1
5

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen