Samenvatting Motiverende Gespreksvoering
Deel 1: Wat is motiverende gespreksvoering?
Hoofdstuk 1: Op verandering gerichte gesprekken
Motiveren = het beïnvloeden van gedrag van een ander
Motiverende gespreksvoering = een op samenwerking gerichte gespreksstijl
die iemands eigen motivatie en bereidheid tot verandering versterkt. Het
primaire doel is om de motivatie voor verandering en de daarbij horende
motivatie van de persoon zelf te versterken
MGV heeft aandacht voor natuurlijke taal over verandering, met gevolgen
voor de wijze waarop op verandering gerichte gesprekken met meer effect
gevolgd kunnen worden.
MGV is ontwikkeld om op een constructieve manier om te gaan met de
uitdagingen die zich voordoen als iemand het aandurft zich bezig te
houden met de motivatie voor verandering van een ander.
MGV gaat vooral over het op een zodanige manier voeren van gesprekken
dat mensen zelf al pratend komen tot verandering die overeenstemt met
hun waarden en belangen.
Gespreksstijlen op een continuüm:
Sturen Gidsen Volgen
Sturende stijl = hulpverlener geeft informatie, instructies en advies
Gidsende stijl = hulpverlener luistert goed en zal zijn expertise aanbieden
wanneer dat nodig is
Volgende stijl = hulpverlener luistert goed en heeft aandacht voor wat de
ander te zeggen heeft, probeert de ander te begrijpen en onthoudt zich er
(tijdelijk) van om zelf dingen in te brengen
De verbeterreflex = het overmatig gebruik maken van de sturende stijl. Het
verlangen om te herstellen wat er fout is en mensen zonder aarzelen op het
goede pad zetten op een directieve manier (te veel in de expertrol kruipen). Het
behelst de opvatting dat de hulpverlener de ander moet overtuigen of overhalen
om het goede te doen.
Ambivalentie = iets willen, maar tegelijkertijd ook niet willen (twee dingen die
niet samengaan).
Verandertaal = uitspraken van de persoon zelf ten gunste van de verandering.
Behoudtaal = de argumenten van de persoon om niet te veranderen en de
status quo te behouden.
Kernpunten H1:
De basisstijl van MGV is die van gidsen, dat tussen de sturende en
volgende stijl in ligt en dat elementen van beide bevat.
Ambivalentie hoort bij voorbereiden op verandering en kan een kwestie
zijn waar iemand enige tijd in vastzit.
Als een hulpverlener de sturende stijl gebruikt en vóór verandering pleit
tegen iemand die ambivalent is, dan roept dat bij die ander vanzelf
tegengestelde argumenten op.
Mensen raken overtuigd van wat ze zichzelf horen zeggen.
1
,Hoofdstuk 2: de ‘spirit’ van MGV
Zonder de spirit wordt MGV een cynisch trucje, een manier om mensen te
manipuleren zodat ze iets gaan doen wat ze niet willen. Het gaat hierbij om de
mentaliteit en intentie waarmee je als hulpverlener aan MGV begint.
De 4 kernelementen van de spirit zijn:
Partnerschap: MGV wordt ‘voor’ en ‘met’ iemand gedaan. Het is een
actief samenwerkingsproces. Mensen zijn expert van zichzelf. De methode
van MGV gaat meer om exploreren dan om vermanen, meer om
belangstelling en ondersteuning dan om aansporen of argumenteren. Dit
samenwerkingsaspect van MGV getuigt van een diep respect voor de
ander.
Acceptatie: de houding tegenover de inbreng van de cliënt (zonder
oordeel over gemaakte keuzes). Binnen de acceptatie zijn vier aspecten te
onderscheiden:
1. Absolute waarden: een wezenlijk respect en vertrouwen van de de
andere persoon.
2. Accurate empathie: een actieve belangstelling voor de belevingswereld
van de ander en daadwerkelijke inspanning deze te begrijpen (de
wereld door zijn/haar ogen te zien).
3. Autonomie ondersteunen: mensen zijn in staat en hebben het recht om
hun eigen keuzes te maken.
4. Bevestigen: het gericht zijn op en erkennen van iemands sterke kanten
en inzet.
Compassie: je actief inzetten voor het welzijn van de ander, oftewel de
behoeften van de ander vooropstellen. Je zet je doelbewust in voor het
welzijn en de belangen van de ander.
Ontlokken: op persoonlijke krachten gericht uitgangspunt. Mensen
hebben al veel in zich wat ze nodig hebben. De taak van de hulpverlener is
om dat naar boven te halen door verandertaal te ontlokken.
Motiverende gespreksvoering is een persoonsgerichte hulpverleningsstijl om het
veel voorkomend probleem van ambivalentie ten aanzien van verandering aan te
pakken.
Kernpunten H2:
MGV doe je voor of met iemand, niet op of bij iemand.
De vier onderliggende kernelementen van de spirit van MGV zijn:
partnerschap, acceptatie, compassie en ontlokken.
Acceptatie omvat vier aspecten: absolute waarde, accurate empathie,
ondersteuning van autonomie en bevestigen.
MGV gaat om ontlokken wat al aanwezig is, niet om het aanbrengen van
iets dat al ontbreekt.
Hoofdstuk 3: Motiverende gespreksvoering – de methode
MGV is opgebouwd uit vier fasen, oftewel vier processen. Deze vier processen
zijn zowel opeenvolgend als repeterend. De vier processen van MGV zijn:
2
, 1. Engageren: het proces waarbij twee partijen een nuttig contact en een
werkrelatie met elkaar aangaan. De eerste indruk is daarbij sterk
bepalend, maar niet onomkeerbaar.
2. Focussen: het proces waarmee in een gesprek over verandering een
bepaalde richting wordt ingeslagen, in feite hetgeen waar de persoon voor
komt. Focussen helpt om in MGV een duidelijke richting te kiezen, een stip
aan de horizon te vinden waarheen men zich beweegt. Focussen geeft
antwoord op de vraag op welke verandering een gesprek mikt.
3. Ontlokken: de persoon de argumenten voor de verandering laten
verwoorden. Mensen praten zichzelf tot verandering met behulp van de
hulpverlener.
4. Plannen: het ontwikkelen van de vastbeslotenheid om te veranderen en
het formuleren van een actieplan. Het is de koppeling tussen verandertaal
en verandergedrag.
Motiverende gespreksvoering is een op samenwerking gerichte, doelgerichte
gespreksstijl met bijzondere aandacht voor verandertaal. Het is ontworpen om
persoonlijke motivatie en de commitment voor een bepaald doel te versterken
door het ontlokken en verkennen van iemands eigen redenen om te veranderen
in een sfeer van acceptatie en compassie.
Basisvaardigheden van MGV: ORBS(+I)
Deze vaardigheden sluiten aan op de vier processen van MGV en zijn
voortdurend nodig in gesprekken.
- Open vragen stellen (O): vragen die de persoon uitnodigen om te
reflecteren en om het een en ander nader uit te werken.
- Reflectief luisteren (R): oftewel reflecteren. Omvat reflectieve
uitspraken die de bedoelingen van de cliënt raden. Hebben als belangrijke
functie het begrip te verdiepen, omdat het dan duidelijk wordt of het
geradene juist is.
- Bevestigen (B): de hulpverlener is bewust op zoek naar de sterke kanten
van de cliënt en diens intenties en stappen in de goede richting. Benadruk
het positieve.
- Samenvatten (S): datgene wat de persoon gezegd heeft bundelen en
teruggeven aan de persoon. Vooral belangrijk bij de processen engageren
en focussen.
- Informeren en adviseren (I): informeren en adviseren mag alleen met
toestemming van de cliënt. De persoon mag dan zelf beslissen wat hij/zij
ermee doet en benadruk dat ook.
Wat MGV niet is:
Niet alleen aardig zijn tegen mensen. Het gesprek moet wel een richting
op gaan.
MGV is geen techniek, het is een stijl.
MGV is ook geen oplossing voor alle klinische vraagstukken.
MGV vereist niet dat er feedback wordt gegeven over een of ander
assessment.
MGV is bepaald niet een manier om mensen te laten doen dat jij wilt dat ze
doen. Het kan niet gebruikt worden om motivatie te produceren dat er niet
is.
Kernpunten H3:
De vier kernprocessen van MGV zijn: engageren, focussen, ontlokken en
plannen.
3
, Engageren is het proces van het aangaan van een behulpzaam contact en
werkrelatie.
Focussen is het proces waarmee het gesprek over verandering een
bepaalde kant op gaat en blijft gaan.
Het proces van ontlokken houdt het ontlokken in van de eigen motivatie
van de persoon voor een bepaalde verandering en is de kern van MGV.
Het proces van plannen omvat zowel het ontwikkelen van
vastbeslotenheid om te veranderen als het formuleren van een concreet
plan van actie.
De basiscommunicatievaardigheden die in MGV steeds gebruikt worden,
zijn: open vragen stellen, reflectief luisteren, bevestigen, samenvatten en
het geven van informatie en advies met toestemming (ORBS+I).
Hoofdstuk 4: Engagement aangaan en tegengaan
Engagement = het proces van het vestigen van een helpende relatie die zich
kenmerkt door wederzijds vertrouwen en respect. Het betreft de mate waarin
iemand zich een comfortabele en actieve deelnemer voelt in een gesprek.
Engagement werkt twee kanten op. Een positief gevolg van engagement is dat
de cliënt blijft terugkomen.
Een veel toegepast systeem accentueert drie aspecten van positieve binding:
1. Het vestigen van een werkrelatie die zich kenmerkt door vertrouwen en
wederzijds respect.
2. Overeenstemming over behandeldoelen.
3. Samenwerking m.b.t. de overeengekomen taken om deze doelen te
bereiken.
Valkuilen die het engagement aantasten:
Valkuil van assessment: de gespreksvoerder stelt de vragen en de
cliënt geeft antwoorden. Bij deze valkuil houdt de hulpverlener de controle
over de sessie door vragen te stellen, terwijl de cliënt zich beperkt tot het
geven van korte antwoorden.
Valkuil van deskundigheid: een deskundige rol waarbij er informatie
ingaat en een antwoord uitrolt werkt niet best als er een verandering op
persoonlijk vlak nodig is.
Valkuil van voortijdig focussen: focussen voordat iemand zich
geëngageerd heeft, wat wil zeggen dat de hulpverlener het probleem
probeert op te lossen voordat degene een goede werkrelatie heeft
opgebouwd. De valkuil is dat je bij iemand blijft aandringen om te praten
over dat wat jij als probleem ziet, zonder te luisteren naar wat de cliënt
verder bezighoudt.
Valkuil van etiketteren: een specifieke vorm van de valkuil voortijdig
focussen. Jij wilt de aandacht richten op een bepaald probleem en jij (of de
cliënt) geeft er een naam aan. Voorbeeld: “je bent een alcoholist.”
Toevoeging: er is geen belangrijke reden om mensen af te raden een
etiket te omarmen als zij dat graag gebruiken
De valkuil van de schuldvraag: de schuldvraag waar cliënten mee
kunnen worstelen. Een voor de hand liggende benadering is dat je
aangeeft dat de schuldvraag binnen de hulpverleningscontext niet relevant
is. Als iemand het doel van de hulpverlening helder voor ogen heeft,
worden de zorgen over de schuldvraag ook minder.
4