Capita publiekrecht strafrecht 2
Aantekeningen
Week 1
Web College, vrijwillige terugtred
Vrijwillige terugtred
Art 46b Sr: “voorbereiding noch poging is strafbaar indien het misdrijf niet is voltooid ten
gevolge van omstandigheden van de wil van de dader afhankelijk”
- Voorwaarden:
o De dader maakt een nieuwe afweging van dezelfde externe omstandigheden
en besluit dan af te zien van het plan
o Dat moet de dader zelf beslissen, niet bepaald door factoren van buitenaf
(van de wil van de dader afhankelijk)
- Toepasselijk bij poging en voorbereiding
- Neemt strafbaarheid weg, aannemen vrijwillige terugtred leidt tot OVAR
Gewijzigde omstandigheden buiten de wil van de dader
HR 15 oktober 1988, NJ 1989, 456 (m.s, Canopus)
- Een kapitein op een schip kondigt aan dat hij alle hutten zal gaan doorzoeken omdat
er een portemonnee is verdwenen. Een matroos van het schip meldt zich vervolgens
geheel vrijwillig bij de kapitein met de mededeling dat hij een hoeveelheid cocaïne in
zijn hut heeft.
- Hier is geen sprake van vrijwillige terugtred, omdat de reden van de terugtred ligt in
gewijzigde omstandigheden buiten de wil van de dader. De reden om zich bij de
kapitein te melden, is de aangekondigde doorzoeking van de hut en niet inkeer of
berouw of lafheid bij gelijkblijvende omstandigheden.
Gewijzigde omstandigheden, maar de wil van de dader
HR 15 december 1992, NJ 1993, 333 (filmproducent)
- Iemand sprak jonge vrouwen aan op straat, stelde zich voor als professioneel
filmproducent en nodigde ze thuis uit voor het naspelen van een scene van een
bankoverval. Een meisje liet zich daarom gewillig vastbinden. Toen hij op het punt
, stond haar te verkrachten zei ze tegen de man: ‘wat heeft het voor een zin om mij te
verkrachten?” de man kwam tot bezinning en liet de vrouw gaan.
- De bewijsmiddelen houden slechts in dat de verdachte zij n poging heeft gestaakt
toen het slachtoffer hem een schop gaf en zei: “Wat heeft het voor een zin om mij te
verkrachten?” daaruit blijkt niet dat het voorgenomen misdrijf niet is voltooit ten
gevolge van een van de verdachtes wil onafhankelijke omstandigheden. Wel
vrijwillige terugtred.
Vrijwillige terugtred is ook bij de voltooide poging mogelijk
HR 19 december 2006, NJ 2007, 29 (kopje onder)
- Verdachte sprong met zijn zoontje van 5 maanden in een Eemskanaal en klom daarna
met de baby weer uit het water. Hij verklaarde: “We gingen wel kopje onder, maar
het was ondiep en ik kon gewoon staan. Door de kou kwam ik weer goed bij en wist
ik dat ik niet goed bezig was. Ik wilde hem naar het ziekenhuis brengen omdat hij nat
en koud was en ben daarom richting Groningen gereden.
- HR: vrijwillige terugtred ziet op het misdrijf waarom de gedraging van verdachte
waren gericht. Het gaat er niet om of de verdachte is teruggetreden voordat er
sprake is van een strafbare poging maar of hij is teruggetreden voordat sprake is van
een voltooid misdrijf.
Vrijwillige terugtred moet tijdig plaatsvinden
HR 13 maart 2007, NJ 2007, 171 (te veel gas)
- Verdachte had zich na drie uren op het politiebureau gemeld met de mededeling dat
hij de gaskraan van zijn woning had opengezet en overhandigde de sleutels van de
woning.
- Er is geen sprake geweest van vrijwillige terugtred, nu het feit dat geen ontploffing
heeft plaatsgevonden gelegen is in het feit dat nog geen ontsteking had
plaatsgevonden in het explosieve gebied en dit is een van de wil van de verdachte
onafhankelijke omstandigheid is.
- De HR overweegt het volgende: ‘Of gedragingen van de verdacht toereikend zijn om
de gevolgtrekking te wettigen da het misdrijf niet is voltooid ten gevolge van
omstandigheden die van zijn wil afhankelijk zijn hangt mede gelet op de aard van het
misdrijf- af van de concrete omstandigheden van het geval. Daarbij verdient
opmerking dat voor het aannemen van vrijwillige terugtred in geval van een
voltooide poging veelal een zodanig optreden van de verdachte is vereist dat dit naar
aard en tijdstip geschikt is het intreden van het gevolg te beletten.
, Vrijwillige terugtred bij voorbereiding
Art 46 b Sr geldt op dezelfde voet voor voorbereiding, daar is alleen een daad voor nodig die
het eerder verrichte wegneemt en de gevolgen verijdelt.
De voorbereider wordt pas straffeloos als hij zijn voorbereidingen weer ongedaan maakt en
daardoor het onmogelijk maakt dat met behulp van zijn voorbereidingshandelingen het
misdrijf wordt begaan.
Soms lastig om voor te stellen, zeker als het gaat o middelen waar huist de intentie van de
dader doorslaggevend is.
Handelen in nauwe samenwerking met anderen
HR 12 april 2011, NJ 2011, 358
Verdachte beramen om gezamenlijk een woning te overvallen. Een van de vier loopt naar de
deur, naar bedenkt zich en besluit niet aan te bellen en te doen alsof hij dat wel fiet.
Onverrichter zake gaan zij weer weg.
HR: het besluit van medeverdachte B om het bij de geplande overval te doen voorkomen
alsof de betrokkenen niet thuis waren door te doen alsof hij aanbelde gold alleen voor B als
een van de wil van de verdachte afhankelijke omstandigheid in de zin van art 46b Sr en niet
voor de verdachte
- Dader pas straffeloos als hij zorgt dat het misdrijf ook door de anderen niet wordt
voltooid.
Strafbaar feit
Strafbaar feit: een menselijke gedraging die valt binnen de grenzen van een wettelijke
delictsomschrijving, die wederrechtelijk is en aan schuld te wijten.
Gedragingen kunnen desondanks strafbaar zijn zonder te voldoen aan deze omschrijving.
Voordat de delictsomschrijving vervult is kan strafbaarheid ontstaan.
Hierin liggen vier componenten van het strafbare feit besloten, die cumulatieve
voorwaarden zijn waaraan moet zijn voldaan voordat iemand gestraft kan worden.
Deze vier componenten zijn:
1. MG, menselijke gedraging
2. DO, wettelijke delictsomschrijving
3. W, wederrechtelijkheid