Hoorcollege 1 - Codificatie: het belang van het
algemene
Bijzonder strafrecht: drugshandel, doorsnee verkeersdelicten. Kweekvijver van nieuwe
ideeën hoe we het strafrecht moeten ontwikkelen en inzetten, die dan langzaam
doorsijpelen/transplanteren naar het commune strafrecht.
Voorbeeld: toerekening van gedragingen aan een rechtspersoon. Is voor het eerst
geïntroduceerd in het bijzondere strafrecht.
Het commune strafrecht
Wetboek van Strafrecht
- Legaliteitsbeginsel: lex certa
o Wat we gewend zijn: een delict is op een plek te vinden, alles bij elkaar, je
weet waar je aan toe bent. In het bijzonder strafrecht is dat heel anders.
Gelede normstelling bijvoorbeeld: je moet in meerdere wetten gaan kijken
wat precies het strafbare feit is (bijv. WVW). Gelede normstelling kan ook
inhouden dat je een wet hebt, daaronder nog een AMvB, daaronder nog een
Europese normstelling, etc. Om erachter te komen wat dan precies het delict
is moet je zelfs internationaal kijken wat het strafbare feit is. Roept
uiteindelijk de vraag op: is de wet wel duidelijk?
o Hoe zwaar weegt het lex certa nog? Gelede normstelling.
- Misdrijven en overtredingen
o Misdrijven in Boek 2 WvSr, overtredingen in Boek 3 WvSr.
o In bijzonder strafrecht zie je het niet in een opslag, maar de wetgever geeft
het zelf aan. Dat heeft grote relevantie voor de afdoening van zo een zaak.
Misdrijven worden afgedaan door politiekamer of door de meervoudige
kamer van de rechtbank. Overtredingen worden afgedaan door de
kantonrechter (enkelvoudige rechter, maar die doet ook huurconflicten,
arbeidsconflicten – ook bevoegd voor overtredingen).
o Economische delicten houden verband met de Wet economische delicten
(WED). Daar zijn speciale economische rechters: die doen alleen die
bijzondere delicten.
o Verschil tussen misdrijf en overtredingen heeft ook consequenties voor in
welke strafvorderlijke kolom de gedragingen af worden gedaan.
o Formele en materiële wederrechtelijkheid
Wederrechtelijk beetje ondergeschoven kindje in het commune
strafrecht. In het bijzondere strafrecht heeft wederrechtelijkheid wel
degelijk een bepaalde betekenis, zou daar wel meer een thema kunnen
zijn.
o Opzet, schuld, verwijtbaarheid subjectieve zijde
, Boos opzet bijvoorbeeld.
Verwijtbaarheid: schulduitsluitingsgronden. In het bijzonder strafrecht
speelt vooral de afwezigheid van alle schuld (AVAS) een belangrijke rol.
Doet misschien meer dan we in het commune strafrecht zouden denken!
De AVAS lijkt ook iets met opzet (verwijtbaarheid) te doen.
Wetboek van Strafvordering
- Legaliteitsbeginsel
- Verdachte en verdenking
- Vervolging en berechting
Het belang van het algemene
Waarom leggen we zo de nadruk op het commune strafrecht? In Duitsland bijvoorbeeld
werken ze het Wetboek van Strafrecht precies tot aan het eind van de bachelor uit.
In Nederland behandelen we het algemeen deel. We leggen niet per se uit hoe alle delicten
eruitzien. Dat heeft ermee te maken dat we de nadruk leggen op het algemene, omdat we
denken dat je in het algemene het strafrecht leert kennen.
Discussies voeren over een wetboek: wat missen we nu, wat moet er nu in? Wat hebben we
nu nodig? Het idee van een wetboek is een beetje vertellen hoe het is – niet per se allemaal
wilde verhalen.
Codificatie: bestaand recht in een algemeen geldend wetboek optekenen.
a) Algemeen geldend wetboek: voor iedereen in het gehele land.
b) Bestaand recht: codificatie brengt niets nieuws, maar ordent bestaand recht.
Optekenen: het geschreven recht gaat boven het gewoonterecht.
a) Algemene gelding
Twee betekenissen:
- Algemene gelding voor het gehele land:
o Staat in art. 2 Sr: ‘De Nederlandse strafwet is toepasselijk op ieder die zich in
Nederland aan enig strafbaar feit schuldig maakt.’
- Algemene gelding dient een hoger doel: rechtseenheid en rechtszekerheid.
o In Middelburg hetzelfde wetboek van Strafrecht als in Veendam. Voor
iedereen is het strafrecht op dezelfde wijze van toepassing.
o Legaliteitsbeginsel drukt rechtszekerheid uit – als burger weten we van
tevoren of we dit wel of niet mogen doen.
Dan moet je een wetboek ook op deze manier gaan vormgeven, dat het voldoet aan
rechtseenheid, rechtszekerheid en rechtsgelijkheid.
,Waarom codificatie?
Waarom WvSr, WvSv? Omdat het moet volgens art. 107 Grondwet.
Toelichting bij art. 107 Grondwet:
- ‘De codificatiebepaling beoogt (…) een waarborg voor de rechtseenheid te geven.’
- ‘Het behoud van de bestaande samenhang tussen de rechtsregels op elk van deze
terreinen - en daarmee de rechtseenheid en de rechtszekerheid - achten wij [met
algemene wetboeken] gediend.’
- Kamerstukken II 1977/78, 15 046, nrs. 1-5, p. 4-5.
De wetgever beoogt met art. 107 Grondwet te waarborgen dat in het strafrecht
rechtseenheid en rechtszekerheid is. Dit eist de wetgever niet ten aanzien van de gewone
wet, maar alleen ten aanzien van wetboeken.
Wat brengt codificatie?
- De vraag is wat tot een wetboek van strafrecht behoort en zou moeten behoren.
- WvSR: overzicht van strafbaarstellingen en regels van sanctierecht.
o Welke strafbaarstellingen wel, en welke niet? WVW bijvoorbeeld buiten
strafrecht? Waarom is iets wel in WvSr en niet in de WVW?
o Wat zet je nou in het wetboek, en wat niet?
- WvSv: regels van de strafvordering van het begin tot het eind, inclusief de
tenuitvoerlegging.
o Maar wat is het begin en wat is het eind? Waar begint de strafvordering?
Codificatie WvSr
Regels van sanctierecht kunnen worden beperkt tot regels van de sancties, niet de regels
m.b.t. de precieze executie daarvan. Heel veel is ook niet geregeld. Het is nooit uitputtend
geregeld.
Overzicht van strafbaarstellingen roept vervolgvragen op:
- Algemene regels van vaak voorkomende leerstukken (opzet, schuld, causaliteit)?
o Opzet is algemeen leerstuk omdat het voor alle strafbare feiten van
toepassing is.
- Wat te doen bij bijzondere gevallen: poging/voorbereiding, deelneming,
strafuitsluiting, strafverhoging/verlaging?
Onder welke omstandigheden, wat willen we allemaal geregeld hebben? Moeten we het
in het wetboek regelen of misschien elders? Wat ga je algemeen regelen, en wat laat je
buiten het wetboek van Strafrecht?
Bijv. de situatie dat iemand een strafbaar feit begaat maar zichzelf moest verdedigen daar
willen we ook wat voor regelen.
Lossere codificatieverplichting
, Codificatie; wat neem je wel in het wetboek van strafrecht op, en wat niet?
Legaliteitsbeginsel geeft aan hoe. De wetgever daarover heeft gedacht:
- Art. 1 lid 1 Sr: ‘Geen feit is strafbaar dan uit kracht van een daaraan voorafgegane
wettelijke strafbepaling.’
o Vanaf het begin al de overtuiging dat niet alles in het WvSr geregeld kon
worden. Art. 1 lid 1 Sr drukt uit dat het ook buiten het wetboek van strafrecht
wordt geregeld ook in lagere regelgeving kan dit.
- Art. 1 Sr eist geen formeelwettelijke grondslag voor een strafbepaling. Ruimte voor
lagere regelgeving met strafbepalingen.
Codificatie WvSv
- Art. 1 lid 1 Sv: ‘Strafvordering heeft alleen plaats op de wijze bij de wet voorzien.
- Vrij letterlijk genomen: Sv vindt plaats op de wijze bij deze wet voorzien. Niet per se
in Wet van Strafvordering, maar wel bij wet in formele zin.
- WvSv biedt redelijk uitputtende regeling van Sv. Uitzonderingen slechts beperkt
toegestaan (vgl. Cleieren, Openheid van de wet, geslotenheid van het recht, 1992).
Art. 1 Sv is veel meer gesloten dan art. 1 Strafrecht. 1 Sv is wel open, maar gesloten ten
opzichte van Sr.
b) Bestaand recht
- Idee van een wetboek is dat daarin geregeld wordt wat reeds rechtens is/zou moeten
zijn.
- WvSr: strafbaarstellingen zijn rechtsdelicten.
- WvSv: procedure gebaseerd op bestaande procesrechtelijke tradities.
Wat in het wetboek van strafrecht geregeld werd, was zo vanzelfsprekend, dat de discussie
over details ging – specifieke woordjes. Ging niet over de vraag of iets wel of niet strafbaar
moest worden gesteld (ja voor uitzonderlijke gevallen wel). Hoeft niet veel discussie over
gevoerd te worden logisch dat aanslag om de regering te vernietigen (interview van
Meijeren) strafbaar is (art. 94 Sr). Volstrekt vanzelfsprekend dat we dat strafbaar stellen!
Zelfde geldt voor het wetboek van Strafvordering: huidige strafvordering was niet veel
discussie over, ja zo doen we dat. Heel logisch systeem. Heel veel dingen in het wetboek zijn
heel vanzelfsprekend. Ook wel fijn: als het heel revolutionair zou zijn, en het past niet lekker
in hoe we het al deden, weet je al van tevoren dat er niet veel terecht zou komen van zo een
wet.
Codificatie modificatie
Codificatie: de volgzame wetgever.
Inmiddels achterhaald:
- ‘De wetgever volgt niet, hij loopt voorop’.