AK samenvatting systeem aarde
Hoofdstuk 2
Paragraaf 1
Er zijn 4 sferen in de wereld: de atmosfeer, de hydrosfeer, de lithosfeer en de biosfeer
1. Atmosfeer
- De dampkring, een dikte van ongeveer 80 kilometer. De atmosfeer is opgedeeld in 4
opeenvolgende lagen
- 1. Troposfeer —> tussen de 8 en 18 km dik. Essentieel voor het leven op aarde, hier spelen
de kringloop van water en de klimaatprocessen zich af. Bestaat voor 99% uit stikstof en
zuurstof
- 2. Stratosfeer —> tot 50 km hoogte. Bevat ozon (O3), deze blokkeert de uv straling van de
zon
- 3. Mesosfeer
- 4. Thermosfeer
2. Hydrosfeer
- Vloeibare gedeelte van de aarde, oceanen, meren, rivieren, grondwater en gletsjers en ijs.
3. Biosfeer
- Alle levende organismen op aarde
4. Lithosfeer
- Onder de grond (in hoofdstuk 1 ook al
besproken)
Hydrologische kringloop/waterkringloop= laat het
verband zien tussen wat water op de aarde allemaal
doet
- Water uit de zee, rivieren en meren verdampt=
evaporatie, planten verdampen door
huidmondjes= transpiratie
- Via neerslag, de infiltratie in de bodem en
afstroming komt het water weer in de zee
terecht
Niet alleen water is van groot belang, maar ook de zon. De aardr ontvangt energie van de zon, een
deel van de energie wordt omgezet in warmte, een deel van wordt weer teruggebracht in de
atmosfeer.
Stralingsbalans= de balans tussen inkomende en uitgaande energie van de zon.
Hoe verder van de evenaar, hoe minder de energie van de zon.
Paragraaf 2
Lagedrukgebied= gebied met een stijgende luchtbeweging en een luchtdruk van minder dan 1.013
hPa met meestal veel neerslag (rond de evenaar, 60 graden)
Het lagedrukgebied bij de evenaar(tropen) heet; ITCZ (Inter Tropische Convergentie Zone)