Hoorcollege 1: positivisme
Het common sense-beeld van wetenschap: wetenschap is strikt feitelijk.
Dit zie je terug in de standaardopbouw van een wetenschappelijk artikel.
- Achteraf wordt het rommelig proces vertekend, zodat het overzichtelijker is en meer net
lijkt. Het is dus geen realiteit.
o Hoofdstuk 11
- Wetenschap gaat uitsluitend om feiten en logica.
o De common sense visie gaat ervan uit dat wetenschappers onderzoek doen. Dit
onderzoek leidt tot theorieën over de werkelijkheid, die vervolgens getoetst worden
aan de hand van feiten. Men neemt daarom aan dat de wetenschap het bij het juiste
eind heeft: ze spreekt met gezag. Verder gaat het common-sense beeld ervan uit dat
de wetenschap gebruik maakt van logische gevolgtrekkingen en empirisch
vastgestelde feiten.
In een wetenschappelijk betoog zou alleen een beroep moeten worden
gedaan op logische afleidingen en empirisch, vastgelegde feiten
Persoonlijke opvattingen hebben een storende rol.
- De standaardopbouw van een wetenschappelijk artikel maakt dat allerlei persoonlijke of
maatschappelijke invloeden die het onderzoek hebben bepaald, onzichtbaar blijven.
o De standaardopbouw heeft een logische (rationeel onderbouwbare) opbouw. Dit lijkt
het common sense beeld te ondersteunen. Op geen enkele manier lijkt de
representatie van wetenschappelijk onderzoek de voorstelling van wetenschap als
een autonome, neutrale, onafhankelijke, maatschappelijk waardevrije en niet-
normatieve onderneming te bedreigen. Door het volgen van een nauwgezette
methode wordt een probleem op een verantwoordelijke wijze tot een oplossing
gebracht.
o Men hecht hierdoor vooral waarde aan de inhoud en eventuele persoonlijke of
maatschappelijke invloeden worden vergeten. Door het spreken in de derde persoon
wordt het onderzoek nog meer gedepersonaliseerd: lezers krijgen het idee dat het
niets uitmaakt wie de onderzoeker is. hierdoor verliezen lezers de plausibele
invloeden van de persoon van de onderzoeker uit het oog. Binnen het common
sense beeld maakt het niet uit wie het onderzoek uitvoert: als het volgens de
methoden gebeurt, zullen de resultaten hetzelfde zijn.
De scientistische visie: wetenschap is de enige vorm van kennis.
- Kennis van schoonheid is geen kennis, maar iets anders (smaak)
o Volgens de scientistische visie kan niet eider individu een goede wetenschapper zijn
Er is maar één vorm van kennis: wetenschappelijke kennis. Alle andere
vormen van kennis kunnen herleid worden tot wetenschap. Wat niet
wetenschappelijk vast te stellen is, kan niet bestaan. Dit houdt dus ook in dat
behandelingen die niet wetenschappelijk onderbouwd zijn, in onze
samenleving geen plaats mogen hebben.
Natuurwetenschappen zullen uiteindelijk alle verschijnselen kunnen
beschrijven en verklaren (Wilson). Dit komt doordat alles wat onderzocht
kan worden volgens Wilson gebaseerd is op materiële processen en daarom
uiteindelijk te herleiden is tot fysica. Er wordt niks gezegd over dat ieder
individu een goede wetenschapper zou kunnen zijn, dus niet waar.
Bovendien zullen aanhangers van de scientistische visie vinden dat men
natuurwetenschappen moeten bedrijven alvorens een echte wetenschapper
genoemd te worden. aangezien alles wetenschappelijk te onderzoeken moet
zijn.
,De traditionele visie: wetenschap is maar een vorm van kennis.
- Om te leren wat de zin van het leven is, kan wetenschap je niet helpen.
o Volgens Freeman Dysons traditionele visie kan ook meditatie of religie kennis
opleveren
Freemans traditionele visie op wetenschap: er zijn vele vormen van kennis.
Kennis van goed en kwaad, van ethische en artistieke waarden, van
menselijke natuur zowel wetenschappelijk als historisch etc.
De wetenschap stuit echter op een grens bij het bestuderen van bepaalde
verschijnselen. Freeman zegt niet dat deze verschijnselen kloppend/niet
kloppend zijn, maar dat wij simpelweg niet over de mogelijkheden
beschikken om deze te onderzoeken. Maar wat wij niet kunnen
onderzoeken, kan wel bestaan.
Norm voor wetenschappelijkheid: Mertons CUDOS: communisme, universalisme, belangeloosheid en
georganiseerde scepsis.
- Wetenschappelijke kennis is voor iedereen, ongeacht ras, gender etc.
- Het maakt niet uit wie je bent of wat je bent.
- Objectief en feitelijk.
o Er zijn vier nomen die Merton heeft samengesteld. Dit zijn de ongeschreven regels
van onderzoek
Communiscm: wetenschap is een gemeenschappelijk bezit (openbaar)
Universalism: universele geldigheid en objectiviteit
Disinterestedness: het eergevoel of de belangen van de onderzoeker mogen
geen invloed hebben op de resultaten
Organized scepticism: basishouding van wantrouwen tegenover
wetenschappelijke resultaten. Deze houding moet aangehouden worden
tijdens het peer review.
De kwestie: wat zijn de ideeën achter de empirisch-analytische wetenschapsopvatting?
- Positivisme
- De natuurwetenschappelijke methode
- Epistemologie
- Positivistische gedragswetenschap
‘Synoniemen’ positivisme
- De empirisch-analytische wetenschapsopvatting
- Sciëntisme : extreme vorm van positivisme
- Kosters ‘common sense-beeld van wetenschap’: sluit aan op positivisme
- Wetenschappelijk realisme: het idee dat de wetenschap de wereld beschrijft zoals hij is.
Versus:
- De geesteswetenschappelijke wetenschapsopvatting
- De kritische wetenschapsopvatting
- De postacademische wetenschapsopvatting
Positivisme: het nastreven van objectieve kennis.
Volgens common sense-beeld: positivisme is wetenschap.
- De naïeve houding:
o De wereld is zoals ik haar zie en ervaar.
o Mijn geest is een ‘spiegel’ van de buitenwereld.
o Gekleurde bril: alles wat een objectieve kijk in de weg staat – externe factoren
, Bias, belangen, vooroordelen, identiteit, cultureel referentiekader.
o De naïeve houding is zowel alledaagse noodzaak:
Je eigen perspectief onder ogen zien, maakt onzeker.
o Als een intellectuele/ morele tekortkoming:
Ikzelf zie de wereld objectief, zoals deze is
Wie het anders ziet, moet wel dom of bevooroordeeld zijn.
o Twee reacties mogelijk:
De gekleurde bril benadrukken en de kant op bewegen van relativisme
(subjectief= perspectiefgebonden, bevoordoordeeld.
Toch objectief proberen te zijn en de gekleurde bril zoveel mogelijk
neutraliseren (objectief= perspectiefneutraal, onpartijdig)
- Het positivistische programma:
o Alleen de kale, objectieve feiten
o Geen verzinsels (metafysica: filosofische discipline die volgens Aristoteles na de
fysica, de studie van de natuur, komt.)
Eerste oorzaken van dingen.
o Alleen observaties en logica/wiskunde
- Het devies: meten is weten (empirisme: kennisclaims moeten berusten op zintuigelijke
waarneming)
o Gestructureerde observatie
o Kwantificering
o Het doel: correlaties, oorzaken, mechanismen, wetten vinden.
- Oorsprong positivisme:
o Meten is weten berust op het succes van de natuurwetenschappelijke methode
o Empirisme komt voort uit de epistemologische denktraditie
De natuurwetenschappelijke methode: Francis Bacon, Novum Organum (1620)
- Men of sharp wits, shut up in their cells of a few authors, chiefly Aristotle, their dictator.
- Why should a few received authors stand up like Hercules’ columns, beyond which there
should be no sailing or discovering..?
- Bacon: zelf waarnemen, zelf natuur onderzoeken. De natuur moet je pushen, om te
experimenteren.
- 17e eeuw: mechanisering van het wereldbeeld
- Aristotles: elk organisme heeft een doel
- Natuurwetenschappelijke methode:
o De wereld als ‘klok’ causaal verband tussen organismen.
o Wiskunde als taal van de Schepper voorspellen
o The universe cannot be read until we have learned the language, it is written in
mathematical language – Galilei
- De bijpassende methode: experimenteren en observeren.
Epistemologie: kenleer.
- (hoe) is kennis mogelijk?
- Wat rechtvaardigt onze kennisclaims?
- (hoe) kunnen we de scepticus weerleggen?
- De traditie tot in de 20e eeuw: funderingsdenken.
- Plato’s grot: gevangen in onwetendheid
o Plato beschreef de grot allegorie als volgt: de gevangenen zitten al hun hele leven in
een ondergrondse grot. Ze zijn vastgeketend en kunnen ook hun hoofd niet bewegen
naar links of rechts. Ze kijken voor zich uit, naar een wand. Omdat ze zo hun hele
leven zitten en niets anders kennen, zijn ze zich niet bewust van hun situatie.
, o Achter hen brandt een vuur, het enige licht in de grot. Tussen hen en het vuur staat
een muur en achter deze muur lopen mensen met allerlei objecten die ervoor zorgen
dat de schaduwen van de dingen door het vuur op de muur vallen waar de
gevangenen naar kijken.
o De gevangenen denken dat ze de echte wereld zien, maar het zijn slechts schaduwen
in een grot. Dit is het enige wat de gevangenen waarnemen, maar toch geloven ze
dat dit de realiteit is. De gevangenen zijn onwetend, ze weten niet dat ze
gevangenen zijn.
o Als iemand los zou kunnen komen, zou hij voelen hoe hij door de levenslange
ketening lichamelijk verkrampt is. Ook zou hij er niets van begrijpen en in de war zijn.
Als hij zelfs uit de grot zou kunnen komen, zou hij erg moeten wennen aan het felle
zonlicht en zou hij pas na een tijd beseffen wat er gebeurt.
o Als hij weer terug de grot in zou gaan om de anderen te waarschuwen, zou dat voor
hun onbegrijpelijk zijn omdat zij alleen de taal van de schaduwen kennen. Ze zullen
zijn boodschap zelfs als gevaarlijk zien en hem mogelijk dreigen te doden
- Descartes’ geest-binnenin: opgesloten in ons hoofd
o Aan alles twijfelen.
o Dualisme: het lichaam en je geest zijn van elkaar gescheiden
Het psychische en het lichamelijke staan los van elkaar
o Descartes beseft dat het bestaan van de ziel niet met die moderne
wetenschappelijke methodes kan worden bewezen, omdat de wetenschap zich
bezighoudt met zaken die lengte en gewicht hebben. Terwijl de ziel geen
lengtematen heeft. Je kunt de denkende ziel niet observeren, niet opensnijden; je
kunt er niet in prikken, je kunt er niet mee experimenteren. De ziel is geen ding, geen
materie.
o Hoe kun je kennis krijgen van iets wat buiten je hoofd is? wat buiten je geest valt.
Jij bent je brein
- Rationalisme: kennis is a priori
o Begin met axioma’s (onwrikbare zekerheden)
o Die ken je door intuïtie (=idee dat zodanig vanzelf spreekt, het kan niet onwaar zijn.)
Ik denk, dus ik ben
o Leid daar deductief je verdere kennis uit af.
o Aanname: logische structuur van de geest en feitelijke structuur van de wereld
komen overeen.
- Deductie (syllogisme): zuiver, logisch redeneren. (>)
o Conclusie volgt uit de premissen
o Premissen waar conclusie waar
o Modus ponens: bevestiging van de consequens -> alle raven zijn zwart, x is raaf = x is
zwart
Als P, dan Q.
o Modus tollens: ontkenning van de antecedent -> alle raven zijn zwart, x is niet zwart
= x is geen raaf.
Als P niet is, dan Q ook niet.
o Voordeel: waarheid blijft gegarandeerd
o Nadeel: er komt geen nieuwe kennis bij.
- Euclidische meetkunde: kennis van de wereld vanuit je leunstoel.
o een axiomatisch systeem, waarin alle stellingen, "ware uitspraken", worden afgeleid
uit een eindig aantal axioma's
- Empirisme: kennis is a posteriori
o Begin met observaties
o Leid daar inductief je verdere kennis uit af. (<)