In dit document zijn 3 colleges van het vak Ontwikkelingspsychopathologie (waarvan college 1, 3 delen heeft) beschreven. Het is kort en bondig omschreven en belangrijke stukken zijn dikgedrukt, waardoor het erg overzichtelijk is. Belangrijke begrippen zijn blauw gearceerd. De hoofdstukken 1,2,3,7,8...
College 1 Deel 1 – Ontwikkelingspsychopathologie bij kinderen en jeugdigen – Hoofdstuk 1 & 2
Gedrag is altijd de combinatie van de aanleg van het kind met hoe de omgeving daarop reageert.
Pathologisch = ziektebeeld / sprake van een stoornis
Hoofdstuk 1 Introductie
1. Vroeger en nu
Actueel gedrag is altijd het product van vroegere ervaringen + de eisen die de huidige
situatie aan het kind stelt
2. Dynamisch gezichtspunt
De betekenis van gedrag is altijd afhankelijk van de situatie en de leeftijd van het kind
3. Elk kind is uniek
Elk kind heeft unieke ervaringen gehad
Uitgangspunten
- Ontwikkeling staat centraal
- Wederzijdse beïnvloeding (transactie)
o Van der pas = belangrijke pedagoog
o Angst kunnen ouders doorgeven aan kind
- Ontwikkelingsopgave en opvoedingstaak
- Gezins- en systeembenadering
- Risico- en beschermingsfactoren
- Preventie en behandeling
Preventie & kwaliteit van leven
1. Feelings (hoe voel je je)
2. Functions (wat kun je)
3. Futures (toekomstperspectief)
Dit bepaalt de kwaliteit van leven
Investeringen in verbetering kwaliteit van leven op jonge leeftijd leveren meer op dan op latere
leeftijd. Hoe vroeger hoe beter, maar je bent nooit te laat.
Normaal versus abnormaal
Abnormaal: afwijkend van een sociale norm
- Veroorzaakt ongemak, lijden, bezorgdheid bij de betrokkene of omgeving
- Passend binnen een psychopathologisch begrippenkader (raar gedrag nadat hij is gevallen)
7 kenmerken
1. Persoonlijk lijden
2. Disfunctionaliteit van gedrag
3. Irrationeel en onbegrijpelijk
4. Onvoorspelbaarheid en controleverlies
5. Opvallend
6. Gedrag geeft anderen een ongemakkelijk gevoel
7. Uitsluitingscriterium
o Het gedrag komt niet voort uit een ‘cultureel aanvaarde’ reactie op een gebeurtenis
Invloed cultuur en maatschappelijke omstandigheden
1. Maatschappelijke omstandigheden
Kunnen de kans vergroten of verkleinen op ontstaan van een stoornis.
2. Culturele normen en waarden
10 punten aan het einde van het hoofdstuk goed doorlezen
,Hoofdstuk 2 – Classificatie diagnostiek en epidemiologie
De verloren jeugd van Remzi Cavdar documentaire Youtube
Het DSM-classificatiesysteem
- Diagnostic and statistical manual of mental disorders
- Dit wordt gebruikt als basis om vast te stellen of iemand een stoornis heeft
Classificatie = indeling van gedrag op grond van (uiterlijke en innerlijke) kenmerking
- Basisprincipe is beschrijving
- DSM-5 is een classificatiesysteem = diagnostisch handboek
- Classificatie van psychische stoornissen
- CBCL = een vragenlijst die kan worden voorgelegd aan meerdere respondenten, andere
methode
Onderscheid maken en indelen, bijvoorbeeld tussen allerlei soorten organismen.
Grazers of psychische stoornissen
CAP-J = classificatiesysteem voor de aard van problematiek van de jeugd
- Hierin staan definities en heldere beschrijvingen van verschillende soorten problemen
waarmee kinderen, jongeren en gezinnen kunnen kampen
- Dit is een aanvulling
- Contextueel beschreven, veel completer beeld van de jongere, verschillende perspectieven.
Diagnostiek
- Gebaseerd op theorie en interpretatie
- Eerste stap naar (verdere) hulp
o Na diagnostiek volgt eventueel verdere hulpverlening
Volgende vragen kunnen worden gesteld:
o Waarom heeft het kind deze stoornis en niet een andere?
o Waarom wordt deze stoornis nu gemeld en niet vorige maand?
o Waarom heeft dit kind een stoornis en niet een broertje of een van de ouders?
o Acuut? Tijdelijk of permanent? Fysieke stoornis? Stress-factoren? (Bronfenbrenner
en Kok)
Comorbiditeit
Een kind met slechts één psychische stoornis is uitzonderlijk
Denk ook aan comorbiditeit met lichamelijke en sociale problemen
ASS-problematiek kan ook zorgen voor minder sociaal, depressieve gedachten
Classificatie = onderscheid maken en indelen
Bijvoorbeeld tussen allerlei soorten organismen, grazers of psychische stoornissen
DSM-systematiek
Van oorsprong vooral gericht op het beschrijven van de kenmerken van stoornissen bij de
gemiddelde volwassen man nu wel meer gericht op jongeren en kinderen
- DSM werkt met wel of geen stoornis
o Je hebt het wel of je hebt het niet
o Een beetje een stoornis hebben kan niet
o Maar in DSM-5 wordt voor het eerste onderscheid gemaakt:
Er zijn lichte, ernstige vormen bijvoorbeeld manisch depressief
- DSM werkt:
o Stigmatiserend
, o Fout gedrag interpreteren
Kritiek op DSM:
- Steeds meer stoornissen gekomen & steeds meer medicatie bijgekomen (jongeren worden
eigenlijk nu heel erg jong aan de drugs geholpen/ rithalin voor ADHD)
- Reïficeren van diagnoses = er ‘dingen’ van maken, bepaald gedrag zien als een stoornis
(bijvoorbeeld druk gedrag wordt gezien als de stoornis ADHD en vervolgens wordt ADHD
gezien als druk gedrag en wordt iedereen met druk gedrag gediagnostiseerd met ADHD)
Nog steeds kritiek op DSM:
- Te weinig rekening gehouden met culturele context
- Te weinig rekening met gender verschillen (man-vrouw) (hartklachten zeer verschillend)
- Ontwikkelingscontext komt te weinig aan de orde
o Reactie hierop: DC:0-5 : classificatiesysteem voor jonge kinderen
Dimensionale Classificatie
Een andere manier van classificeren. Vaststellen in welke mate iemand last heeft van bepaalde
problemen.
- Vragenlijst om de hoeveelheid en de ernst van symptomen te meten
o De Child Behavior Checklist is hier een voorbeeld van
- De score bij een bepaald kind wordt vergeleken met die van een normgroep. De gemiddelde
score van kinderen van deze leeftijd en dezelfde sekse.
Veel gebruik gemaakt van: Informanten
o Kind zelf geeft informatie
o Ouders kijken vaak anders aan tegen problemen
o Leerkrachten vooral gericht op schoolse vaardigheden
o Artsen kijken weer anders, meer lichamelijk
Voorbeeld: zie PWP
Nadelen van categorisatie:
- Voorkom stigmatisering
- Toenemende kritiek over ‘etikettenregen’
- Er wordt zo veel gediagnostiseerd en wat is dan nog normaal gedrag, kijken naar normaal
gedrag hoe kan die persoon ondersteund worden in zijn stoornis
- Zichzelf vervullende voorspelling: je gedragen naar een etiket (dit voorkomen)
Tweedeling in probleemgedrag
Bij het vaststellen van probleemgedrag wordt vaak onderscheid gemaakt tussen twee categorieën:
• Internaliserend
o Letterlijk: naar binnen gericht. Vooral de persoon zelf heeft er last van.
o Voorbeelden: Angst, depressie
o Meer bij meiden
• Externaliserend
o Letterlijk: naar buiten gericht. Vooral de omgeving heeft er last van.
o Voorbeelden: gedragsstoornis, ADHD
o Meer bij Jongens
Let op: combinatie komt voor en net alle stoornissen passen binnen deze twee categorieën.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Marithkloosterman1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,73. Je zit daarna nergens aan vast.