Internationaal Privaatrecht Collegejaar 2022-2023 Samenvatting Stof
Inhoud
Week 1: Inleiding & geschiedenis............................................................................................................ 2
Week 2: Beginselen van internationaal privaatrecht, onrechtmatige daad ........................................... 4
Week 3: Vermogensschade en overeenkomsten .................................................................................... 8
Week 4: Overeenkomsten, toepasselijk recht, huwelijk ....................................................................... 11
Week 5: Echtscheiding en huwelijksvermogensrecht, afstamming en alimentatie ............................. 13
Week 6: Alimentatie en kinderbescherming ......................................................................................... 18
Week 7: Erfrecht, goederenrecht & erkenning en tenuitvoerlegging .................................................. 21
1
,Internationaal Privaatrecht Collegejaar 2022-2023 Samenvatting Stof
Week 1: Inleiding & geschiedenis
De geschiedenis van het conflictenrecht
Het internationaal privaatrecht bestaat voor een groot deel uit conflictenrecht. Hiervan is sprake als:
- er rechtsverscheidenheid is (dus als het recht verschilt) én
- er grensoverschrijdend rechtsverkeer is.
Het internationaal privaatrecht is anders dan interregionaal privaatrecht (zoals Nederland, Curacao,
Aruba, Bonaire, Sawa, etc.). Dit is geregeld in hoofdstuk 27 van het groene boek.
Het conflictenrecht kwam tot stand toen verschillende stadstaten in Italië met hun eigen recht
kwamen, waarnaast het Griekse recht ook bestond.
1. De rechtsregels van de Italiaanse stadstaten werden ingedeeld in klassen naar hun aard en
strekking (contracten, delicten, testamenten, goederen), met een eigen toepassingsgebied.
Dit waren dus grote categorieën.
De strekking was in deze verbieden vs. veroorlovend en nadelig vs. voordelig.
Toen kwam ook de statutenleer: - statua personalia (gekoppeld aan persoon)
- statua realia (gekoppeld aan grondgebied)
- statua mixta (gekoppeld aan plaats van handelen)
2. De statutenleer is verder ontwikkeld in Frankrijk, waarna de grondslag pas later aan bod
komt bij twee Hollandse statutisten:
- Paulus Voet (Utrecht, 1619-1667)
Nederland bestond toen uit provincies met elk een eigen privaatrecht.
Uitgangspunt = iedere provincie is soeverein. De welwillendheid dwingt ertoe om af
en toe buitenlands recht toe te passen. Het is geen rechtsplicht, maar ook niet
helemaal vrijblijvend.
- Ulrik Huber (Franeker, 1636-1684)
Grondslag = comitas.
Terroriale werking van wetgeving. Staten dulden wederzijds dat vreemd recht op hun
territorium geldt en bieden ‘elkander de hand’ waar nodig.
Het is een internationale rechtsplicht, met de grens daar waar de belangen van deze
Staat/haar onderdanen door toepassing van het vreemde recht wordt geschaad.
→ Dit heeft uiteindelijk gegolden tot 1850!
3. Toen kwam Friedrich Carl von Savigny.
Uitgangspunt = abstracte internationale rechtsverhouding.
Waar zit het natuurlijke zwaartepunt van de rechtsverhouding? Daar is de zetel
(‘sitz’) en dus het toepassingsgebied.
Beginsel van nauwste verbondenheid. Doel = beslissingsharmonie.
Kenmerken: abstract (niet over omstandigheden v/h geval), neutraal (geen voorkeur
voor eigen recht), indirect (enkel verwijzingen; geen oplossing voor het probleem).
Dus het conflictenrecht veranderd van een afbakeningsrecht (Statutenleer) naar een verwijzingsrecht
met aanknopingspunten.
2
, Internationaal Privaatrecht Collegejaar 2022-2023 Samenvatting Stof
Er kwam kritiek op Von Savigny, dat er regelblindheid is (een regel wordt toegepast maar wordt niet
naar geschiktheid o.i.d. gekeken). En rechters passen natuurlijk het liefst hun eigen recht toe.
4. → toen kwam de neostatutische stroming
Kwalificatie
Er zijn drie theorieën voor kwalificatie:
1. Lex fori (deze hanteren we in NL!)
Het recht van het forum (rechtbank) is van toepassing.
Dit is het positieve recht van de staat/land/jurisdictie van welk gerechtelijk systeem de
rechtbank waar de zaak wordt aangebracht integraal deel uitmaakt.
2. Lex causae
Het op de rechtsverhouding toepasselijke recht (tegenpool lex fori).
De kwalificatievraag (het onderbrengen van de concrete rechtsverhouding bij de juiste
verwijzingscategorie) dient beslist te worden door het op de rechtsverhouding toepasselijke
rechtsstelsel.
3. Rechtsvergelijking
Verwijzingsregels
Een verwijzingsregel werkt d.m.v. drie stappen:
1. Bepalen verwijzingscategorie (= onderwerp, bijv. huwelijksvermogensrecht)
2. Aanknopingsfactor vinden (= norm)
3. Toepasselijk recht vinden (= gevolg)
Er is sprake van een homeward trend, rechters zijn geneigd onder tijdsdruk en werkdruk voor hun
eigen recht te kiezen en ander recht buiten toepassing te laten.
Mag dat? → Nee, zie art. 10:2 BW ‘’de regels van IPR moeten ambtshalve worden toegepast’’
Moeten wij bij toepassing van ons eigen conflictenrecht rekening houden met het conflictenrecht
van het als toepasselijk aangewezen recht? → Nee.
Welk recht verwijst welke verwijzingen tot de categorie horen? → a.d.h.v. eigen conflictencategorie.
Heersende leer in Nederland is geen herverwijzing (dus niet pingpongen; art. 10:5 BW).
Nalatenschap X → Tenzij het land waarnaar verwezen wordt niet meedoet aan de
verordening (hier: erfrecht).
Openbare orde (art. 10:6 BW)
De ‘openbare orde’ (art. 10:6 BW) biedt grenzen tot waar je het toepasselijke recht moet toepassen,
en dient met grote terughoudendheid te worden toegepast:
- Buitengrens-criterium = inhoud
Als het dermate in strijd is met onze fundamentele beginselen/waarden/normen van ons
recht, dan blijft het altijd buiten toepassing.
- Binnengrenscriterium = gevolg
Hangt ervan af, iets alleen buiten toepassing laten als de casus zodanig betrokken is met de
Nederlandse maatschappij.
bijv. een Nederlander die in Kenia trouwt met twee vrouwen, is prima. Niet zozeer betrokken
met NL.
3